- “Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God NIET beërven.
- Sommigen van u zijn dat wel geweest, maar u bent (nu, als het voorgaande niet meer aan de orde is) schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.” (1 Korinthe 6:10-11, HSV)
Het gaat er niet om wat wij in het verleden zijn geweest, welke zonde(n) wij in het verleden hebben begaan, maar het gaat om het NU, om het HEDEN. Het gaat erom dat we als Christen – als NAVOLGER van Christus – nu niet meer in de zonde leven (wat iets anders is dan “struikelen” ofwel ‘plotseling’ in de zonde “vallen”, waarbij wij vrij snel weer tot het inzicht en oprechte verlangen komen dat we dit echt niet meer willen). En als we, helaas, toch weer in één of andere zonde vallen of struikelen, dan zal God het ons vergeven, mits wij Hem biddend om vergeving vragen en mits wij het oprechte verlangen in ons hart hebben om volkomen los te komen van de gedane zonde.
Eén van de ergste dingen die we als Christen – als NAVOLGER van Christus – kunnen doen is vasthouden aan de zonde. Dan spelen we in feite met onze eeuwige eindbestemming.[1] En, in zonde (blijven) leven maakt ons ook tot ongeloofwaardige christenen voor de mensen om ons heen. Een christen die in de zonde blijft leven doet daarmee Jezus Naam oneer aan. Paulus zegt daarom dan ook in de hierboven vermelde Bijbelverzen dat zij, die in de zonde blijven, het Koninkrijk van God NIET zullen beërven.
Velen van ons zullen zich voor hun bekering – in meer of mindere mate – schuldig hebben gemaakt aan één of meer van de in vers 10 (van 1 Korinthe 6) genoemde zonden. Maar op dit moment zou datgene wat in 1 Korinthe 6 vers 11a vermeld staat, voor ons moeten gelden: “Sommigen van u zijn dat wel GEWEEST” (dat is dus, als het goed is, nu verleden tijd). En zo niet, dan zouden wij met een oprecht verlangen moeten bidden tot de Here Jezus Christus of Hij ons Zijn kracht wil schenken om van deze of gene zonde los te komen c.q. om verlost te worden van de zondemacht in ons.[2]
En, als het ons alleen niet lukt, omdat de zondemacht in ons groter is dan de geloofskracht in ons, dan zou het zeer raadzaam zijn om één of meerdere broeders (denk bijvoorbeeld aan de oudsten of de voorganger van een Gemeente) van deze zonde op de hoogte te brengen, met de vraag of zij voor ons willen bidden en met ons willen strijden in de gebeden om verlost te worden van deze zondemacht.
Natuurlijk zullen degenen die met zo’n hulpvraag geconfronteerd worden (of dit nu van een in zonde gevallen medebroeder of -zuster is of van een nog onbekeerde ziel) hier op juiste en gepaste wijze mee om moeten gaan. We mogen zo iemand nooit afwijzen of veroordelen, hoe schokkend hun “belijdenis” ons ook in de oren zou kunnen klinken. Ook mogen wij datgene wat zij ons in vertrouwen vertellen niet “wereldkundig maken”, maar wij zullen er biddend mee naar God moeten gaan om van Hem wijsheid en inzicht te ontvangen hoe wij deze persoon kunnen helpen.
- NOOT: Wel denk ik dat als het iemand betreft die een ‘(voorbeeld)functie’ in de Gemeente heeft, en het betreft een zonde uit de categorie van 1 Korinthe 6:10, dat dan zeker overwogen dient te worden of deze zijn functie – zeker ook Bijbels gezien – nog kan en mag blijven uitoefenen. Wat dat betreft zouden wij voor een ieder, maar zeker voor degenen die dienstbaar zijn in de Gemeente, de studie “Podium en Gemeente” (met “Schriftuurlijke richtlijnen, praktische wenken en raadgevingen voor hen, die in een Gemeentelijke bediening staan”)[3] van harte willen aanbevelen.
We zullen echter ten alle tijde bereid moeten zijn om voor degenen die nog aan de zonde(macht) vastzitten te bidden en ze te helpen eruit te komen als ze hierom vragen. Er staat niet voor niets geschreven in Jakobus 5 vers 16a (HSV): “Belijd elkaar de overtredingen (SV: de misdaden = zonden, verkeerde ‘handel en wandel’) en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt (naar lichaam, ziel en geest!).”
Het “gezond worden naar lichaam, ziel en geest” is m.i. zeer belangrijk om te vermelden, want verkeerde/zondige gedachten worden vaak verkeerde/zondige begeerten, wat dan vaak de trigger is voor verkeerde/zondige daden. Terwijl voor God zowel de verkeerde/zondige GEDACHTE, alsook de BEGEERTE, en natuurlijk zeker de DAAD zondig is. Zoals, als voorbeeld, ook vermeld staat in Mattheüs 5 vers 27-28 (HSV): “…Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.”
We kunnen iemand die ons “zijn of haar zonden belijdt” (volgens Jacobus 5:16a) de juiste Bijbelse weg wijzen en voor hem of haar bidden; maar degene die in zonde leeft zal ook zelf zijn of haar “steentje” bij moeten dragen, want wij kunnen iemand alleen maar – IN en DOOR de kracht en bijstand van Christus – helpen als deze persoon ook werkelijk van de zonde(macht), waarin hij of zij nog steeds leeft, verlost wil worden.
Jezus zegt niet voor niets tot de vrouw uit Johannes 8 vers 1-11, die op overspel betrapt is: “…ga heen, en zondig niet meer”.
Het “zondig NIET MEER” is hier bedoeld als een gebod – of zo u wilt: als raadgeving of advies – wat opgevolgd zal moeten worden als wij het Koninkrijk van God willen beërven (lees nogmaals 1 Korinthe 6:10 en/of het artikel vermeld bij noot 1). Want, om het Koninkrijk van God te kunnen beërven zullen wij – die onszelf Christen noemen en dus een NAVOLGER van Christus behoren te zijn – ons in de geestelijke staat van vers 11 moeten bevinden. En… dit zal zeker gelden voor hen die straks zullen behoren tot de Bruid c.q. Bruidsgemeente[4], waarvan gezegd wordt in Efeze 5:27 (SV) dat zij, naar Gods maatstaven, zonder “vlek of rimpel” en “heilig en onberispelijk” zullen zijn. Dat dit een Bijbelse waarheid is kunnen wij lezen in Openbaring 19 vers 7-9a (HSV):
“Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.[5] En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam.”[6]
- KLIK HIER voor de PDF (ook geschikt voor mobiel en tablet).
.
********************************************************************************************************************************************
[1] Zie eventueel ons GRATIS artikel “Een misleidende leerstelling: ‘Eens gered – voor eeuwig gered’” van CJH Theys.
[2] Zie eventueel onze GRATIS studie “De overwinnaars; over (de macht van) zonde en satan in de eindtijd” van E. van den Worm.
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie “Podium en Gemeente” (Schriftuurlijke richtlijnen, praktische wenken en raadgevingen voor hen, die in een Gemeentelijke bediening staan), van CJH Theys.
[4] Zie eventueel (één van) onze GRATIS volgende studies “Er komt spoedig een Goddelijke Bruiloft hier op aarde” van E. van den Worm,
en/of
“Een ANDER geluid – Het verschil tussen ‘het Lichaam van Christus’ en ‘de Bruid van Christus’ (over de 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd)” van A. Klein / E. van den Worm.
[5] Zie de studies, vermeld bij noot 4.
[6] Zie eventueel onze GRATIS studie “Door de Geest van God geroepen tot deelname aan het Avondmaal van de Bruiloft van Gods Lam en tot deze Goddelijke Bruiloft” van E. van den Worm.
.
**********************************************************************
Geachte lezer c.q. bezoeker van deze site,
Vanwege diverse (vooral chronische) gezondheidsklachten heb ik dit jaar 2 maal bewust een relatief lange rustpauze genomen. Vanaf nu hoop ik weer – met hulp en bijstand van onze Heer en Heiland – met meer regelmaat een studie of artikel te plaatsen.
Over ongeveer 2 weken hoop ik het laatste deel van het Bijbelboek “Daniël, hoofdstuk 12” – met ‘vers voor vers’ uitleg – uitgewerkt te hebben en op dit weblog te plaatsen.
Daarna hoop ik, in delen, een aanvang te maken met de studie: “Wat de Schrift leert over het 1000-jarige Rijk van de Here Jezus Christus”.
A. Klein
.
De levende God wil een relatie met ons als mensen. Maar een echt levende relatie kan zich alleen op basis van een vrije keus ontwikkelen. Precies zoals wij door een vrije keuze kunnen beslissen met God in relatie te leven, kunnen wij ook beslissen om ons van hem af te keren en te blijven leven in de zonden. De Bijbel laat duidelijk zien dat men de grote genade van het behoud, door het volharden in de zonden ook weer kan verliezen. De mens eindigt dan in blindheid, duisternis en verderf.
Deze studie laat zien dat we moeten breken met de ongerechtigheid, willen we tenminste behouden zijn en mogelijk ook tot de Bruidsgemeente van de Heer behoren. Het kan niet genoeg gezegd worden, God zal nooit een compromis sluiten met de zonden. De auteur van deze studie, heeft de boodschap van God ontvangen. Erg belangrijk om er dus acht op te slaan, want we hebben nog maar even de tijd, Jezus gaat komen.
LikeLike
Dit is op Kattukse Vrienden voor Israël herblogd.
LikeLike