ONbesneden oren

“Tegen wie zal ik spreken, en wie zal ik waarschuwen dat zij zullen luisteren?”

Dit was de klacht van de profeet Jeremia (zie Jer. 6:10a, HSV). En… wij zullen ons de grote droefheid van de profeet enigszins kunnen voorstellen als wij weten welk een ernstige boodschap hij te brengen had (zie de voorafgaande verzen van Jeremia 6, vooral vers 1).
Is er iets dat een oprechte dienstknecht van de Here meer kan smarten dan dit: dat het volk dat hij waarschuwt, omdat het in groot gevaar verkeert, niet wil luisteren? Een volk bovendien waarmee hij zich nauw verbonden weet! Niemand heeft deze smart beter onder woorden kunnen brengen dan Jezus Christus Zelf in Mattheüs 23 vers 37 (HSV):

  • “Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt die naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, zoals een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild!”

Veel is er sinds de dagen van Jeremia in de wereld veranderd, maar het volk van God is nog altijd (even) traag om (goed) te luisteren! Tegen wie zal ik spreken”, geeft de crisis weer waarin menige – door God gezonden – boodschapper zich vandaag de dag bevindt. En de droefheid van de boodschapper is dan ook Gòds droefheid! Jeremia vroeg als het ware aan de Heer: “Heeft het prediken nog wel zin?”
Maar… ook Gods huidige boodschappers kunnen zich dit regelmatig afvragen: Wie zal ik waarschuwen dat zij zullen luisteren?Want ook vandaag de dag kunnen Zijn boodschappers zeggen: “Zie, onbesneden is hun oor, zodat ze niet in staat zijn om er acht op te slaan” (Jer. 6:10b, HSV). Wij kunnen ons de moedeloosheid van Jeremia dus ook goed voorstellen.
En… er zijn ook nu – gelukkig – nog Jeremia’s en Elia’s onder ons! Maar… ook vandaag de dag gebeurt – helaas – nog steeds hetzelfde! De meeste christenen zijn even onverbeterlijk als de oude Israëlieten. Men spòt zelfs met het Woord (zie Jer. 6:10c). Hoorders van het Woord zijn er genoeg, maar DADERS van het Woord moet men met een kaarsje zoeken!

Voor wie er belang in stelt te weten wat toch de oorzaak van dit alles is, staat er in Jeremia 6 vers 10 nog iets anders geschreven: “ONbesneden is hun oor” (zoals het zo “mooi” in de Statenvertaling staat). ONbesneden oren horen bij ONbesneden harten, en dat zijn: harten die NIET wedergeboren zijn.

Wat BESNEDEN oren uitwerken, lezen wij in Psalm 40 vers 7-9 (SV/HSV):

  • “U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en spijsoffer; U hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt U niet geëist… Ik vind er vreugde in, mijn God, om Uw welbehagen te doen; Uw wet draag ik diep in mijn binnenste”.

Het verband met de besnijdenis van het hart is duidelijk: “men ervaart VREUGDE (in de oude Statenvertaling staat: LUST) om Gods welbehagen te doen”. Wedergeboorte is een werk van God, het is niet ONS werk. Wij WORDEN wedergeboren. Maar, zoals wij uit de gelijkenis van de zaaier kunnen weten (zie Matth. 13:1-9 en 18-23), kunnen wij wèl zorgen voor de juiste omstandigheden die wedergeboorte – en groei van het wedergeboren leven – mógelijk maken:

KLIK HIER als u deze studie verder wilt lezen.

H. Siliakus
Enigszins bewerkt door A. Klein

.

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in Eindtijdstudie, Gehoorzaamheid aan God, Studie van H Siliakus, Werkers in Gods dienst en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op ONbesneden oren

  1. Henk Herbold zegt:

    Wat een waarschuwing. Oren die niets horen.
    Hoorders genoeg, maar te weinig daders. Dit brengt mij tot diep gebed en verootmoediging. De Bijbel zegt ook dat, wie veel ontvangen heeft, daar zal ook veel van geëist worden (Lucas 12:48).

    Goede uitleg, de moeite waard om te lezen en… te overdenken.

    Like

Geef een reactie op bari1951 Reactie annuleren