Onze liefdevolle God en Vader heeft ons Jezus gegeven als onze Heiland, als het Brood des levens. Opent daarom geheel uw hart voor het Woord van God, opdat u Zijn liefdesroep mag horen, en Hij avondmaal met u mag houden en u met Hem. Blijft uw levensblik houden op de overste Leidsman en Voleinder van uw geloof. Hij moet het CENTRUM worden en blijven in de Gemeente, Hij moet het Centrum worden van het gereinigde en geheiligde hart, niet de voorganger. NIEMAND anders dan Hij mag deze centrale plaats innemen. Laat ons daarom Hem èn Zijn Woord LIEFHEBBEN en in ons hart plaats maken voor deze enorme LIEFDE van onze Vader-God, Die door Zijn Woord heen tot ons spreken wil en tot ons komt.
Voordat ik u naar de kern van deze boodschap breng, moet ik u eerst voeren naar 1 Johannes 5:11-12.
Jezus Christus, de 2e Persoon in de Godheid, ons gegeven tot een Zaligmaker
“En dit is de getuigenis (Gods), namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en dit-zelve leven is in Zijn Zoon. Die de Zoon heeft, die heeft het leven; Die de Zoon van God NIET heeft, die heeft het leven niet!” (1 Johannes 5:11-12)
God de Vader heeft ons Zijn Zoon gegeven, de 2e Persoon in de Godheid. [1] Deze is vlees geworden voor u en mij; Hij stierf voor u en mij, Hij ging de dood in voor u en mij, Hij stond op uit de doden en overwon voor u en mij alle macht van satan, ja, alle zonde, die satan in de gehele mensheid heeft aangebracht. Hij heeft geheel de wereld in Zich met God VERZOEND (2 Korinthe 5:19)!
Hij heeft zó een Goddelijk TESTAMENT aan geheel de mensheid gegeven. Hij is daarom de Redder en niemand anders. Wij hebben Zijn uitgestoken, doorboorde hand aan te nemen voor onze PERSOONLIJKE REDDING, deze 2e Persoon in God, Jezus, het Woord van de Levende God!
“In Hetzelve (Woord) was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.” (Johannes 1:4)
God, onze Vader, wil ons redden door Jezus Christus! Wij worden “WEDERGEBOREN niet uit vergankelijk, maar uit (het) onvergankelijk zaad: door het levende en eeuwig blijvende Woord Van God” (1 Petrus 1:23)
Wij worden niet gered door de Vader, óók niet door de Heilige Geest; wij worden gered door de Zoon: Jezus, Jezus, Jezus! Door het Woord van de Levende God! Halleluja! Hij is voor ons HET LEVEN en DE VOLHEID VAN LEVEN. Ik wil hiermee de Doop in de Heilige Geest niet kleineren; o, neen! Hij is nodig! De Heilige Geest is geweldig! Maar Gods Heilige Geest wil onder ons NIETS anders zijn, dan de Proclamator (= Bekend-maker) van Het Woord! Hij wil INWONEND in ons LICHAAM dit Woord in ons inbouwen, ons zó leidend in alle Waarheid (Johannes 16:13). Hij wil dit Woord van de levende God in ons hart en in ons verstand schrijven (Hebreeën 10:16). Nogmaals: de Geest van God wil inwoning maken in ons LICHAAM (1 Korinthe 6:19), en inwonend in ons lichaam ons leven en onze innerlijke mens, ons hart, ons willen en denken leiden in alle Waarheid, in dit Woord. Dan is dit Woord voor ons scheppend, herscheppend. En dit kan Hij, omdat Hij voor ons mens is geworden en alles voor ons op Golgotha heeft volbracht.
Laat de Geest van God in ons een (ge)willig DISCIPEL vinden om ons te kunnen leiden in dit Woord van God, inwaarts in het leven en in volheid van leven. Dit niet alleen; de Geest van God wil – na ons inwaarts geleid hebbende in dit Woord – ons ook GEBRUIKEN als een INSTRUMENT om dit Woord aan anderen te proclameren. Nogmaals: De Geest van God is de PROCLAMATOR van dit Woord en niemand anders. Anders gezegd: “Het Woord is het Zwaard van de Heilige Geest!” (Efeze 6:17). Inwonend in ons gebruikt Hij ons als een instrument om de Boodschap die Hij in ons aanbrengt te vertolken, om aan de mensen het Evangelie te brengen, opdat de GEHELE WERELD moge weten, dat Jezus Christus voor een ieder mens is gestorven en opgestaan en dat God wil dat ALLE mensen zalig worden door aanneming van (door de kennis van) de waarheid in Jezus Christus (1 Timotheüs 2:4). Hij wil dat ALLE mensen zalig worden, geen één uitgezonderd. Hij wil dat ALLEN komen tot de verlossing door belijdenis van zonden en aanneming van het dierbare Woord omtrent het offer van Golgotha als onze persoonlijke redding.
Ieder mens moet weten, dat Jezus ons gegeven is als een Here tot het LEVEN; ieder mens moet komen tot de claim van Golgotha! Golgotha is uit GENADE voor ieder mens tot een claim geworden, omdat men – door het Evangelie – weet dat God onze Vader de mens alzo LIEFHEEFT dat Hij Zijn Zoon GEGEVEN heeft en dat het Lam van God ALLES voor ons heeft volbracht!
Deze CLAIM, diep in het hart, is uw en mijn redding! Deze claim doet ons – bij oprechte bekering – WEDERGEBOREN worden en INGAAN in het Koninkrijk van God! En de Geest van God wordt ons daartoe gegeven als een GELEIDER in dit dierbare Woord van God en als de PROCLAMATOR van dit Woord aan anderen.
Als wij, gedoopt zijnde in de Heilige Geest, tegen het Woord van God frauderen
Nogmaals: Gods Geest is de Proclamator van het Woord. Hij schenkt Gods kinderen GAVEN, openbaringen van Hemzelf door Zijn instrumenten heen, om dit wonder van Gods liefde bekend te maken aan de mensen, aan alle mensen.
Laat ons daarom, als medearbeiders van God, LUISTEREN naar wat de Geest van God te zeggen heeft, opdat Hij dit Woord door ons heen in anderen in kan bouwen. En waar Hij dit Woord in heeft kunnen bouwen, daar is Hij, de Geest van God, almachtig. Daar kan Hij die mens VERVULLEN met Zichzelf en hem/haar GEBRUIKEN in Zijn sublieme Vaderliefde, als een SPREEKBUIS van het Woord van God.
Elke arbeider van Gods Geest moet een OVERWONNENE zijn van dit Woord; moet door dit Woord zijn verlost en vernieuwd. Met andere woorden: de HEERLIJKHEID van Jezus moet, nadat deze aan ons is geopenbaard, IN ons worden ingebouwd, voordat wij door de Heilige Geest deze heerlijkheid aan ANDEREN kunnen meedelen. Dit Woord moet in het leven van een dienstknecht van God de overhand hebben. De mensen moeten de liefdesheerschappij van dit Woord in diens leven kunnen zien, in diens huisgezin, in diens omgang in de Gemeente, in diens omgang met anderen buiten de Gemeente, in diens omgang met God! Voorgangers, ouderlingen; ja een ieder die dit Woord draagt, diens leven moet ook door dit Woord zijn gevormd en – laat ons dit nooit vergeten – de kern van dit Woord is LIEFDE! Louter Liefde van God!
Hij, Die op de troon van het heelal zit, getuigt van Zichzelf: “…Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart!…” (Mattheüs 11:29). Hij wil ons even zachtmoedig maken als Hij, even nederig van hart als Hij, even LIEFDEVOL als Hij! Innerlijk en uiterlijk moet dit Woord aan de gelovige – en zeker aan de arbeider Gods – volbracht worden.
Hoe vaak komt het voor dat de proclamatie van het Woord door de dienstknecht van God gescheiden wordt van deze Vrucht van de Geest! De Schrift bewijst dat dit ontstellende feit kan gebeuren; namelijk dat de mens, gedoopt zijnde met Gods Geest, gebruikt wordt door die Geest, maar dat die mens in zijn leven FRAUDEERT tegen het dierbare Woord van God! Laat ons daartoe gaan naar 1 Korinthe 13:1-3,
“Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden. En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik (al) het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, (luistert:) zo ware ik niets! En al ware het, dat ik al mijn goederen tot onderhoud der armen uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou worden, en had de liefde niet, zo zou het mij geen nuttigheid geven!”
Soms zijn er vermaningen in Gods Woord, die evenzovele uitingen zijn van een Hart VOL LIEFDE om Zijn ontspoorde werkers terug te roepen tot de getrouwe en hartelijke gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Tot die vermaningen behoort het bovenstaande.
Elke arbeider Gods moet, net als Paulus, indachtig zijn dat zij, velen door het Evangelie tot Christus gebracht hebbende, niet ZELF verloren gaan door innerlijk niet waakzaam genoeg te zijn voor de macht van de ZONDE! O, dit is een tragiek, een mogelijke tragiek, waar het Woord ons voor waarschuwt: het veelvuldig spreken in tongen, het profeteren in de Gemeente door de Geest, de kennis van “al de verborgenheden en al de wetenschap” der Schriften tot een wonderlijke leraarsbediening, de betoning van een wonderwerkend GELOOF in de Gemeente; al deze betoningen der GAVEN kunnen plaats hebben, zonder dat ons hart en leven deelheeft aan de VRUCHT van de Geest, aan Zijn LIEFDE, aan de waarachtige werkingen van het Brood des Levens in de innerlijke mens. Dit kan wanneer wij de Geest van God bedroeven (Efeze 4:30), door te zondigen tegen God en de naaste, door Hem niet gehoorzaam te zijn. Gods Geest – in Zijn lankmoedigheid – woont dan nòg in ons lichaam, maar ons hart is droog en dor door de zonde, omdat het afgescheiden is van God (Jesaja 59:2).
De bovenvermelde teksten vertellen ons dat Gods Geest in zo’n toestand, in Zijn lankmoedigheid, nog een tijd door zo’n arbeider heen kan werken, maar dat al dit werk GEEN NUT, GEEN LOON, geeft en dat zo-iemand door de inwonende zonde voor God NIETS is: niet in het eeuwige Leven staat! Als de zonde niet dadelijk BELEDEN wordt en UITGELEVERD aan Jezus, dan kan ze zich nestelen in de diepten van ons hart en een verharding van ons geweten teweegbrengen. In zo’n verduisterde toestand kan de mens niet meer recht onderscheiden wat van de Heilige Geest komt en wat komt van een onreine “vrome geest” en gaat hij van lieverlee behoren tot de gruwelijke groepering van de “verborgenheid der ongerechtigheid” (2 Thessalonicensen 2:7; Mattheüs 7:15-23).
Recapitulerend komen wij wederom tot de conclusie, dat ONZE ZALIGHEID niet is in God de Vader, niet is in de Heilige Geest, maar dat ONZE ZALIGHEID is in de Zoon, in het Woord van God. Dit Woord moet in ons geworden! Wij moeten een kind van het Woord zijn. Diep in ons hart moet het stempel gedrukt zijn van de Almachtige: Zijn Verlossend, Reinigend, Heiligend Woord, dat ons leidt in de VOLMAAKTE LIEFDE Gods, dat het kenmerk moet zijn van elke discipel van Jezus (Johannes 13:35)!
Gods Woord voor de laatste dagen, waardoor Gods verborgenheid wordt geopenbaard
Welnu, vrienden, God heeft een WOORD voor de laatste dagen. En wij zijn kinderen van de laatste dagen. Hij wil dat de Gemeente van de laatste tijd wordt toebereid om te kunnen ingaan in de bruiloftszaal van het Lam; Hij wil, dat de Gemeente van de laatste dagen wordt gevormd tot een Bruidsgemeente! Hij wil bruiloft vieren! Hij is de Bruidegom, rein en heilig.
- KLIK HIER als u deze studie verder wilt lezen of downloaden.
E. van den Worm
Enigszins bewerkt door A. Klein
***********************************************************************************
[1] In Deuteronomium 6:4 staat: “Luister, Israël! De HEERE, onze God; de HEERE is één! (dus één Persoon!)”
Dit wordt ook onderschreven door het feit, dat de beide cherubs en het verzoendeksel uit één brok goud moesten worden gesmeed (= geslagen) (zie Exodus 25:18). De beide cherubs en het verzoendeksel beelden onze almachtige God in Zijn drie openbaringsvormen uit. De cherubs beelden de Vader en de Heilige Geest uit, en het verzoendeksel beeldt het Lam, de Zoon van God uit. Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. De leer, dat God uit 3 Personen bestaat, is een dwaling. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
-
de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
-
de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
-
de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.