Wederom Mijn volk (deel 6): De bekering van Israël

Het boek Hosea over de lotgevallen van de beide Israëlvolken:

Te weten:
het huis van Juda (2 stammen), en
het huis van Israël (10 stammen)

Herstel Israel

Deel 6

De bekering van Israël

Wij hebben inmiddels vastgesteld dat in de profetieën van de Bijbel sprake is van een westwaartse trek van Israël, nadat het door Assyrië was weggevoerd. Diezelfde profetieën vertellen ons ook dat Israël zich na haar wegvoering weer tot God zou bekeren en dit zou gebeuren in de nieuwe woonplaats waarheen zij zou trekken. Ook in het boek Hosea wordt ons dit meegedeeld. Zoals bijvoorbeeld in Hosea 13:15 (SV), waar wordt gezegd, dat Efraïm-Israël uiteindelijk vrucht zal dragen – tot geestelijke vruchtdracht zal komen – maar eerst moet hij weggevoerd worden (met de verdorrende “oostenwind”, naar het westen dus): “Want hij zal vrucht voortbrengen onder de broederen; doch er zal een oostenwind komen, een wind des HEEREN, opkomende uit de woestijn; en zijn springader (HSV: bron) zal uitdrogen, en zijn fontein zal verdrogen….” Een juistere vertaling van deze tekst is: Hoewel hij vrucht zal voortbrengen…, toch zal er een oostenwind komen…”. In Hosea 2:13 staat dat God  Israël zal lokken en voeren in de “woestijn der volken” (over deze woestijn spraken wij al eerder in hoofdstuk 5 [1]) en dáár – aan het eind van die woestijnreis (Hosea 2:14a); als zij in een vruchtbaar land is aangekomen – zal Hij tot haar hart spreken (wat wijst op het overtuigingswerk van de Heilige Geest): Daarom, zie, Ikzelf ga haar lokken, haar de woestijn in leiden, en naar haar hart spreken. Ik zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven, en het Dal van Achor tot een deur van hoop (Hosea 2:13-14a). En in Hosea 12:10 zegt God, dat Hij Israël wederom in tenten zal doen wonen – zij zullen dus wederom een zwervend bestaan moeten leiden – maar daarna zal Hij Zich weer aan hen openbaren: Maar Ik ben de HEERE, uw God, sinds het land Egypte. Ik zal u weer in tenten doen wonen zoals in de dagen van de samenkomst. 11. En Ik zal tot de profeten spreken, en Ík zal de visioenen talrijk maken, en Ik zal door de dienst van de profeten in gelijkenissen spreken. (Hosea 12:10-11)

Is dit nu allemaal al vervuld, zal nu vast de vraag zijn, en zo ja, waar, wanneer en wat weten wij daarvan? Laat ons, om op deze vragen een antwoord te krijgen, eerst gaan naar Jeremia 3:8: “Maar Ik zag, toen Ik vanwege alles waarin het afvallige Israël overspel had gepleegd, haar weggestuurd had en haar een echtscheidingsbrief (SV: scheidbrief) gegeven had, dat Juda, haar trouweloze zuster, niet bevreesd werd. Zij ging zelf ook hoererij bedrijven.” Daar zegt God dat de wegvoering van het 10-stammenrijk in Assyrische ballingschap beschouwd moet worden als de wegzending van een overspelige vrouw door haar man, met een “scheidbrief” (= verstoting). God verbrak Zijn huwelijk met Israël vanwege haar onbekeerlijkheid. Ook en met name nog wel in het boek Hosea wordt over de band tussen God en Israël gesproken als over een huwelijk. En ook in Hosea wordt over de verstoting of wegzending van Israël gesproken (denk aan Lo-Ammi, wat betekent: niet Mijn volk). In Jesaja 50:1 lezen wij vervolgens dat er een tijd zou komen dat God deze scheidbrief ongedaan zou maken, zou “verscheuren”: “Zo zegt de HEERE: Waar is de echtscheidingsbrief van uw moeder waarmee Ik haar weggezonden heb? Of wie van Mijn schuldeisers is het aan wie Ik u verkocht heb? Zie, om uw ongerechtigheden bent u verkocht, om uw overtredingen is uw moeder weggezonden.” Dat is namelijk de zin van de vraag: “Waar is de scheidbrief…?” Wat nu voor een menselijk huwelijk geldt, geldt ook voor het huwelijk van God met Israël: ondanks de scheidbrief blijft een vrouw aan haar (ex-)man verbonden tot aan diens dood: “Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen (SV: vrijgemaakt) van de wet die haar aan de man bond” (Rom.7:2). God is altijd de eerste Die Zich aan Zijn eigen wetten houdt! Als een getrouwde vrouw echter “van een andere man” wordt, terwijl haar wettige echtgenoot nog leeft, pleegt zij overspel: “Daarom dan, als zij de vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de vrouw van een andere man wordt” (Rom.7:3). Dit is al het geval als zij tijdens haar huwelijk ontrouw wordt en gemeenschap heeft met een andere man en het wordt alleen nog maar erger als zij na een scheidbrief te hebben ontvangen met die andere man, of met nog weer een ander, een huwelijk aangaat. Nadat de vrouw overspel heeft gepleegd en berouw heeft, kàn haar man haar weer in genade aannemen (zo deed God bijvoorbeeld met Juda): “Daarom zei de HEERE tegen mij: Het afvallige Israël heeft zichzelf nog rechtvaardig doen lijken, vergeleken bij het trouweloze Juda (SV: De afgekeerde Israël heeft haar ziel gerechtvaardigd, meer dan de trouweloze Juda) (Jer.3:11). Dit kan echter niet als hij haar al een scheidbrief heeft gegeven en heeft weggezonden. Dit alles lezen wij in Deuteronomium 24:1-4: “Wanneer een man een vrouw genomen heeft en met haar getrouwd is, en het gebeurt dat zij geen genade meer vindt in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, en hij haar een echtscheidingsbrief (SV: scheidbrief) schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt, 2. en als zij dan uit zijn huis vertrekt, weggaat en de vrouw van een andere man wordt, 3. en die laatste man ook een afkeer van haar krijgt, haar een echtscheidingsbrief schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt, of als die laatste man, die haar voor zichzelf tot vrouw genomen heeft, sterft, 4. dan mag haar eerste man, die haar heeft weggestuurd, haar niet terugnemen om hem tot vrouw te zijn, nu zij onrein geworden is; want dat is voor het aangezicht van de HEERE een gruwel. U mag geen zonde brengen over het land (SV: alzo zult gij het land niet doen zondigen) dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft.” Voor de volledigheid is hier nog aan toegevoegd dat de man – als hij zijn vrouw om een andere reden dan overspel heeft weggezonden (het moet wel om “iets schandelijks” gaan!) en de vrouw heeft ook daarna géén overspel gepleegd – haar in dit geval wel kan terugnemen (let op de woorden “nu zij onrein geworden is[Deut.24:4], wat teruggrijpt op “de vrouw van een andere man” worden, wat overspel betekent [Deut.24:2]; als hiervan geen sprake is kan de man haar terugnemen).
Wat is er nu met Israël gebeurd? Israël pleegde overspel door niet God maar de Baäls na te lopen. En ondanks herhaald waarschuwen ging zij daarmee maar door, totdat bij God de maat vol was en Hij haar een scheidbrief gaf en haar wegzond in de Assyrische ballingschap. Deze scheidbrief kon overeenkomstig Gods eigen Woord niet meer ongedaan gemaakt worden (omdat het om overspel ging) TENZIJ DAT DE MAN – God Zelf – ZOU STERVEN!!! Toch lazen wij in Jesaja 50:1a dat er een tijd zou komen dat de scheidbrief wèl tenietgedaan zou zijn of zijn waarde zou hebben verloren!: “Zo zegt de HEERE: Waar is de echtscheidingsbrief (SV: scheidbrief) van uw moeder waarmee Ik haar weggezonden heb? Of wie van Mijn schuldeisers is het aan wie Ik u verkocht heb?” Wat dan? Zou God Zijn eigen wet breken of, maar dat lijkt helemaal absurd, zou God dan zijn gestorven? En, om op dit laatste nog even in te gaan, hoe zou God, na te zijn gestorven, Israël Zelf weer als vrouw aan kunnen nemen?
Het meest verbazingwekkende is echter gebeurd: God is GESTORVEN! Toen Jezus Christus stierf aan het kruishout van Golgotha, was het God Zelf Die stierf! Jezus was ten volle mens, maar ook ten volle God. Hij was Immanuël, “God met ons”. Filippensen 2:6 leert ons dat Hij was en is God: “Die (= Christus Jezus), terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn.” Het geheimenis van de Goddelijke Drie-eenheid [2] en het wonder van de vleeswording maakten het mogelijk dat de onsterfelijke God kon sterven! De reikwijdte van Christus” kruisdood op Golgotha zal een mens hier op aarde nooit ten volle kunnen vatten en één van die onbekende en vergeten aspecten van dit centrale gebeuren in de wereldgeschiedenis is dat Christus” sterven de scheidbrief – aan het Israël van de 10 stammen gegeven – ongeldig maakte en het aldus mogelijk maakte voor dit Israël om terug te keren tot haar Man. Als dit tot ons is doorgedrongen, hoe vol betekenis zijn dan de woorden van Johannes de Doper in Johannes 3:29!: “Wie de bruid heeft, is de Bruidegom, maar de vriend van de Bruidegom, die erbij staat en hem hoort, verblijdt zich zeer over de stem van de Bruidegom. Deze blijdschap van mij nu is volkomen geworden.” Waarom sprak Johannes eerst over de bruid? Waarom moest deze erbij gehaald worden om het verschil tussen Jezus en Johannes de Doper aan te geven? Christus stierf en bracht heil en verlossing aan heel het mensdom. Maar laat ons er niet aan voorbijgaan dat het eerste doel van Jezus’ kruisdood was: “om op te richten de stammen van Jakob en om hen die van Israël gespaard werden (SV: de bewaarden in Israël), terug te brengen”, zoals in Jesaja 49:6b staat (waar daarna als tweede doel wordt genoemd: “een Licht voor de heidenvolken” en “Heil voor alle volkeren der aarde”). Daarom horen wij Zacharias bij de geboorte van Johannes de Doper ook profeteren over verlossing voor Israël om God te dienen (Luk.1:68-79) en waren de woorden die de hogepriester Kajafas sprak ook zo belangrijk (Joh.11:49-52):

  • “Geprezen zij de Heere, de God van Israël, want Hij heeft naar Zijn volk omgezien en er verlossing voor tot stand gebracht. En Hij heeft een hoorn van zaligheid voor ons opgericht in het huis van David, Zijn knecht, zoals Hij gesproken had bij monde van Zijn heilige profeten, die er door de eeuwen heen geweest zijn, namelijk verlossing van onze vijanden en bevrijding uit de hand van allen die ons haten, om barmhartigheid te bewijzen aan onze (voor)vaderen en te denken aan Zijn heilig verbond, de eed die Hij aan Abraham, onze vader, gezworen heeft om ons te geven, dat wij, verlost uit de hand van onze vijanden, Hem zouden dienen zonder vrees, in heiligheid en gerechtigheid voor Hem alle dagen van ons leven. En jij, kind (= Johannes de Doper), zult een profeet van de Allerhoogste genoemd worden, want je zult voor het aangezicht van de Heere uit gaan om Zijn wegen gereed te maken, en om Zijn volk kennis van de zaligheid te geven in de vergeving van hun zonden, door de innige gevoelens van barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft, om te verschijnen aan hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw van de dood, en om onze voeten te richten op de weg van de vrede.” (1:68-79).
  • “En één uit hen, namelijk Kajafas, die datzelfde jaar hogepriester was, zei tot hen: Gij verstaat niets; En gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat één mens sterft voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga. En dit zei hij niet uit zichzelf; maar, zijnde hogepriester van datzelfde jaar, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk; En niet alleen voor dat volk, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot één zou vergaderen.” (11:49-52, SV)

Uit de toelichting die Johannes op deze profetie geeft blijkt dat de discipelen des Heren wisten dat het Israël van de 10 stammen niet afgeschreven en in de volken opgegaan was, ook al waren toen sedert de wegvoering al meer dan 700 jaren verstreken. “Niet alleen voor dat volk” – het Joodse volk – zou Jezus sterven, maar ook voor “de kinderen Gods die verstrooid waren”, om ze “tot één (lichaam) te vergaderen” (SV) (namelijk, dat van de Christelijke Gemeente). Over het heil voor het mensdom wordt in dit gedeelte zelfs niet gesproken. De hier bedoelde “kinderen Gods” zijn natuurlijk geen gelovigen uit de heidenen, want die waren er toen nog niet in grote getale. Het gaat hier om kinderen Gods naar het vlees, het natuurlijk nageslacht van Abraham. Let er ook op dat er staat “verstrooid waren”, voltooid verleden tijd, wat duidt op iets dat al gebeurd was toen Kajafas deze woorden uitsprak. Trouwens, wat zei Jezus Zelf in Mattheüs 15:24 (?), “Hij antwoordde en zei: Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.” Hij zond Zijn discipelen later naar alle delen van de aarde, maar Zelf was Hij, strikt genomen, slechts gezonden tot “de verloren schapen van het huis Israël(= het 10-stammenrijk)! Wat zelfs de mogelijkheid inhoudt dat Jezus in de nieuwe woonplaats van Israël heeft verkeerd [3] (lees hiervoor, onder andere, “Stonden Zijn voeten op Engelse bodem?”, van DWL Milo), maar in ieder geval een toespeling is op het verbreken van de “scheidbrief-doem” die op de 10 stammen lag! En als Hij later, na Zijn opstanding, tot de apostelen zegt dat zij het Evangelie moeten prediken “tot aan het uiterste van de aarde” (Hand.1:8), zou Hij dan niet in de allereerste plaats bedoeld hebben West-Europa?

  • KLIK HIER voor het vervolg van Hosea, deel 6.

Wordt vervolgd

H. Siliakus
Bewerkt door A. Klein

**********************************************************************************

[1] Voor uw gemak nogmaals vermeld: In de al eerder aangehaalde tekst van Hosea 8:8 lezen wij dat Israël (de 10 stammen) in de gebieden van de heidenvolkeren verzeild zou raken. Maar Hosea 9:17 preciseert wat het lot van Israël zou zijn en zegt dat Israël zal “omzwerven” onder de heidenvolkeren, wat dus zeggen wil: van de ene plaats naar de andere gaan (de verwerping door God, waarover in dit vers ook gesproken wordt zal, zo zullen wij nog zien, maar tijdelijk zijn). Wij moeten ons daarbij kennelijk een “trektocht” voorstellen, want in Hosea 12:10 wordt de tijd die dan aanbreekt voor de 10 stammen vergeleken met de woestijnreis onder Mozes. Uit deze tekst kunnen wij ook afleiden dat het Israël van de 10 stammen gedurende zekere tijd weer als een nomadenvolk zou moeten leven. Trouwens, ook al eerder in Hosea wordt, als het gaat over de tijd na de wegvoering, herinnerd aan het verblijf in de woestijn aan het begin van Israëls geschiedenis, namelijk in Hosea 2:13, een tekst waar wij nog op terug zullen komen (merk nu reeds op dat God met de wegvoering van de 10 stammen toch een liefdevolle bedoeling had; het woord “lokken” duidt daarop). En zo gebeurt het ook, volgens Ezechiël 20 vers 35-36. Hier wordt het verblijf van Israël in de “woestijn van het land Egypte” (vers 36) gesteld tegenover het verblijf van Israël in de “woestijn der volkeren (vers 35). Deze laatste woestijn is dus zinnebeeldig bedoeld.
Verder wordt in Jeremia 31:2 gezegd dat Israël na haar wegvoering genade zal vinden in de woestijn. Uit het feit dat zij niet alleen in het boek Hosea gevonden wordt, volgt dat het hier niet zomaar om een toevallige vergelijking gaat. Het is als het ware een herhaling van de geschiedenis. En er moeten ook overeenkomsten zijn tussen de eerste woestijnreis en de omzwervingen en tochten van het Israël van de 10 stammen door de “woestijn der volkeren”. Op zijn minst wel één overeenkomst, namelijk dat het niet allemaal op niets uitloopt – “Israël lost op in de heidenvolkeren” – maar dat aan het eind van de woestijntijd dit Israël als volk een nieuwe woonplaats, een nieuw Kanaän, zal hebben bereikt! De vraag is dan: Waar hebben wij deze nieuwe woonplaats te zoeken? (noot AK)
[2] In Deuteronomium 6:4 staat: “Luister, Israël! De HEERE, onze God; de HEERE is één! (dus één Persoon!).
Dit wordt ook onderschreven door het feit, dat de beide cherubs en het verzoendeksel uit één brok goud moesten worden gesmeed (= geslagen) (zie Exodus 25:18). De beide cherubs en het verzoendeksel beelden onze almachtige God in Zijn drie openbaringsvormen uit. De cherubs beelden de Vader en de Heilige Geest uit, en het verzoendeksel beeldt het Lam, de Zoon van God uit. Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. De leer, dat God uit 3 Personen bestaat, is een dwaling. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.
Net zoals wij mensen ook bestaan uit: lichaam, ziel en geest. (noot AK)
[3] Over dit boeiende onderwerp gaat het, onder andere, ook in dit boek: Onbekend Israël – van David tot vandaag”, zie voor meer info hierover: https://vlichthus.nl/onbekend-israel-van-david-tot-vandaag/  (noot AK)
.

****************************

Deel 1: Hosea – De schrijver en het Boek
Deel 2: Israël vóór de tijd van Hosea
Deel 3: Israël in Hosea’s dagen
Deel 4: Israëls wegvoering
Deel 5: Omzwervingen en nieuwe woonplaats van Israël

.

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in Belangrijke studie als 'basiskennis', Bijbelstudie, Eindtijdstudie, Gehoorzaamheid aan God, Israël/huis van Israël, Oordelen Gods, Opwekking, Studie van H Siliakus, Uitleg over het boek Hosea, Woord en Geest en getagged met , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Wederom Mijn volk (deel 6): De bekering van Israël

  1. Ergün Yılmaz zegt:

    Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. De leer, dat God uit 3 Personen bestaat, is een dwaling. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
    de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
    de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
    de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.
    Net zoals wij mensen ook bestaan uit: lichaam, ziel en geest. (noot AK)

    Als God zo is zoals u hierboven omschrijft, heeft God dan tegen zichzelf gepraat toen Hij zei: laat Ons mensen maken naar Onze beeld. Toen God dit zei was er dus meer dan een Persoon daar aanwezig.

    Like

    • Geachte Ergün Yilmaz,

      Het is allemaal ook niet zo gemakkelijk als het lijkt en natuurlijk ook niet echt met onze menselijke situatie – van lichaam, ziel en geest – te vergelijken.
      Maar bestudeer het s.v.p. ook eens in combinatie met de volgende Bijbelteksten:
      Genesis 1:1-2 “In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.”
      Johannes 1:1 en 14a “In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.” …
      “En het Woord (= de onzichtbare God, volgens vers 1) is vlees geworden (als de zichtbare Jezus), en heeft onder ons gewoond…”

      In deze teksten alleen al kunnen we m.i. de 3 Openbaringsvormen van de Godheid als Vader, Zoon en Geest vinden.
      Hopelijk kun je hier iets mee?

      Met vriendelijke groet,
      A. Klein

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s