Een goed begin(sel) van het ware leven – Goede werken: ja of neen?

Liefde Gods

Tot het erfgoed van de Reformatie mogen wij rekenen: het vasthouden aan de waarheid, dat een mens niet door goede werken zalig wordt, maar door het geloof en uit genade. Het enige dat de mens voor zijn zaligheid kan “doen” is: te geloven in Jezus Christus als Zijn Redder en Middelaar. Maar zo dit nog “verdienste” zou kunnen worden genoemd, moet toch bedacht worden, dat zelfs dit geloof hem door God geschonken wordt:

  • “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God!(Efeze 2:8) [1]

De Bijbelse leerstelling van “zalig door geloof en genade” moet ook vandaag de dag nog met kracht gepredikt worden, want telkens weer – en vooral in ònze tijd! – komt de neiging van de mens naar boven om de zaligheid te willen “verdienen”: activisme, de geest van “werkheiligheid” (vandaag de dag op vele plaatsen werkzaam).
Een geheel verkeerde voorstelling over “geloofswerken” – “hongerige voeden” en “naakten kleden”, om maar wat te noemen, zijn geen “geloofswerken”, maar “liefdeswerken” – werkt dit mede in de hand (Jakobus 2 is een door velen niet begrepen hoofdstuk), maar de belangrijkste oorzaak ervan dat deze gevaarlijke dwaling telkens weer een opgang beleeft, is gelegen in de door hoogmoed ingegeven “natuurlijke” afkeer van de mens om uit genade te moeten leven! Het zij daarom benadrukt dat “werken voor Jezus” goed is, als het een werkelijk afstaan van het leven is aan Jezus – conform Romeinen 12:1 [2] – ten prooi aan werkelijk “heilig vuur”, en als zuivere liefde tot Jezus het enige motief is (geen “zelfverwerkelijking”, geen eerzucht, geen dadendrangbevrediging of wat dies meer zij).
Toch mag het vasthouden aan de bovenbedoelde waarheid er niet toe leiden dat wij gaan menen dat God geen goede werken wil! Wij worden er niet zalig door, maar… overal in de Bijbel horen wij God ons toeroepen: “Heb uw naaste lief gelijk uzelf”! – het tweede grote gebod en volgens Jakobus 2:8 [3] “de koninklijke wet” – en worden zaken als barmhartigheid, mededeelzaamheid, hulpvaardigheid, enzovoorts (alle “liefdes-werken”) als eisen van God naar voren gebracht en mede gerekend tot de “vruchten der bekering waardig”.
Ook in het Nieuwe Testament, waar zelfs mede tot “geestelijke liefdeswerken” wordt opgeroepen:

  • “Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen(1 Timotheüs 2:1)

Maar al deze werken moeten niet gedaan worden “onder dwang” – al te grote nadruk erop is daarom gevaarlijk (!) – of met “bijoogmerken” (vergelijk Mattheüs 6:1 [4]), maar “vanuit het hart” en “als voor Jezus”:

  • “En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor één van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.” (Mattheüs 25:40)

En een waarachtig wedergeboren mens doet ze dan ook als “vanzelf”.
Is nu wat er in 1 Timotheüs 6:18-19 geschreven staat, in strijd met de leer van “zalig door geloof”? Neen!

  • “Ook om goed te doen (SV: Dat zij weldadig zijn), rijk te zijn (SV: rijk worden) in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst (SV: voor het toekomde), opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.” (1 Tim. 6:18-19)

In de eerste plaats moeten wij “het eeuwige leven” hier verstaan als “het ware leven” (wat het immers ook is). En vervolgens dienen wij te letten op het woord “fundament”, hetgeen “begin(sel)” (of: basis) betekent.
Paulus brengt hier de geestelijke waarde naar voren van het leven van “geven” (het doen van goede werken in één woord). Geven, zichzelf verliezen en wegcijferen, zelfverloochening, de kruisiging van het eigen “ik”, alles uit pure liefde tot Jezus, brengt ons als “een schat” het “begin van het ware leven”.
Zo was ook Jezus’ leven, en blijkens Jesaja 53:10 [5], is het Kruis van Jezus het grote symbool van dit leven.

  • “Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht (SV: zaad, in geestelijke zin) zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn (SV: gelukkig voortgaan).”

Jezus’ leven van “geven” kende zijn apotheose in het geven van Zijn “al” aan het Kruis! Door dit offer is er tot de dag van vandaag “een gelukkig voortgaan van Gods welbehagen”!
Laat ons ernaar streven zó één te worden met Jezus, dat ook ons leven waarlijk “zegen verspreiden” wordt. Aldus zullen wij tot de kennis van het ware leven komen.

H. Siliakus
Enigszins bewerkt door A. Klein

PDF (in smartphone-formaat)

****************************************************

[1] Alle Bijbelteksten zijn door mij vermeld in de Herziene Statenvertaling / HSV, tenzij anders vermeld. (noot AK)
[2] Romeinen 12:1, “Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.”
[3] Jakobus 2:8, “Als u echter de koninklijke wet volbrengt, volgens de Schrift: U zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan handelt u goed.”
[4] Mattheüs 6:1, “Wees op uw hoede dat u uw liefdegave niet geeft in tegenwoordigheid van de mensen om door hen gezien te worden; anders hebt u geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is.”
[5] Zie eventueel onze GRATIS studie Beknopte verklaring van het boek Jesaja van H. Siliakus.
Uitleg bij dit 10e vers, dat het gaat over: De genadetijd en de vorming van de Gemeente van Christus. (noot AK)

.

 

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in Bijbelstudie, Studie van H Siliakus, Werkers in Gods dienst, Woord en Geest en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie