En in het licht van de Ark van het Verbond in het bijzonder
Hoofdstuk 14
Aan God getoond
“Zij (de 144.000) zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn (vrij)gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam.” (Openbaring 14:4) [1]
“Iedere ure van de dag, God waakt steeds over mij”, zo zingen wij in een bekend lied. [2] Wanneer wij God danken dat Zijn oog steeds op ons rust, laten wij onszelf dan ook afvragen of God met welgevallen op ons neer kan blikken. Hoedanig is het leven dat wij aan God tonen?
Dit 14de hoofdstuk is het hoofdstuk van de oogst. Wij kunnen wel zeggen: van allerlei soorten van oogst. Jezus zei, in Mattheüs 13 vers 39: “…De oogst is de voleinding van de wereld…”. Het getal 14 is in de Bijbel het symbolisch getal van de volheid van de tijd. [3] De resultaten van deze oogst worden aan God, de Here van de oogst, getoond. Zoals ook bij ons de oogst van zijn land aan de trotse en tevreden eigenaar getoond en beschreven wordt.
De “toontafel” vinden wij hier, en de gedachte van de Tafel der Toonbroden [4], waarop de broden van de gemeenschap der heiligen aan God getoond worden. Deze tafel is een bijzonder voorwerp en neemt een belangrijke plaats in, in de tabernakel. Het getal 6 vinden wij bij deze tafel tot 3x toe (merkwaardig is dat het vorige hoofdstuk eindigde met het getal 666). Wij zien dat de gezamenlijke lengte van de vier tafelpoten 4×1,5 el = 6 el meet. De omtrek van de tafel beloopt 2+1+2+1 el = eveneens 6 el. En op de tafel lagen twee rijen van 6 broden. Het is de “oogst van de mensheid” die hier getoond wordt: “…het uur om te maaien is voor U gekomen, omdat de oogst van de aarde geheel rijp is geworden.”, zegt het 15de vers van dit hoofdstuk.
Deze oogst wordt hier getoond in – opnieuw – 6 taferelen:
- Vers 1-5 beschrijft de eerstelingen van de oogst der volmaakte Gemeente (de eerste rij van 6 broden op de Tafel der Toonbroden):
“En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem 144.000 mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven. En ik hoorde een geluid (SV: stem) uit de hemel, als een geluid van vele wateren en als het geluid van een zware donderslag. En ik hoorde het geluid van citerspelers die op hun citers spelen. En zij zongen als een nieuw lied vóór de Troon, vóór de 4 dieren (letterlijk: levende wezens) en de ouderlingen. En niemand kon dat lied leren behalve de 144.000, die van de aarde gekocht waren. Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn MAAGDEN. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn (vrij)gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos (SV: onberispelijk) voor de Troon van God.”
- Vers 6-7 spreekt over de versterking van de gelovigen die als martelaren moeten sterven tijdens de Grote Verdrukking (de nalezing van de oogst):
“En ik zag een andere engel, die hoog aan (SV: in het midden van) de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam (SV: geslacht), taal en volk. En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.”
- Vers 8 beschrijft het oordeel over de valse kerk [5] (kort na de vlucht van de ware Gemeente/Kerk, zie Openbaring 12:5-6 [6]):
“En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken.”
- Vers 9-13 handelt over het oordeel over de goddeloze massa’s (het onkruid dat verbrand wordt):
“En een derde engel volgde hen, die met een luide stem zei: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt. Hier zien we de volharding (SV: lijdzaamheid) van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen (SV: bewaren, in hun hart). En ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Schrijf: Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten van hun inspanningen (SV: hun arbeid, voor en door Hem), en hun werken volgen met hen.”
- Vers 14-16 beschrijft de oogst van de volmaakte Gemeente/Kerk, de Bruidsgemeente. Efeze 5:27 (SV) zegt dat Jezus deze Bruid Zichzelf heerlijk zal voorstellen (tonen). In Hooglied 2:14 (SV) zegt Hij: “…toon Mij uw gedaante… uw gedaante is liefelijk”. Dit is de tarweoogst en de tweede rij van 6 broden op de Tafel der Toonbroden:
“En ik zag, en zie, een witte wolk, en op de wolk zat Iemand als een Mensenzoon, met op Zijn hoofd een gouden kroon en in Zijn hand een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luide stem tegen Hem Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai, want het uur om te maaien is voor U gekomen, omdat de oogst van de aarde geheel rijp (= tot VOLLE WASDOM) is geworden. En Hij Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid.”
- Vers 17-20 spreekt opnieuw over het oordeel over de goddelozen, hier voorgesteld als de wijnoogst (de Slag van Armageddon – zie vers 20):
“En een andere engel kwam uit de tempel, die in de hemel is, en ook hij had een scherpe sikkel. En weer een andere engel kwam bij het altaar vandaan, en die had macht over het vuur. En hij riep met luide stem tegen hem die de scherpe sikkel had, en zei: Zend uw scherpe sikkel en oogst de trossen van de wijnstok van de aarde, want de druiven ervan zijn rijp. En de engel zond zijn sikkel op de aarde en oogstte de druiven van de wijnstok van de aarde, en wierp die in de grote wijnpersbak van de toorn van God. En de wijnpersbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, 1600 stadiën [7] ver.”
Voor de diepere betekenis en achtergrond van deze 6 taferelen dienen wij ze te vergelijken met de 6 geboden van de tweede Wetstafel (in het licht van de Ark van het Verbond [8] staat dit hoofdstuk in het teken van de 2de stenen tafel, die bewaard werd in de Ark). Merkwaardig is bijvoorbeeld dat het oordeel over de hoer Babylon correspondeert met “U zult niet echtbreken” (uit Exodus 20:14) en de beschrijving van de aanbidding van het BEEST onder het opschrift valt van “U zult niet stelen” (uit Exodus 20:15 – lees: “stelen van de eer van God”).
Dit hoofdstuk van de oogst begint met de 144.000 of de mannelijke zoongroep – het keurkorps uit de Bruidsgemeente, het ware Israël – die hier gezien worden met het Lam in de hemel (de berg Sion – “En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem 144.000 mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven”, Openbaring 14:1). Dit is dus na hun wegrukking tot God en Zijn troon: “En zij (de vrouw van het Lam) baarde een mannelijke zoon (de 144.000), die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon. (Openbaring 12:5)
Deze 144.000 worden de eerstelingen genoemd van de tarweoogst van de volmaakte Gemeente/Kerk. De volle oogst – de verzameling van de Bruidsgemeente in de woestijn – wordt beschreven in de verzen 14-15: “En ik zag, en zie, een witte wolk, en op de wolk zat Iemand als een Mensenzoon, met op Zijn hoofd een gouden kroon en in Zijn hand een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luide stem tegen Hem Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai, want het uur om te maaien is voor U gekomen, omdat de oogst van de aarde geheel rijp (= tot VOLLE WASDOM) is geworden.”
Wij hebben hier onmiskenbaar met een “Oogstfeest” te doen.
Pinksteren was oorspronkelijk al het feest van de oogst (50 dagen na het eerstelingenoffer – terwijl dat offer al heen wees naar de opstanding van Christus; Christus en de mannelijke zoon worden dus beiden “eersteling” genoemd; een andere aanwijzing voor de innige betrekking tussen beiden). Pinksteren is dus HET Oogstfeest. De Bruid en ook de mannelijke zoon zullen VOL zijn van de Heilige Geest. Wanneer de Heilige Geest ons vervult, worden wij als het ware tot God opgetrokken – in de Goddelijke Drie-eenheid [9] ingevoegd – en aan Hem getoond, voorgesteld. Wat een machtige en verheven ervaring! De twaalf toonbroden zijn de Geest-vervulde Gemeente. De volledige vervulling van dit Oogstfeest zal plaatshebben als straks de Bruidsgemeente des Heren aan Jezus, als hun Bruidegom, wordt getoond. Het is DE Gemeente die de dubbele portie van het Woord en van de Heilige Geest zal hebben ontvangen.
Daarom moet er een jagen zijn naar deze vervulling met de Heilige Geest. [10] Het is een ervaring die trouwens niet zonder gevolgen blijft. Als dit zich voltrokken heeft in een leven, zal het ook gezien en gekend worden.
Lees nogmaals wat in de verzen 4-5 van dit 14e hoofdstuk gezegd wordt over de 144.000 verzegelden: “Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn MAAGDEN. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn (vrij)gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos (SV: onberispelijk) voor de Troon van God.”
De gevolgen van een waarachtige doop met de Heilige Geest zijn: reinheid, een volkomen volgen van Christus en zonder bedrog (of geveinsd) zijn.
Moge deze heerlijkheid en haar heerlijke kenmerken nu al, ook door uw leven, getoond worden!
H. Siliakus
Digitaal uitgewerkt door A. Klein
Einde van dit 14de hoofdstuk – wordt vervolgd
.
******************************************************
Voor meer info en ‘vers voor vers’ UITLEG over dit 14de hoofdstuk van Openbaring, zie:
- “Die IS en Die WAS en Die KOMEN ZAL”. Link naar hoofdstuk 14, studie van Bijbelleraar CJH Theys.
- “Het geopenbaarde Evangelie van Jezus Christus voor de laatste dagen”. Link naar hoofdstuk 14, studie van Bijbelleraar E. van den Worm.
***********************************************************************************
.