En in het licht van de Ark van het Verbond in het bijzonder
Hoofdstuk 20
Verheerlijking
“Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren (SV: heersen), 1000 jaar lang.” (Openbaring 20:6) [1]
God is een Licht. En die Hem vrezen, zullen wandelen in het licht. Nu al zullen wij iets van Zijn heerlijkheid mogen ontvangen. Maar wanneer Jezus wederkomt, na de Grote Verdrukking, zullen de gestorven heiligen van alle eeuwen opstaan uit het graf en samen met hen zal de (op aarde) levend overgebleven Bruidsgemeente alsdan verheerlijkte lichamen ontvangen. Dit zal het moment van onze verheerlijking zijn. Zo wij “met Hem lijden”, wij zullen ook “met Hem verheerlijkt worden” en heersen:
- “En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.” (Romeinen 8:17)
- “Dit is een betrouwbaar woord. Want als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven. Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren (SV: heersen).” (2 Timotheüs 2:11-12a)
En wij zullen ingaan in dat 1000-jarig Koninkrijk van Christus [2], wanneer de heerlijkheid des Heren de gehele aarde zal overdekken!
Nog steeds vertoeven wij, ook in dit 20ste hoofdstuk, bij het Voorhangsel. [3] Thans treedt echter een ander facet op de voorgrond. Hier moeten wij dit schone gordijn – dat de scheiding vormde tussen het Heiligdom en het Allerheilige – meer zien als het kleed van Goddelijke heerlijkheid. Het is ook een afbeelding van het heerlijkheidskleed waarmee de rechtvaardigen van alle eeuwen overdekt worden bij de zo genaamde “eerste opstanding” (de tweede opstanding is die van de onrechtvaardigen en zal aan het eind van het 1000-jarig Rijk plaatshebben). Bij Christus’ openbare (en dus ZICHTBARE) wederkomst, als aller oog Hem zal zien, zullen “de vele duizenden heiligen” een heerlijkheidslichaam (oftewel een verheerlijkt lichaam) ontvangen dat onverderfelijk is en niet meer kan sterven.
De Cherubs in de Voorhang (geweven ‘engelen’ in het gordijn, tussen “het Heilige” en “het Allerheiligdom” – AK) spreken van deze Goddelijke, hemelse heerlijkheid die allen ontvangen die het 1000-jarig Vrederijk van Christus beërven. Dit 1000-jarig Rijk, ook wel genaamd het Millennium (= tijdperk van 1000 jaren), wordt uitgebeeld door het Allerheiligdom, waartoe de Voorhang toegang gaf en dat als inhoudsmaat had: 10x10x10 = 1000 kubieke el.
In deze wonderbare tijd – wanneer er geen zonde, ziekte en dood meer op aarde gevonden zal worden en zelfs de wilde dieren hun verscheurend karakter zullen hebben verloren, de tijd waarop de gehele schepping reikhalzend en als in barensnood zijnde wacht – zullen wij met de Heer op aarde wandelen in de Shekinah lichtkledij. [4]
Het eerste mensenpaar, Adam en Eva, wandelde “in den beginne” in ditzelfde lichtkleed. Zij waren voor hun zondeval niet naakt – zoals schilders het altijd voorstellen – maar bekleed met het heerlijkheidskleed van God. Naaktheid spreekt van de zonde.
Dit Millennium is de Sabbat Gods, de grote Rustdag des Heren, zijnde de 7de maal van 1000 jaar sinds de zondeval, de 7de dag van 1000 jaar in Gods Raadsplan van Verlossing. Eén dag bij de Here is als 1000 jaar en 1000 jaar zijn als één dag:
- “Want 1000 jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren…” (Psalm 90:4a)
- “Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als 1000 jaar en 1000 jaar als één dag.” (2 Petrus 3:8)
Het is de heerlijke rust van de Dag des Heren, waarin allen zullen delen van wie de Hoop en Verwachting in dit tijdelijke leven Christus zal zijn geweest. Het getal 20 [5], het nummer van dit hoofdstuk, is het symbolisch getal van “volheid van verwachting”!
Verwachten wij het Koninkrijk van Christus?
Deze 7de “dag” zal de Rust zijn van het Verlossingswerk (en van de zogenaamde “Verlossingsweek”). En wij merken op dat God de berechting van satan uitstelt tot na die 1000 jaar. Eerst zullen danktonen en lof en prijs, tot eer van God en van het Lam, deze aarde vervullen, op deze grote Dag des Heren.
Ook het eindoordeel en de berechting van de onrechtvaardigen moet wachten. Satan wordt voorlopig gebonden in de abyssus [6], de put van “de afgrond” (zie Openbaring 20:1-3) voor de duur van die 1000 jaar:
“En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor 1000 jaar, en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de 1000 jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.” (Openb. 20:1-3)
Satan wordt voorlopig gebonden opdat de heiligen niet meer geplaagd zullen worden door zijn verleidingen (wat bedoeld wordt in vers 3), want satan is in persoon de bron en oorzaak van alle kwaad! Het kwaad is niet iets abstracts.
Wij lezen verder in dit hoofdstuk dat na de 1000 jaar toch nog satans loslating komt en vervolgens de opstanding van de onrechtvaardigen, de laatste opstand en de definitieve uitschakeling (vers 7-10) en tot slot het laatste oordeel (vers 11-15):
- “En wanneer die 1000 jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog [7], om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.” (Openbaring 20:7-10)
- “En ik zag een grote witte Troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” (Openbaring 20:11-15)
Het is de eindafrekening met alle vlees! “De boeken” zullen worden geopend en een ieder zal geoordeeld worden naar zijn werken hier op aarde. Waren het werken van opstand tegen God en Zijn Christus, dan wordt men in de hel geworpen: de Gehenna of Poel van Vuur. Niemand verkeert er nu al in de hel (!) want God is een rechtvaardig God! De gestorven ongelovigen en onrechtvaardigen wachten thans in de “duisternis” (zophos [8]) op hun opstanding en berechting.
God doet niet alles tegelijk! Wij moeten van Hem leren dat wij nimmer te haastig te werk moeten gaan, als wij voor de Heer strijden. God maakt geen haast, maar beidt Zijn tijd (= wacht tot het juiste moment). Wij willen in ons ongeduld de zaken altijd meteen regelen en lukt het niet, dan worden wij moedeloos. Waar is dan het geloof? “Zij die geloven, haasten zich niet”, zegt de Schrift in Jesaja 28:16c.
Wij moeten ons haasten om de wil van God te doen. Stel dat niet uit tot morgen! Maar in ons strijden voor de Heer moeten wij ons niet haasten, niet met eigen kracht en geweld proberen een oplossing of overwinning te forceren. Leer wachten! In lijdzaamheid komen tot volkomenheid van verwachting en voorbereiding, dat moet ons doel zijn.
Het eerste wat de Heer ons leert te bidden, is: “Uw Koninkrijk kome!” (Mattheüs 6:10a). Streef om tot die volkomenheid van verwachting te komen en houd op met te proberen om in eigen kracht iets van Gods Koninkrijk op aarde te realiseren.
Wie in lijdzaamheid volhardt in het doen van Gods wil en uitziet naar de HEERLIJKHEID die komt, zal de zekerheid hebben van 2 Timotheüs 4 vers 18a: “En de Heere zal mij bevrijden (SV: verlossen) van alle boze opzet (SV: boos werk) en mij verlossen (SV: bewaren) tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk…”
Zij die in de verwachting van dat wonderbaar Koninkrijk leven, zullen nu al iets zien en bezitten van de heerlijkheid van de Voorhang. God verlost hen van alle “boos werk”. Hij verlost hen uit de hinderlagen die hun vervolgers en haters voor hen opzetten. Hij verlost hen uit de vele valstrikken van satan. Zij mogen nu reeds gaan van kracht tot kracht en “van heerlijkheid tot heerlijkheid”:
- “Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.” (2 Korinthe 3:18)
Dit is het opstandingsleven! En het is een voorsmaak van de komende opstandingsdag!
Filippenzen 3 vers 20-21a drukt het zo treffend uit: “Ons burgerschap (SV: onze wandel) is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam…”
H. Siliakus
Digitaal uitgewerkt door A. Klein
Einde van dit 20ste hoofdstuk – wordt vervolgd
.
*****************************************************
Voor meer info en ‘vers voor vers’ UITLEG over dit 20ste hoofdstuk van Openbaring, zie:
- “Die IS en Die WAS en Die KOMEN ZAL“. Link naar hoofdstuk 20, studie van Bijbelleraar CJH Theys.
- “Het geopenbaarde Evangelie van Jezus Christus voor de laatste dagen“. Link naar hoofdstuk 20, studie van Bijbelleraar E. van den Worm.
*********************************************************************************** .
[1] Alle Bijbelteksten zijn door mij vermeld in de Herziene Statenvertaling / HSV, tenzij anders vermeld. (noot AK)
[2] Zie eventueel onze GRATIS studie “Wat de Schrift leert over het 1000-jarige Rijk van de Here Jezus Christus” van E. van den Worm. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie “Tabernakel symbolieken (18): Het VOORHANGSEL en het heilige der heiligen” van E. van den Worm. (noot AK)
[4] Shekinah = De openbaring (of: het openbaar of gewaar worden) van Gods heerlijkheid en tegenwoordigheid, met BOVEN-NATUURLIJK Licht van God. (noot AK)
[5] Voor meer uitleg over het getal 20, zie onze GRATIS studie “De symboliek der Bijbelse getallen” van CJH Theys. (noot AK)
[6] In het boek Openbaring komt zevenmaal het woord ‘abyssus’ voor dat met ‘afgrond’ is weergegeven. (noot AK)
[7] Het gaat in Openbaring 20 zeer beslist niet over dezelfde oorlog als die van Ezechiël 38 en 39. De beschrijvingen en tijdsbepalingen van beide oorlogen zijn niet te combineren. Het is hier duidelijk een SYMBOLISCHE benaming van alle anti-Goddelijke (ofwel: God vijandige) machten en mensenmassa’s. (noot AK)
[8] Zophos = De plaats in de “duisternis” of in de “onderwereld”, waar de onrechtvaardige doden van alle tijden wachten op hun opstanding en hun oordeel. (noot AK)
.