Licht over de gehele schepping
“Er zij…” – Gods restauratieplan
“En God zei: Daar zij licht! en daar werd licht” (Genesis 1:3). Wie deze woorden leest en ook alle aandacht geeft aan wat volgt in de verzen 4 t/m 5 en 14 t/m 17 [1], moet denken aan de profetie in Jesaja: “Ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het ook doen komen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen” (Jes. 46:11b). “Ik HEB… Ik ZAL” zo sprak God, en zó spreekt Hij nù nòg. Hij alleen kan dat, omdat Hij alleen de “Ik BEN” is;… “DE Eeuwige“. Zó heeft Jezus Zichzelf geopenbaard aan de geliefde apostel Johannes op Patmos, zeggende: “Ik BEN de Alfa en de Omega, het BEGIN en het EINDE…“ (zie Openbaring 1:8, Openbaring 21:6, Openbaring 22:13) wat op hetzelfde neerkomt – wat hetzelfde bedoelt te zeggen. Amen.
Zó heeft God Zijn restauratieplan ingezet: door het licht te scheppen. Dit licht maakte scheiding voor tijd en voor eeuwigheid. God sprak “Er zij…” en duisternis moest wijken om plaats te maken voor het licht. Uit de alom (= overal) heersende duisternis werden de omtrekken van ruimten zichtbaar. Dat licht dat daagde over de gehele schepping van God vond zijn oorsprong in God Zelf. In zijn brieven zegt de apostel Johannes niet alleen dat God LIEFDE is, maar òòk dat Hij LICHT is. Verderop in het scheppingsverhaal staat: “God zag, dat het (licht) goed was” (zie Genesis 1:18b). En dit woordje “goed” in de Bijbel betekent “volmaakt“! Welk een intense blijdschap en volmaakte vreugde moet het hart van de Schepper van hemel en van aarde vervuld hebben toen Hij bemerkte “hoe” volmaakt, hoe “schoon” Zijn schepping wel was!
De Bijbel begint met God en opent met VOLMAAKTHEID. Halleluja! Wij geloven dan ook dat het Gods wil is dat Zijn kinderen zich terdege bewust zullen zijn van déze volmaaktheid. God heeft iets van Zijn eigen Wezen gelegd in Zijn scheppingswerk… tot restauratie! Hoe schril en aan te klagen is het leven van (veel) Christenen, die verondersteld worden boodschappers te zijn van het eeuwig Evangelie, als wij bedenken dat God een volmaakte wereld het aanschijn gaf,… een wereld vol heerlijkheid,… en dat (veel) Christenen leven met angst, vrees en lijden onder zinloosheid en dodelijke verveling. Een onweerlegbare waarheid!!
En niettegenstaande Jezus Christus hier op aarde heeft geleefd en geleerd en Zijn machtswoord heeft gesproken over verdoemelijke schuld, lijden en dood, leven zo vele Christenen maar door, alsof dat alles niet gebeurd ís; en blijven zij gekweld door een onrustig geweten… door een geest van onverzoenlijkheid en kenmerkende vrees voor het onbekende van de toekomst, terwijl hun geloof in die almachtige God en in Zijn Zoon Jezus Christus hun Christelijk leven moet vullen met heel andere dingen en zaken; en hun handel en wandel moet zijn tot verheerlijking van Zijn onvolprezen Naam. God heeft toch alles zó gewild en Zijn heilige wil òòk in Jezus Christus geopenbaard!?
Maar hoe gedragen mensen zich en de Christenen onder hen? Wij zien ze van (geestelijke) honger omkomen terwijl er Levend Brood naast hun ligt… Wij zien ze (in geestelijke zin) dorst lijden terwijl de ruisende Bron van Levend Water vlak bij is: “Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft GELIJKERWIJS DE SCHRIFT ZEGT, stromen van levend water zullen uit zijn buik (HSV: uit zijn binnenste) vloeien. En dit zei Hij van de Geest, Dewelke ontvangen zouden, die in Hem geloven” (Johannes 7:37b-39a). Het is dan ook hard nodig dat wij onze innerlijke toestand leren zien in dit licht.
Maar zo vele Christenen verdoen hun tijd in allerlei beuzelarijen (= onbenulligheden). Daar zijn er die een voortdurende en biddende studie van de Bijbel minderwaardig achten aan een diepere levensbeschouwing en het zich verdiepen in de schepping zelf – in de natuur. Want, zo beweren zij: het is toch waarlijk zó dat Gods liefde zich openbaart in de grootheid van de ons omringende natuur; en het hele scheppingsverhaal is toch waarlijk bewijs van Gods goedheid en macht. Wanneer wij zó met één oor luisteren, is hiertegen ook niets in te brengen. Wat zegt echter diezelfde Bijbel waarin dat scheppingsverhaal opgetekend staat??
“Zijn onzienlijke dingen worden, VAN DE SCHEPPING DER WERELD AAN, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig, hart is verduisterd geworden” (Romeinen 1:20-21). Niet te verontschuldigen! Dus: géén enkel excuus!! Niets kan hun uitredden!! Hoe verschrikkelijk!!!
Mensen die zich op deze wijze losmaken van de Schepper van hemel en van aarde verliezen alles. Wie spreken wil van Gods tegenwoordigheid in de natuur, die moet zijn ogen dan wel sluiten voor de werkelijkheid van de natuur, want wat moet dat wel voor een God zijn Die de angst en de vrees gebruikt? Om consequent te zijn: dan betekent die aanwezigheid van God in de natuur tevens dat God is in de angst en in de verwoesting, en in de wet van de sterkste. Zijn het niet juist dergelijke levensbeschouwingen die mensen hebben verleid tot barbaarsheid, tot sadisme, tot ten-hemel-schreiende wreedheden?!? JA, JA, JA en altijd weer JA!!
Het is een bekend feit dat zulk een geloven in een “God-in-de-natuur” de belijdenis was van een “on-mens” als Hitler, de “profeet van het Nazisme”. Hitlers wereldbeschouwing en levensvisie was:
“Voor ons volk is beslissend, of… het een sterk en heldhaftig geloof in de God der natuur heeft; de God van het eigen volk, de God van de eigen lotsbeschikking, van het eigen bloed… De natuur is wreed, daarom mogen wij het ook zijn. Het natuurlijk instinct gebiedt elk levend wezen om zijn vijand niet alleen te overwinnen, maar òòk om deze te vernietigen. Wij staan aan het einde van een heerschappij van het denken… Wij maken een eind aan een dwaalweg, waarop de mensheid zich bevindt. Er bestaat geen waarheid…”
Wij zouden zó wel kunnen doorgaan. Onnodig, laat dit genoeg zijn. Gode zij dank is deze verschrikkelijke nachtmerrie voorbij,… verleden tijd,… nochtans geschiedenis waarvan wij kunnen leren!
Wie God uit de natuur wil leren kennen moet òf liefde, gerechtigheid, vrede en de overwinning van de zonde en zondemacht [2] door de gezegende werkingen van de Heilige Geest [3] in twijfel trekken, en dan wreedheid, sadisme en zo meer tot levensbeginsel nemen. Wij willen onze lezers waarschuwen. Bij velen, vooral in deze tijd van grote verwarring en onzekerheid op alle gebieden van het leven, zijn de volgende vragen aan de orde: “Waarom laat God toe dat ongerechtigheid en wreedheid onder de mensen toeneemt?” Laten wij deze vraag eens meer persoonlijk stellen, om dan te komen tot: “Waarom moet ik zo dikwijls het onderspit delven, als ik toch mijn best doe om toch heus iets goeds te bereiken?” En, “waarom moet ik juist een struikelblok op mijn weg vinden, terwijl ik dat allerminst gebruiken kan?”
Lieve lezers en lezeressen! Dergelijke vragen spruiten voort uit een gemoed dat onrustig is of dreigt te worden. Zodra wij beginnen te vragen naar het “waarom en waartoe”, verkeren wij in een “levenscrisis”. En in wezen is een levenscrisis tevens een “geloofscrisis”! Wij halen hierbij enkele voorbeelden aan uit de Bijbel, die voor zichzelf spreken… Job [4], een tijdgenoot van Abraham, heeft het over: “Want de pijlen van de Almachtige zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij” (Job 6:4). “Ik had rust, maar Hij heeft mij verbroken, en bij mijn nek gegrepen, en mij verpletterd; en Hij heeft mij Zich tot een doelwit opgericht” (Job 16:12). Tenslotte heeft ook de oude Job de vraag gesteld; “Waarom leven de goddelozen, worden oud, ja, worden geweldig (rijk) in vermogen?” (Job 21:7). Uiteindelijk zegt hij niets meer, in het diepst van zijn ziel overtuigd dat God er is, en dat deze God, soeverein als Hij is, niet verplicht is om hem, armzalig mensen-wormpje, antwoord te geven. God is een God Die Zich niet verborgen houdt. Hij is een God van openbaring, Die antwoord geeft op Zijn tijd en op Zijn wijze. Job heeft òòk dit moeten leren en ondervinden…
“En de Here antwoordde Job, en zei: Is het twisten met de Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. Toen antwoordde Job de Here, en zei: Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden, of tweemaal, maar zal niet voortvaren” (Job 39:34-38). Maar dezelfde Job roept ook uit: “God dondert met Zijn Stem zeer wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet” (Job 37:5). Gaat het ons niet evenzó?!? Maar dat geeft ons nog niet het recht onze ogen van Hem af te wenden.
Ook in het Boek der Psalmen vinden wij dit thema behandeld… Onze hedendaagse klaagliederen klinken maar banaal in vergelijking met déze kreten uit de diepte naar God: “Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede. Want er zijn geen banden tot hun dood toe, en hun kracht is fris. Zij zijn niet in de moeite als andere mensen, en worden met andere mensen niet geplaagd… Zij zetten hun mond tegen de hemel, en hun tong wandelt op de aarde. Daarom keert zich Zijn volk hiertoe… Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij de Allerhoogste? Ziet, deze zijn goddeloos; nochtans hebben zij rust in de wereld; zij vermenigvuldigen zich het vermogen. Immers heb ik tevergeefs mijn hart gezuiverd, en mijn handen in onschuld gewassen. Dewijl ik de ganse dag geplaagd ben, en mijn bestraffing is er alle morgens.” (zie Psalm 73:3-14)
Echter, weet de psalmdichter, dat deze kijk op de dingen oppervlakkig is en geen diepte aan inzicht biedt. Hij gelooft dat alles hem overkomt onder Gods toelating, maar òòk dat Gods gerechtigheid en oordeel voor de mens zo dikwijls onbegrijpelijk blijft. Maar juist daarom gelooft hij zonder te zien. Hij verstaat zonder te aanschouwen. Zijn geloven is een volhardend wachten op en het verbeiden (= verwachten) van God… tegen alle schijn in! Zijn getuigenis (belijdenis) is dan ook: “Als mijn hart opgezwollen was,… Toen was ik onvernuftig (HSV: onverstandig), en wist niets;… Ik zal dan gedurig bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarnà zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. Wie heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!” (zie Psalm 73:21-25)
Hier is het! GELOOF in God IN WEERWIL VAN ALLE SCHIJN!! Dàn moet het stralende Licht van God,… van genade,… van liefde, de mens niet alleen beschijnen, maar hem ook aanspreken; en dit laatste is sterker dan alles wat wij kunnen ontdekken met ons zien, denken en onderzoeken. Wanneer wij God, de Vader van Jezus Christus, in alles zouden kunnen begrijpen en alles aangaande Hem en Zijn werken zouden kunnen berekenen, zou Hij geen God meer zijn! De apostel Paulus, een vat vol geleerdheid, roept uit in zijn Brief aan de Romeinen: “O diepte van rijkdom, beide van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk (HSV: ondoorgrondelijk) zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen” (Rom. 11:33)!
En in zijn Brief aan de Corinthiërs: “Wij zien nù door een spiegel in een duistere rede, maar alsdàn zullen wij zien (van) aangezicht tot aangezicht…” (1 Korinthe 13:12a). Slechts in Gods licht zien wij HET Licht. Amen. Wie zijn wij dat wij alles zouden begrijpen en verstaan?! De schepping van dat licht over de gehele schepping is en blijft een wonder zonder weerga. Hiermee begon God de restauratie van een gevallen creatie. Op dezelfde wijze begint God, de Heilige Geest, de restauratie, het herstel, de schepping van het NIEUWE LEVEN in de Christen. [5] Zodra God niet alleen als dat Licht tot ons komt, dòch ook in het Woord, ontstaat er Nieuw Leven… ervaren wij de WEDERGEBOORTE. Halleluja! Licht èn Leven èn Liefde zijn Gods attributen.
Zo goed als Licht duisternis doet wijken, zó bant de Liefde (Gods) alle vrees uit! Zelfs vrees voor de dood, die nu eenmaal komen moet. Op grond van het woord: “Het is de mensen gezet, eenmaal te sterven…” (zie Hebreeën 9:27) weet ieder mens dat hij moet sterven. En op grond van déze uitspraak weten wij ook dat wij allemaal naar de dood toe leven. Hebben wij weleens nagedacht over het feit dat de dood ons confronteert met de vraag: “Wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade aan zijn ziel?” (Mattheüs 16:26a)?
Het antwoord, dat het Christelijk geloof geeft, luidt: “Het sterven is gewin”! (zie Filippensen 1:21b) “Beter is de dag des doods, dan de dag, dat iemand geboren wordt” (Prediker 7:1b). Jezus Christus Zelf is gestorven en begraven; ook is Hij het pad door de dood gegaan, dòch om de dood te overwinnen. Hij is gestorven en begraven, maar òòk weer opgestaan! Glorie voor Hem!! Hij overwon de dood, juist doordat Hij door de dood is heengegaan en zodoende de ketenen van de dood verbrijzelde. Zo zal ook eenmaal ònze weg door lijden en sterven, door de dood, een weg zijn naar de beloofde – door God geordineerde (= vastgestelde) – opstanding, als wij ons maar begeven op de weg van Christus èn “in Hem sterven”. Deze is het onherroepelijk getuigenis van de Auteur der Schriften.
Wij, Christenen, genieten het voorrecht de dood niet te zien als een levenseinde. Ja, vanuit Bijbels gezichtspunt beschouwd sterven wij dagelijks. Het apostolisch getuigenis is dan ook: “Want wij, die leven, worden altijd in de dood overgegeven om Jezus’ wil…” (2 Korinthe 4:11a). “Ik sterf alle dagen…” (1 Korinthe 15:31a). En Gods Geest heeft ons van het volgende overtuigd, en wij geven dit graag door om uwentwil: “Hoe méér wij dit aardse leven liefhebben en ons eraan hechten, hoe sterker wij in dit leven onze bestemming zoeken te vinden,… des te krachtiger sluit dit leven ons in haar wurgende greep! Opgepast dus.
Wij dienen in alles op Christus te zien! Niettegenstaande Zijn onmacht aan het kruis (of was het Zijn absolute gehoorzaamheid?!) zoals Hij daarop Golgotha prijsgegeven was aan de onbeschrijfelijke pijnen naar lichaam èn ziel, aan spot en verlatenheid, betekende dat voor ons tòch het begin van de vervulling van goddelijke profetie. Dwars door alles heen ging Hij Zijn weg tot de Vader… Naar hetgeen de apostel geschreven heeft vergaat het alle kinderen Gods evenzo: “Altijd de doding van de Here Jezus in het lichaam omdragende,…” (2 Korinthe 4:10a). Waarachtige Christenen is het gegeven om in hun lijden de weg van de navolging van Christus, hun Overste Leidsman, te gaan, omdat zij door dit kruis-dragen komen tot de opstanding.
Waar wij mensen ons een “punt” denken, heeft God een “komma” gezet. Zijn verheven plan komt in ons tot volmaking, doordat Hij het werk van Zijn handen niet laat varen. Opdat wij in alles zullen blijven volharden zegt Jezus: “Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht“ (2 Korinthe 12:9b). Die volhardende levenshouding van Christenen heeft niets te maken met, wat de wereldling zo graag noemt, passiviteit; maar bekwaamt hen mee te werken aan een geheel NIEUW LEVEN. Glorie voor Jezus! Déze onweerlegbare waarheid staat geschreven met letters van bloed op alle bladzijden van de Bijbel (de ongelovige mens kan deze niet “zien”, laat staan “verstaan”): de mens moet niets worden, zal God in hem (uit)werken! Amen.
CJH Theys
NOOT
Alle in deze uitgave genoteerde Schriftuur is uit de Statenvertaling.
Overname uit deze brochure is toegestaan, mits met bronvermelding!
EINDE deel 5
Wordt vervolgd
***********************************************************************************
[1] Genesis 1:4-5, “En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.”
Genesis 1:14-17, “En God zei: Dat er lichten zijn in het uitspansel van de hemel, om scheiding te maken tussen de dag en tussen de nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren! En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel van de hemel, om licht te geven op de aarde! En het was alzo. God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren. En God stelde ze in het uitspansel van de hemel, om licht te geven op de aarde.”
[2] Zie eventueel onze GRATIS studie “De overwinnaars; over (de macht van) zonde en satan in de eindtijd” van E. van den Worm. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie “De natuurlijke mens en de Heilige Geest” van CJH Theys. (noot AK)
[4] Zie eventueel onze GRATIS studie “Het boek JOB, over het lijden en de strijd van de Bruidsgemeente” van H. Siliakus. (noot AK)
[5] Zie eventueel onze GRATIS studie, met ‘vers voor vers’ UITLEG: “LUKAS – Het Boek van de NIEUWE MENS in Christus. (Over Jezus, de Hogepriester en hoe wij, als priesters van de allerhoogste God, Hem moeten dienen)” van E. van den Worm. (noot AK)
**************************************************************
van Begin tot Einde… van Schepping tot Wederkomst
.
Deel 1: Verborgen hoop – Opmerkelijke vrees
Deel 2: Het uitgangspunt
Deel 3: ’s Mensen ontrouw – Gods trouw
Deel 4: Omweg en toch DE WEG…
.