Leven en GROEIEN

Geestelijk nog onvolwassen

  • “De Here HEERE gaf Mij een tong van één die onderwijs ontving (SV: een tong der geleerden), zodat Ik weet met de vermoeide een woord op de juiste tijd te spreken. Hij wekt Mij elke morgen, Hij wekt Mij het oor, zodat Ik hoor als zij die onderwijs ontvangen. De Here HEERE heeft Mij het oor geopend, en Zelf ben Ik niet ongehoorzaam (SV: en Ik ben niet weerspannig), Ik wijk niet terug. Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan, Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken. Mijn gezicht verberg Ik niet voor smaad en speeksel.” (Jesaja 50:4-6) [1]

Bovenstaand Schriftwoord heeft mij er toe gebracht om ditmaal iets te schrijven over “Leven en GROEIEN”. Vanzelfsprekend in, met en door Christus, van Wie de profeet hier gesproken heeft als Gods volmaakte Dienstknecht. Waarachtige gelovigen kunnen dit “Leven en GROEIEN” niet alleen van Hem leren; maar zij vinden dit alles ook alléén in Hem Die daarvoor op aarde kwam.
In deze laatste dagen, nu het einde in zicht komt – moge een biddende studie van de Bijbel ons allen hiervan overtuigen – is dit “Leven en GROEIEN” meer dan ooit tevoren een dringende noodzaak geworden. Er is zo ontzaglijk veel haast in het leven van alle dag in deze tijd, zo vol van verwarring in alle sectoren, dat het, in het licht van voornoemde gebiedende noodzaak, nodig is om deze vaart wat af te remmen; zelfs zó dat, wanneer omstandigheden zulks vergen, gestopt kan worden, om nog dieper na te denken over vele en velerlei zaken, om dingen te overwegen, om onder de eminente leiding van de Heilige Geest [2] – die deze Leraar der gerechtigheid is – dat wat Hij nuttig en nodig oordeelt te leren en te besluiten.
Al dat overdonderend lawaai in onze hedendaagse wereld maakt dat wij heel dikwijls geen rustige plaats meer kunnen vinden om stil te luisteren naar die Stem die zo zachtjes kan klinken in onze ziel – de Stem van de levende God. Het jachtige leven van tegenwoordig, lawaaierig en vol van tamtam, maakt het ons bijna onmogelijk om zó te horen, dat wij tegelijkertijd kunnen ontdekken wat Hij ons te zeggen heeft, om alsdan datgene in praktijk te brengen wat Hij gesproken heeft. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Zijn Geest. Maar wat de Geest der Waarheid ons ook zal zeggen, het zal altijd neerkomen op een boodschap betreffende die Persoon, Die in Gods Raadsplan centraal staat: namelijk Jezus Christus. En al wat de Heilige Geest ons zal toevertrouwen, zal altijd datgene zijn wat Hij, op Zijn beurt, heeft gehoord, en wat zal dienen tot verheerlijking van de Naam van de eniggeboren Zoon van God.

  • “Want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken… Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.” (Johannes 16:13b-14)

Wij worden LEVEND door ervaring

Gods Geest confronteert ons altijd weer – en houdt daarmee niet op! – met wat Jezus Christus heeft volbracht door Zijn kruisdood; maar Hij houdt ons tevens voor wat Hij heden ten dage wil en kan doen in Gods kinderen, door Zijn wonderbaarlijke opstandingsleven. Bestudeer de volgende Schriftpassages en mediteer erover in het verband waarin zij geplaatst zijn:

  • “Zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven.” (Romeinen 5:18b)
  • “Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die IN Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven IN Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood.” (Romeinen 8:1-2)
  • “Want Ik leef en u zult leven.” (Johannes 14:19b)
  • “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem.” (1 Johannes 4:9)

Het is de Heilige Geest Zelf (er staat geschreven: “De Heere nu is de Geest”, in 2 Korinthe 3:17a), Die ons leidt in de volkomen evenwichtige, persoonlijke ervaring van de Christus. De heidenapostel Paulus heeft van deze persoonlijke ervaring – die ook elk kind van God mag en moet kennen – getuigd met deze woorden: het leven is voor mij Christus (Filippenzen 1:21a). Deze ervaring heeft drie aspecten, die wij eerst nader zullen beschouwen:

  1. Zij is ten eerste – persoonlijk.

De apostel spreekt van mij”. Waar onze God geen Aannemer is van personen, daar is Hij in Zijn bemoeienis met een ieder Dezelfde. Het is Gods wil dat iedere Christen komt tot een persoonlijke verhouding met zijn Here en Heiland. De persoonlijke acceptatie moet gevolgd worden door een persoonlijke bekering, een persoonlijke onderwerping, overgave en toewijding aan Hem. Vooral in Paulus’ leven zien wij dit sterk naar voren komen.

  1. Ten tweede is zij – praktijk.

Als wij Paulus’ betoog nauwkeurig volgen dan is er geen andere conclusie dan deze: dat Christus voor hem het leven is, en dat het heeft te maken met het alledaagse leven, en niet alleen met de godsdienstige zijde ervan, zoals geregelde bezoeken van samenkomsten, het getrouwelijk volgen van Bijbelstudies, het onderhouden van bidstonden, de toewijding aan zang en muziek tot verheerlijking van de Naam des Heren. Allemaal vormen en bezigheden die, helaas, grotendeels uitgegroeid zijn tot programmatische handelingen, die slechts een paar uurtjes per week in beslag nemen.
Doch in de allereerste plaats houdt de uitspraak van de apostel in: dat hij met Christus “wandelt”, “leeft”, “spreekt” en “besluit”. Het betekent dat hij te allen tijde en overal in de tegenwoordigheid van zijn Meester vertoeft. Het is toch ook immers zó, dat er geen leven is los van Christus? Dit wordt ons zonder meer duidelijk als wij de gelijkenis van “De Ware Wijnstok en de ranken” bestuderen (zie Johannes 15:1-8). Onze “levenssappen” betrekken wij uit geen Ander, en de Ware Wijnstok is in voortdurende gemeenschap met de in, door en met Hem groeiende ranken. Daar is “onderscheidenheid” en toch ook “eenheid”. Deze onomstotelijke waarheid wordt ons te meer duidelijk door de “lering van Lichaam en leden”, van het “Brood en de samenstellende delen”.
Misschien zijn er onder ons die van mening zijn (en vaak ook zó spreken), dat hùn leven gevuld is met nog zo ontzaglijk veel dingen en zaken die zij onmogelijk met Hem kunnen delen. Dat kan heel goed waar zijn; maar is het dan niet veel beter voor dezulken om zonder AL die dingen en zaken te leven, “opdat zij Christus mogen gewinnen”? (zie Filippenzen 3:8b)?

  1. Ten derde is zij – eeuwig behoud.

Het waarachtige Christelijke leven, het “wedergeboren leven”, bestaat dus in feite hieruit, dat Christus Zijn onsterfelijk leven in Zijn discipelen “uitleeft”! Wanneer Paulus getuigt: het leven is voor mij Christus”, laat hij daarop onmiddellijk volgen: “EN het sterven is voor mij winst (Filippenzen 1:21b). De diepste zin hiervan komt neer op een er-varing, welke niemand anders de mens, die wedergeboren is, kan mededelen, namelijk:

  • “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.” (Galaten 2:20)

Glorie voor God! Paulus heeft dus nooit meer “geprobeerd” te leven, of “getracht” om Christus gelijk te zijn door Hem te volgen of te dienen; maar hij heeft zijn leven lang op aarde in volle overgave en toewijding de Here laten inkomen in zijn wedergeboren hart en vervuld leven, om in Hem te leven, geheel naar Zijn heilige wil en welbehagen.
De apostel ervoer diep in zijn innerlijke wezen de kracht van die nieuwe verhouding die er is voor Gods kinderen, door de dood van Jezus Christus en Diens opstanding. Het is de Heilige Geest, Die deze in ons leven realiseert. Het is de realisatie van: wat het kind van God niet kan, dat kan Hij; en wat de Christen niet heeft, dat heeft Hij; en wat de discipel ontbreekt, daarin voorziet Hij. Want Hij alléén IS het Leven, IS het Antwoord, IS de Oplossing. Geprezen zij Zijn Naam!
Een dienstknecht des Heren zei eens: “Een Christen is niet iemand die wanhopig handenwringend uitroept: Waar moet het toch naar toe met de wereld van vandaag en met de mensen! Maar hij is iemand die met nimmer verflauwende stem uitroept: Zie, het Woord is vlees geworden en tot ons gekomen! Van zijn mond een bazuin makend, roept hij uit met verheffing van een gezalfde stem:

  • “Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven, omdat wij verzoend zijn”! (Romeinen 5:10)

Is Hij, Jezus Christus, ook tot ù gekomen lezer / lezeres? En heeft ù Hem, de Vorst des Levens, aangenomen voor tijd en eeuwigheid, en Hem toegelaten binnen te komen en blijvend te wonen in uw verlost zondaarshart? Als dit zo is, laat Hem dan in dat hart en leven doen wat Hij in u wil doen, wat Hij met u wil (gaan) doen en wat Hij ook door u zal doen, zodat u en ik met Paulus kunnen zeggen:

  • “Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Romeinen 8:32)

Hierdoor kon de apostel ook getuigen (en wij alsdan met hem): “Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft (Filippenzen 4:13, SV). God zij geloofd in Jezus Christus, onze Here. Amen.

Gods Weg: Voorbereiding.
Gods Plan: Bekwaam maken.

Kennen wij eenmaal Gods plan en doel met en voor ons leven, dan komt er rust en vrede in het hart, dat zich alsdan mag verblijden. Hij zal dan voortgaan met werken, want Hij laat het eenmaal in ons begonnen werk niet meer los. Voor Gods kinderen is dat Woord:

  • “Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.” (Filippenzen 1:6)

Doch in dit alles gaat God Zijn eigen weg en volgt Hij Zijn eigen methode. Wellicht is het óók u opgevallen dat Gods voorwaarde voor groei, altijd “reiniging[3] is (zie Johannes 15:2b). Zonder deze persoonlijke reiniging is er geen groei in ons Christelijk leven. En groei komt voort uit een “nood-geval” (zie Mattheus 13:30 [4]). Anders gezegd en geschreven: God laat in een Christenleven persoonlijke nood toe als een goddelijk “beginsel”, opdat langs deze weg het geloofsleven kan groeien, en omdat Hij Zijn kinderen wil aftrekken van alles wat zich buiten Christus bevindt, waardoor alleen Christus CENTRAAL komt te staan.

.

KLIK HIER als u deze studie verder wilt lezen
(GRATIS en in smartphone-formaat).

CJH Theys
Digitaal uitgewerkt door A. Klein

***********************************************************************************

[1] Alle Bijbelteksten zijn door mij vermeld in de Herziene Statenvertaling / HSV, tenzij anders vermeld. (noot AK)
[2] Zie eventueel onze GRATIS studie De natuurlijke mens en de Heilige Geest van CJH Theys. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie Heiligmaking van E. van den Worm. (noot AK)
[4] Mattheus 13:30, “Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.”

.

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in Bijbelstudie, Geestelijke groei, Heiligmaking, Studie van CJH Theys en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s