Ongegrond optimisme
Wat zal er met ons gebeuren als de Here Jezus straks wederkomt? Een belangrijke vraag waar toch, bij alle aandacht die men besteedt aan de wederkomst des Heren, maar zelden ernstig op wordt ingegaan. Vanuit een veelal misplaatst gevoel van zekerheid – zèlfverzekerdheid, één van de grootste kwaden van deze tijd – reageert men maar al te snel op de manier van: “Met mij zit het wel goed”! Anderen houden zich weer te verstandelijk met de wederkomst bezig – “Wàt zal er precies dàn gebeuren en wat komt daarna of gaat eraan vooraf?” – en komen als gevolg daarvan tot een ernstige verzaking van de heiligmaking! [1] Misschien zijn er nog wel andere, maar hier hebt u ongetwijfeld twee voorname oorzaken van het òngegronde optimisme dat velen aan de dag leggen als het in feite om hun eigen toekomst gaat. “Wanneer de Heer wederkomt dan breekt er een wonderbare tijd aan, de tijd van de Bruiloft van het Lam [2]; dan gaan wij naar het feestmaal van de Heer”. Zulke jubeltonen worden dikwijls gehoord. Maar er is aanleiding om ons af te vragen of dit wel waar zal zijn voor een ieder van ons! Sommige Christenen zijn zo ruim van opvatting, dat zij denken dat uiteindelijk àlle mensen zalig worden Zij hebben kennelijk nog nooit 2 Korinthe 5:11 gelezen:
- “Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.” (SV)
In onze kringen zullen er hopelijk niet veel van zulke Christenen zijn. Maar een evenzo grote dwaling is het, te menen dat alle praktiserende Christenen met blijdschap de dag van Jezus’ wederkomst tegemoet mogen zien. Wij moeten oppassen niet te gemakkelijk te denken over de wederkomst. Deze gebeurtenis zal NIET voor iedere christen vreugde betekenen. Omdat het om een ernstige zaak gaat, willen wij hierop nog eens de aandacht vestigen.
Een dubbel-gelijkenis
In Lukas 12:35-48 vinden wij, wat ik zou willen noemen, een “dubbel-gelijkenis”: twee gelijkenissen, die zo op elkaar aansluiten dat de laatste is te beschouwen als een vervolg op de eerste. De eerste gelijkenis, die van de wachtende dienstknechten (in vers 35-40), vertelt ons over dienstknechten die door hun heer wakende gevonden worden als hij terugkeert van een bruiloft in het holst van de nacht:
- “Laat uw lendenen (van uw verstand – zie 1 Petrus 1:13) omgord zijn, en de kaarsen brandende. 36. En zijt gij de mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen. 37. Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen. 38. En zo hij komt in de tweede nacht wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten. 39. Maar weet dit, dat, indien de heer des huizes geweten had, in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. 40. Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.” (Lukas 12:35-40, SV)
Deze heer is Jezus Zelf en het hier beschreven “wederkomen” verwijst naar de wederkomst van onze Heer. De mededeling “wederkomen van de bruiloft” (in vers 36) moeten wij niet verkeerd opvatten. Uit de gelijkenis is af te leiden dat het hier niet de eigen bruiloft van de heer betreft. Op zijn eigen bruiloft zouden de eigen dienstknechten van de heer zeker aanwezig zijn geweest om te dienen! Wij kunnen uit deze gelijkenis dus beslist niet afleiden dat onze Heer wederkomt nà de Bruiloft van het Lam (evenmin als wij de gevolgtrekking kunnen maken dat het hier zou gaan om de twééde, openbare wederkomst). Dat de heer hier wederkeert van een bruiloftsfeest is een detail waar wij niet al te veel achter moeten zoeken, omdat dit als gegeven waarschijnlijk alleen is toegevoegd om een waardige reden op te geven voor de nachtelijke thuiskomst in deze gelijkenis. Veel aannemelijker is dat in vers 37 gedoeld wordt op de Bruiloft van het Lam (en dan in het bijzonder op het Avondmaal van deze Bruiloft [3]). Als onze Here Jezus Christus komt, zal Hij Zijn wakende dienstknechten doen aanzitten en een wondervol maal bereiden.
Waakzaamheid en trouw
De vraag moet echter gesteld worden wie deze wakende dienstknechten zijn! Menig hedendaags Christen zal zich daar niet druk over maken, maar de discipel Petrus destijds wel. Dit blijkt uit vers 41 (nog steeds van Lukas 12): “En Petrus zei tot Hem: Heere! zegt Gij deze gelijkenis tot ons, of ook tot allen?”
En daarbij doemt tegelijk nog een andere vraag op, namelijk: Wat is wakend zijn? Bij wijze van antwoord geeft Jezus dan een vervolg op de eerste gelijkenis. Deze “vervolg-gelijkenis” is de gelijkenis van de trouwe en de ontrouwe dienstknechten:
.
- KLIK HIER als u deze studie verder wilt lezen (GRATIS en in smartphone-formaat).
H. Siliakus
Digitaal uitgewerkt door A. Klein
***********************************************************************************
[1] Zie eventueel onze GRATIS studie “Heiligmaking” van E. van den Worm. (noot AK)
[2] Zie eventueel onze GRATIS studie “Er komt spoedig een Goddelijke Bruiloft hier op aarde” van E. van den Worm. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie “Door de Geest van God geroepen tot deelname aan het Avondmaal van de Bruiloft van Gods Lam” van E. van den Worm. (noot AK)
.