De profeet Habakuk schreef:
- “Alhoewel de vijgenboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het werk van de olijfboom liegen zal, en de velden geen spijzen voortbrengen; dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal; Zo zal ik nochtans in de Heere van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in de God van mijn heil.” (Habakuk 3:17-18, SV)
Het was overwinning in het zicht van de nederlaag. Geloof en hoop ondanks de omstandigheden. Eerder had de profeet gebeden:
- “HEERE, toen ik Uw tijding (SV: rede) hoorde, heb ik gevreesd. HEERE, Uw werk, behoud het in het leven (Engelse vertaling: doe dat herleven) in het midden van de jaren, maak het bekend in het midden van de jaren. Denk in Uw toorn aan ontferming!” (Habakuk 3:2) [1]
Daarna lezen we hoe God Zich voor de ogen van Habakuk openbaart en we zien dan dat Habakuk daarop antwoordt met de woorden die wij hierboven hebben geciteerd.
.
De omstandigheden
Geen vrucht aan de vijgenbomen, zelfs geen bloesems! In het leven van Jezus is twee keer sprake van een vijgenboom. De ene keer bij een actuele gebeurtenis, de andere keer in een gelijkenis. In het eerste geval vond Jezus een vijgenboom met bladeren, maar zonder vruchten. Hij vervloekte de boom en vervolgde Zijn Weg. Tijdens de terugreis bleek dat de vijgenboom was verdord (afgestorven) en Zijn discipelen waren verbaasd:
- “‘s Morgens vroeg, toen Hij terugkeerde naar de stad, kreeg Hij honger. En toen Hij een vijgenboom langs de weg zag, ging Hij ernaartoe en vond er niets aan dan alleen bladeren. Hij zei tegen hem: Laat er aan u geen vrucht meer groeien in eeuwigheid! En de vijgenboom verdorde onmiddellijk. Toen de discipelen dat zagen, verwonderden zij zich en zeiden: Hoe is de vijgenboom zo ineens verdord? Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u: Als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren. En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen.” (Mattheüs 21:18-22)
In de gelijkenis ging het om een vijgenboom die drie jaar lang geen vrucht gedragen had. De eigenaar van de boomgaard wilde hem omhakken, omdat hij de ruimte in beslag nam die voor een vruchtbare boom kon worden gebruikt. De hovenier verzocht echter om nog één jaar uitstel te verlenen. In dat jaar zou hij al zijn zorg aan de boom besteden om te proberen hem alsnog tot vruchtdracht te brengen:
- “En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken.” (Lukas 13:6-9)
Eén gedachte treedt in beide gevallen op de voorgrond – onvruchtbaarheid. Het werk van de olijfboom zou falen. De olijf, waarvan de olijfolie afkomstig is, spreekt ons van de zalving. Bij het Hebreeuwse woord zegt de Concordantie van Strong: “Een olijf, produceert olie voor verlichting”. De Amplified Bible spreekt over “het product van de olijf”. Bij de vermelding over het “falen” van het werk van de olijfboom, zegt de kanttekening in onze Statenvertaling “liegen” (zoals ook staat in onze vermelde tekst). Dit toont ons dat er sprake zal zijn van een nagemaakte zalving, één die vals is, een leugen.
De velden zouden geen spijzen voortbrengen. Geen oogst van de graanvelden! Geen koren, geen brood. Brood heeft voor ons een tweevoudige betekenis. Christus is het Brood des Levens. Maar het brood spreekt ons ook van het Woord van God:
- “…dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt.” (Deuteronomium 8:3b)
Amos heeft een hongersnood voorzegt, niet een honger naar brood maar een honger naar het Woord des Heren:
- “Zie, er komen dagen, spreekt de Heere HEERE, dat Ik honger in het land zal zenden; geen honger naar brood, geen dorst naar water, maar om de woorden van de HEERE te horen.” (Amos 8:11)
Er zouden geen kudden en geen runderen zijn. Het gevolg zou zijn dat er geen offers konden worden gebracht en geen bloed gestort. Er zou geen verzoening zijn. De grote boodschap van de Gemeente/Kerk is het Kruis, het offer van Jezus op Golgotha voor het verloren mensdom. Deze boodschap wordt echter vandaag de dag in grote delen van de kerkelijke wereld niet (meer) gehoord.
Dit waren de omstandigheden waarvoor de profeet zich toentertijd geplaatst zag, en met dezelfde omstandigheden hebben wij vandaag de dag te maken.
.
Het antwoord van de profeet
Het is belangrijk aandacht te schenken aan de beide eerste woorden van Habakuk 3 vers 17 en 18: “alhoewel” en “nochtans” (of “toch”). Wij kunnen ook lezen: “Ondanks de omstandigheden zal ik mij toch verheugen in de Here”. Waarom? Omdat Hij is “de God van mijn heil”. Hij zou zich verblijden, hij zou zich verheugen in deze grote God. Wat houdt verheugen in? David zei dat het is: “met gejuich van Zijn werken vertellen.” (Psalm 107:22b)
Het geeft ons dus kracht om te getuigen.
Paulus zegt ons in Filippenzen 3:3b dat wij “in Christus Jezus moeten roemen” (de Engelse Vertaling zegt: “ons in Christus Jezus moeten VERHEUGEN”) en niet op het vlees vertrouwen.
Zich verheugen in Christus maakt dat wij van onszelf bevrijd worden. Ook geeft het ons kracht om te dienen, want Nehemia schreef: “de vreugde van de HEERE, dat is uw kracht.” (Neh. 8:11b)
Verheuging maakt ons bekwaam om te offeren, zoals 2 Kronieken 23:18b ons vertelt, waar geschreven staat dat men de brandoffers des Heren offerde: “met blijdschap en met een lied…”
Natuurlijk weten we dat God een blijmoedige gever liefheeft: “Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief.” (2 Korinthe 9:7)
Jesaja riep uit:
- “Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan, zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad, en een bruid zich tooit met haar sieraden.” (Jesaja 61:10)
Habakuk ging verder met te zeggen:
- “De HEERE Heere is mijn kracht, Hij maakt mijn voeten als die van de hinden, en Hij doet mij treden op mijn hoogten.” (Habakuk 3:19a)
Het is een visioen van overwinning, van glorie en van kracht. Een visioen van opwekking… en dat alles ondanks de omstandigheden die beschreven worden in Habakuk 3 vers 17.
.
De Heer verscheen in de donkerste uren
Naar het schijnt openbaart God Zich bij voorkeur in de donkerste ogenblikken. Toen de kinderen Israëls zuchtten in slavernij en dienstbaarheid in Egypte, riep God Mozes om Zijn volk naar de vrijheid te leiden.
Voordat Jezus Christus werd geboren, was de godsdienst van de Joden ontaard in een koud, formalistisch en ritualistisch gebeuren. Te midden van deze geestelijke duisternis verscheen opeens Johannes de Doper op het toneel met een boodschap van bekering en verkondigende de komst van de Messias.
Paulus was als gevangene op een schip op weg naar Rome toen een verschrikkelijke storm opstak en, volgens Handelingen 27:20, alle hoop om behouden te worden werd weggenomen: “doordat er gedurende vele dagen geen zon en geen sterren verschenen, en geen kleine storm ons teisterde, werd ons verder alle hoop op redding (SV: om behouden te worden) ontnomen.”
Toen, in het midden van de nacht, verscheen een engel van God aan Paulus met een belofte van bevrijding (lees Handelingen 27:21-25).
Nog een voorbeeld. Middenin wat in de geschiedenis genoemd wordt “the Dark Ages” ofwel “de Donkere Eeuwen”, verscheen God aan Maarten Luther met de heerlijke boodschap van redding en rechtvaardiging door het geloof.
Habakuk vroeg de Here in zijn gebed om een herleving “in het midden van de jaren”. Hij had zijn hoop gevestigd op de Here, ondanks alle omstandigheden. Hij geloofde dat God getrouw was en dat Hij iets zou doen voor Zijn volk. En God deed het! Vast en zeker ligt hier een geheim verborgen voor ons, een geheim aangaande opwekking, een geheim betreffende het vertrouwen en geloven in God, ondanks de uiterlijke omstandigheden, ondanks wat wij gevoelen, ondanks wat dan maar ook.
Rev. R.C. Cabe
Digitaal uitgewerkt door A. Klein
De PDF (GRATIS en in smartphone-formaat).
*************************************************************
[1] De Bijbelteksten zijn door mij vermeld in de Herziene Statenvertaling / HSV, tenzij anders vermeld. (noot AK)
.