Openbaring 04 vers 5-11

KLIK HIER als u hoofdstuk 4 wilt uitprinten of downloaden.

De OPENBARING aan Johannes

De Troonsheerlijkheid van de Vader (vervolg)

4. Bliksemstralen, donderslagen en stemmen

Openbaring 4:5a, “En uit de troon kwamen (SV: En van de troon gingen uit) bliksemstralen, donderslagen en stemmen.”
Alles in de hemelse tabernakel getuigt van Goddelijke activiteit, Goddelijk leven, dat hier tot uiting komt in de genoemde bliksemflitsen en donderslagen en stemmen…
Kunnen wij in dit huidig tijdsbestek Gods troon nog naderen als die van de GENADE, hier leren wij, dat er veranderingen te verwachten zijn in een zéér nabije toekomst. Het is klaar en helder, dat Gods troon straks de troon van OORDEEL zal zijn, wanneer Zijn rechtvaardige oordelen over een goddeloze wereld zullen worden uitgestort met onweerstaanbare kracht! Alsdan zal Zijn troon NIETS met genade van doen hebben! Wie zich een voorstelling wil maken van het één en ander, die zou Exodus 9:23-25 moeten bestuderen:
“Toen strekte Mozes zijn staf naar de hemel, en de HEERE gaf donder en hagel. Vuur schoot naar de aarde, en de HEERE liet hagel neerkomen op het land Egypte. Er viel hagel en er flitste vuur te midden van de hagel, een zeer zware bui. Iets dergelijks was er in heel het land Egypte nooit gebeurd, sinds het een volk was geworden. De hagel sloeg in heel het land Egypte alles neer wat op het veld was, van mens tot dier. De hagel sloeg al het veldgewas neer en versplinterde alle bomen van het veld.”

5. Zeven vurige lampen (of: fakkels) – De 7 Geesten van God [1]

Niet alleen gingen er “bliksemstralen, donderslagen en stemmen” uit de troon, maar Gods profetisch Woord zegt ons óók:

Openbaring 4:5b, “En er stonden 7 vurige fakkels (SV: lampen) te branden vóór de troon. Dit zijn de 7 Geesten van God.”
Hier aanschouwen wij de eeuwig-levende activiteit van God, de Heilige Geest, Die Zich hier NIET vertoont in de gedaante van een “duif” zoals ten tijde van Zijn neerdaling op de Here Jezus, toen Deze stond in de wateren van de Jordaan en (door onderdompeling) was gedoopt door Johannes de Doper. Ook vertoont Hij Zich hier niet als op de eerste (Nieuwtestamentische) Pinksterdag in de opperkamer, toen Hij Zich manifesteerde als “vurige tongen”, die op elk van de aanwezigen werden gezien… waardoor  deze 120 discipelen (zie Hand. 1:13-15), aangedaan zijnde met “kracht uit de hoogte” (zie Luk. 24:49 en ook Hand. 1:8), ten eerste “begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken” (Hand. 2:4b) en, ten tweede, in Jeruzalems straten begonnen te getuigen en de Naam van de Here begonnen groot te maken. Neen, hier is God, de Heilige Geest, in de openbaring van “7 vurige fakkels”!
In de Bijbel is VUUR nog altijd het zinnebeeld van de ONDERZOEKENDE en OORDELENDE HEILIGHEID VAN GOD. Hier hebben wij dus te maken met de VOLHEID van de Heilige Geest (ZEVEN vurige FAKKELS), in Zijn VOLMAAKTHEID als een ONTDEKKEND LICHT en een VERTEREND VUUR! Deze “7 Geesten van God” zijn hier vóór de troon om, in overeenstemming met Gods heiligheid, ALLES te onderzoeken en aan Zijn rechtvaardig oordeel prijs te geven… Alsdan zal de gehele aarde beven, de gehele wereld zal sidderen, de gehele schepping zal waggelen (zie Jes. 24:20), als deze oordelen Gods beginnen…
Gods kinderen kunnen een volmaakte rust ademen. Voor hèn zal de tijd van moeiten en zorgen, van verdriet en lijden, van verzoekingen en zonde, voorbij zijn! Wij kunnen dan gerust zijn en waarlijk rusten in Hem, Die getrouw is en het ook doen zal. De chaotische toestand in deze boze wereld moge zich vergroten, de heersende verwarring toenemen – zeker, ook dit deel van het profetisch Woord zal in vervulling gaan – maar tòch kunnen en mogen wij onze geloofsogen gevestigd houden op die troon van God in die geopende hemel. Want voor òns zit op die troon nog altijd onze trouwe God en Zijn almachtige en ver reikende arm is jegens ons nog steeds uitgestrekt: niet alleen tot ondersteuning, maar ook om, waar nodig, krachtdadig in te grijpen! Hij doet dit omwille van Zijn uitverkorenen, in het belang van Zijn Bruidsgemeente.  

6. Een glazen zee, als kristal 

Openbaring 4:6a, “En vóór de troon was een glazen zee, als kristal.”
Het schaduwbeeld van deze “glazen zee” wordt gevonden in het WASVAT in de tabernakel, die destijds in het midden van het volk Israël stond.
Hetzelfde schaduwbeeld vinden wij in Salomo’s tempel als de “gegoten zee” (zie 1 Kon. 7:23). In Openbaring 15:2-3 zien wij de overwinnaars staan “bij de oevers van de glazen zee”, met citers in de handen en zingende het lied van Mozes en het Lam. Glorie, halleluja! Van deze plaats worden de overwinnaars alsdan aanschouwers van de oordelen, die over de boze wereld uitgestort worden!
Wonderbaar voorrecht èn onuitsprekelijke genade! Hoe heerlijk dit NU reeds te weten en onze blik daarop te mogen vestigen! Wij hoeven niets te vrezen: geen gericht, geen oordeel, want wie in de Zoon gelooft, “komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven” (zie Joh. 5:24). “En wie in Mij (d.i. de Zoon) gelooft heeft eeuwig leven”! (Joh. 6:47)
Met deze glazen zee voor onze geestesogen en ons eveneens bepalend bij het wasvat in de voorhof van Israëls tabernakel, worden wij herinnerd aan de vermaning van Johannes de Doper, gericht aan het adres van de Farizeeën en de Sadduceeën, die tot hem kwamen om gedoopt te worden: “Wie heeft u aangewezen te vlieden (d.i. te vluchten) van de toekomende toorn? (Matth. 3:7, SV).
Waarlijk, nadat wij geloofd hebben en gedoopt zullen zijn (overeenkomstig de Schriften), zullen wij VERBORGEN ZIJN VOOR DE OORDELEN GODS; en wij geloven dan ook, dat deze glazen zee in Gods verlossingsplan een EIND- of SLOTFUNCTIE heeft met betrekking tot onze VOLKOMEN ZALIGHEID, waarvan wij de hoogte en de diepte, de lengte en de breedte slechts ten dele kennen!
Lof, dank en ere zij onze trouwe God en Vader in de hemel, Die ons in Jezus Christus, Zijn Zoon, heeft gemaakt tot… “mede-erfgenamen” (zie Rom. 8:17).
Wij zullen hierna de “4 dieren” in beschouwing nemen… met hun posities en hun functies; wij zullen dan deze “4 wezens” nader bekijken in het licht van “de voortschrijdende openbaring van God”.

7. De 4 dieren (of: 4 wezens) 

Openbaring 4:6b-8, “En in het midden van de troon en om de troon heen waren 4 dieren (letterlijk: 4 levende wezens), vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier leek op een leeuw, het tweede dier leek op een kalf, het derde dier had het (aan)gezicht als van een mens, en het vierde dier leek op een vliegende arend. En de 4 dieren hadden elk voor zich 6 vleugels rondom, en van binnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt!”
Deze 4 dieren geven het waarachtige, met Gods heiligheid overeenkomend karakter van de troon te kennen… Hun verschijning hier en hun werkzaamheid herinneren ons aan vele andere dingen. Vanzelfsprekend is hier geen sprake van “dieren” in de meer beperkte betekenis van het woord, maar van 4 LEVENDE WEZENS. De vraag wat ze voorstellen en wat ze te betekenen hebben, is alleszins gerechtvaardigd.
Duidelijk staat er vermeld, dat:

  • Het eerste dier  –  “was een leeuw gelijk” (SV),
  • Het tweede dier  –  “was een kalf gelijk(SV),
  • Het derde dier  –  “had het aangezicht als een mens(SV),
  • Het vierde dier  –  “was een vliegende arend gelijk” (SV).

Leeuw, Kalf, Mens en Arend… Alle 4 vormen ze heenwijzingen naar de emblemen, die op de strijdbanieren (of: vaandels) van Israël te vinden waren:

  1. Op de banier van het leger van JUDA  –  kwam een LEEUW voor,
  2. Op de banier van het leger van RUBEN  –  kwam een MENS voor,
  3. Op de banier van het leger van EFRAÏM  –  kwam een OS voor,
  4. Op de banier van het leger van DAN  –  kwam een AREND voor (zie Num. 2:3-25).

De profeet Ezechiël, die eveneens de troonsheerlijkheid zag (zie Ezech. 1:4-14) heeft ons deze 4 wezens beschreven, die “de gedaante van een mens” hadden en “ieder afzonderlijk had 4 (aan)gezichten” (zie Ezech. 1:5b-6a) en deze 4 aangezichten waren dezelfde aangezichten, die Johannes aanschouwde.
“Hun (aan)gezicht leek op het gezicht van een mens, bij alle 4 van rechts op de kop van een leeuw, bij alle 4 van links op de kop van een rund, en alle 4 hadden zij de kop van een arend (Ezech. 1:10).
Dan staat er in vers 14 (van Ezechiël) het volgende: “En de levende wezens schoten heen en weer als een bliksemschicht.” Met andere woorden: deze 4 wezens bewogen zich met de snelheid van het licht! Zij kwamen uit het vuur (zie Ezech. 1:4-5) en “hun uiterlijk was als brandende kolen in het vuur (zie Ezech. 1:13a). Ze waren onderling verbonden door vuur en uit dat vuur kwam “bliksem” voort (zie Ezech. 1:13b). Deze 4 levende wezens moeten wij als het ware zien: VOL VAN DE GODHEID. Dit is niet moeilijk te verstaan in het licht van Hebreeën 12:29,“Want onze God is een verterend vuur”.
Deze wezens hebben “ogen van voren en van achteren” (Openb. 4:6b), hetgeen zeggen wil, DAT ZE ALLE DINGEN WETEN; kennis dragen van alle dingen en wel om deze dingen te beoordelen. Laat ons dit in beschouwing nemen met de volgende teksten:
“Want zie, wat betreft de steen die Ik voor Jozua neergelegd heb, op die ene steen zullen 7 ogen zijn.” (Zach. 3:9).
“En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de 4 dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met 7 horens en 7 ogen. Dat zijn de 7 Geesten van God[2], die uitgezonden zijn over heel de aarde” (Openb. 5:6).
Wij concluderen, dat de ogen, waar de 4 wezens uit onze onderhavige tekstgedeelten vol van zijn, doelen op de volheid van de HEILIGE GEEST!
Deze ogen zien wij ook in de rok van de hogepriester (zie Exod. 28:4, SV). Deze rok spreekt ons van Christus’ Hemelvaart IN en DOOR de KRACHT VAN DE HEILIGE GEEST.
Deze 4 wezens zongen samen met de 24 ouderlingen het NIEUWE lied: “want U (Jezus) bent geslacht en hebt òns voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.” (Openb. 5:9b). De 4 levende wezens kunnen uit hoofde van de woorden van dit gezang onmogelijk behoren tot de schepping van de engelen, noch tot die van de Cherubs, want deze hebben geen verlossing van node! Zij moeten behoren tot de klasse der mensen, voor wier verlossing Jezus Christus aan het kruis gestorven is en Zijn Zoenbloed heeft gestort! Amen.
Cherubs maken deel uit van de Godheid, maar deze levende wezens zijn mensen, tòch worden ze in Ezechiël 10 zo genoemd… Maar indien wij bedenken, dat ze vol zijn van God de Heilige Geest, zo is deze in Ezechiël 10 gegeven benaming niet moeilijk te verstaan.
Ons rest nog deze opmerking: De levende wezens van Ezechiël hadden elk VIER vleugels, terwijl die in Openbaring elk ZES vleugels hebben. VLEUGELS symboliseren in het profetisch Woord altijd HET WERK VAN DE GEEST VAN GOD door alle eeuwen heen, maar in het bijzonder DE DRAGENDE KRACHT van dat werk. Nu staat in het Raadsplan van God (zie hiervoor, op pagina 5, de “Schets van de tijdsbedelingen”): 1 profetisch jaar voor 1000 jaar. In het geval van de 4 levende wezens uit Ezechiël 1:6b, waar elk van hen 4 vleugels heeft, houden deze 4 vleugels verband met de 4 profetische jaren of 4 x 1000 jaren, die het kruis vooraf gaan; terwijl de 6 vleugels van elk van de wezens uit Openbaring 4:8a slaan op de 6 profetische jaren of 6 x 1000 jaren die er verlopen vanaf de val in Eden tot de tweede komst (of wederkomst) van Christus.
Voort lezen wij in Openbaring 12:14a nog: “En aan de vrouw werden 2 vleugels van een grote arend gegeven”. Het is nu niet moeilijk meer om te verstaan, dat deze 2 vleugels ons spreken van de 2 profetische jaren of 2 x 1000 jaren, die er zijn vanaf Christus’ eerste komst tot Zijn tweede komst.
Laat ons nu terugkeren tot de 4 levende wezens, die uit het geslacht der mensen zijn gekocht met het Bloed van het Lam, geslacht vóór de grondlegging van deze wereld, om hun aanwezigheid in de hemelse tabernakel nader te beschouwen.
Deze 4 levende wezens zijn die 4 verloste heiligen, die in een verheerlijkt lichaam ten hemel zijn gevaren… en dus de dood nimmer hebben gezien. De Bijbel kent slechts 4 van zulke stervelingen, die met een verheerlijkt lichaam – immers, hoe kan het anders (?) – de dood gepasseerd moeten zijn. Deze personen zijn respectievelijk:

  1. HENOCH: “de zevende vanaf Adam” (Judas 1:14), die met God wandelde. “God nam hem weg” (Gen. 5:24), “Vóór zijn wegneming kreeg hij namelijk het getuigenis dat hij God behaagde” (Hebr. 11:5).
  2. MOZES: die op de leeftijd van 120 jaar stierf en door God Zelf werd begraven, zodat niemand zijn graf wist… (zie Deut. 34:5-7). Judas 1:9 verhaalt ons van de strijd tussen Michaël en de duivel, in welke strijd het ging om “het lichaam van Mozes”. Dit lichaam werd dus de dood niet overgegeven, maar werd opgenomen in heerlijkheid. Eén en ander MOET hebben plaatsgehad, anders zou het voor Mozes (de man van de Wet) onmogelijk zijn geweest om te verschijnen op de berg van verheerlijking, samen met Elia, om er met Jezus te spreken (zie Mark. 9:4).
  3. ELIA: van wiens hemelvaart wij het verslag hebben in 2 Koningen 2:11, “Het gebeurde, terwijl zij (Elia en Elisa) al sprekend verdergingen, zie, dat er een vurige wagen met vurige paarden kwam, die tussen hen beiden scheiding maakte. Zo voer Elia in een storm naar de hemel.”
  4. JEZUS: de Zoon des mensen. Het historisch verslag in Handelingen 1:10-11 geeft ons Jezus’ hemelvaart in tegenwoordigheid van “twee mannen… in witte kleding.”
    Zoals een ieder in Israëls leger zich onder zijn eigen banier of standaard (d.i. vaandelstok) moest scharen (d.i. in orde achter of naast elkaar geplaatst), zo vertegenwoordigen deze 4 personen de standaard van de legermachten van de Here God in de 4 onderscheiden tijdperken van Gods Raadsplan van Verlossing (zie hiervoor, op pagina 5, de “Schets van de tijdsbedelingen”)…

Wij krijgen dus achtereenvolgens:

  1. Onder de standaard van HENOCH vergaderen zich ALLE gelovigen uit DE EERSTE TIJDSBEDELING.
  2. Onder de standaard van MOZES vergaderen zich ALLE gelovigen uit DE WETSBEDELING.
  3. Onder de standaard van ELIA vergaderen zich ALLE gelovigen uit DE TIJDSBEDELING VAN ISRAËLS PROFETEN.
  4. Onder de standaard van JEZUS vergaderen zich ALLE gelovigen uit DE DERDE EN LAATSTE TIJDSBEDELING.

Deze laatste is de tijdsbedeling van de Heilige Geest of wel die van de Gemeente. Met betrekking tot Jezus wordt deze tijdsbedeling gezien als die van “de MENS Jezus”.
Gezien het bestek van deze Openbaringstudie zou het ons te ver voeren, wanneer wij over het voorgaande nog verder en nog dieper zouden uitwijden. Wel kunnen en willen wij reeds hier meedelen, dat straks, bij de behandeling van hoofdstuk 11:3 van Openbaring, dieper wordt ingegaan op “de bediening van de 2 getuigen”. De omvang en de heerlijkheid van deze bediening zullen wij straks duidelijker en beter mogen verstaan.
Nog enige typologische studies laten wij hier volgen:

  • De AREND staat voor de persoonlijkheid van HENOCH. Hij is een typebeeld van DE “HEMELVAART” (d.i. de wegvoering of bewaring[3]) VAN DE GEMEENTE in arendskracht (zie Exod. 19:4 en Openb.12:14).
  • De OS staat voor de persoonlijkheid van MOZES, de van Godswege aangewezen bevrijder van Israël en de bezorger van de Wet en de offeranden. Hij stierf, werd door God begraven, Stond daarna in Gods kracht op uit de doden en voer ten hemel. Hij typeert DE DIENSTKNECHT VAN GOD.
  • De MENS staat voor de persoonlijkheid van ELIA. Hij is het beeld van AL DIEGENEN, DIE DE AANBIDDING VAN DE BAÄL in welke vorm en gedaante ook HEBBEN GEWEIGERD EN STRAKS ZULLEN WEIGEREN.
  • JEZUS is de LEEUW van Juda (Die Zijn banier of standaard omhoog zal heffen). Wij mogen hiervoor gevoeglijk verwijzen naar: Openbaring 5:5, Jesaja 5:26, 11:10-12, 49:22, 59:19, 62:10, Psalm 20:4-6, Hooglied 2:4, 6:4 en 10.

Daar is nog een andere plaats in de Heilige Schrift, waar wij de wondervolle symbolen vinden van deze zelfde personen of levende wezens, en wel in de tabernakel van Israël. [4] In die tabernakel was op de scheidingslijn van ‘het Heilige’ en ‘het Heilige der Heiligen’ de voorhang opgehangen aan VIER PILAREN.
Verondersteld mag worden, dat wij bekend zijn met de anti-typebeelden, die dit ‘Heilige’ en ‘Heilige der Heiligen’ (ofwel: ‘Heiligdom’ en ‘Allerheiligdom’) vormen, namelijk: de tijdsbedelingen van respectievelijk die van de Gemeente en die van het 1000-jarig Vrederijk van Christus (ofwel: het Millennium).
Deze 4 pilaren spreken ons van deze 4 persoonlijkheden, die een groot aandeel hebben gehad in Gods Plan van Verlossing en die straks bij de overgang van deze beide tijdsbedelingen weer hun aandeel krijgen in datzelfde Plan, wanneer de Gemeente de VOORHANG VAN VOLKOMEN KRUISIGING zal passeren. Alles wat gebeuren zal in “deze profetische doorgangstijd” vinden wij beschreven in: Openbaring 5:8-14, 6:1-11, 7:11-12, 14:3, 15:7 en 19:4.

Openbaring 4:9, “En telkens wanneer de dieren (letterlijk: de levende wezens) heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid,…”
Een geheel nieuw toneel doet zich nu voor, een briljant schouwspel van onvergelijkelijke schoonheid en heerlijkheid speelt zich nu af… Zij die in Gods tegenwoordigheid vertoeven VERLATEN ALLEN HUN PLAATSEN om “Hem,… Die leeft in alle eeuwigheid” te aanbidden. Ja, méér nog dan aanbidden alleen, want er staat geschreven:

Openbaring 4:10-11“…wierpen de 24 ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.”
“Bliksemstralen, donderslagen en stemmen” (zie Openb. 4:5a), komende vanuit de troon, konden deze allen niet bewegen hun plaatsen te verlaten; doch niet zodra neemt de aanbidding een aanvang, of zij kunnen onmogelijk langer op hun tronen blijven zitten… en ook zij buigen zich dan neer voor de Almachtige en aanbidden “Hem Die leeft in alle eeuwigheid”, de Schepper van hemel en aarde!
Daar is geen aanbidding mogelijk zonder kennis, zonder begrip, zonder instemming met Gods raadsbesluiten. En dat is wat hier in de hemelse tabernakel, in het Koninkrijk der hemelen, het geval is.
Zij kennen hun God, zij begrijpen en verstaan ten volle Zijn wegen; zij leven in Zijn alwijze plannen en raadsbesluiten. Hun is dan ook het geestelijk inzicht GEGEVEN, want zij zijn waarlijk de Goddelijke natuur deelachtig geworden.
Zij AANBIDDEN dan ook in het volle bewustzijn van Gods grootheid en almacht, en in het diepste besef van hun eigen onwaardigheid nemen zij de KRONEN van hun hoofden en werpen die neer voor de troon, zeggende hetgeen wij geschreven vinden in vers 11 (van Openb. 4).
Wordt in het volgende hoofdstuk de waardigheid en het werk van het Lam van God geprezen, hier wordt Hem, Die Schepper en Bestuurder van alle dingen is, alle kracht toegekend en alle dank gebracht. Glorie voor God!
Hiermee wordt dan het bewijs geleverd, dat deze heiligen waarlijk de WARE KENNIS van Gods heilig Wezen en van Zijn macht bezitten!
En waarom zou God òns NU reeds al deze dingen openbaren? Met geen ander doel, dan dat wij er ons nù reeds in zouden verheugen met die onuitsprekelijke vreugde, die Hij alleen ons schenken kan; een vreugde, die alle verlangens naar iets anders te niet kan doen!
“Overvloed van blijdschap (SV: verzadiging van vreugde) is bij Uw aangezicht” (Psalm 16:11b).
Door het geloof weten wij, dat wij reeds nu de voorsmaak kunnen hebben van deze intense hemelblijdschap. Wij kunnen deze IN DIT LEVEN reeds genieten in Christus, want wat straks in de hemel onze vreugde en zekerheid uitmaakt, dat doet het op de aarde óók.
Daar is in beginsel geen onderscheid, alleen zullen wij straks dáár beter kennen, nog intenser genieten. Vandaar dan ook, dat wij nu reeds op dezelfde wijze kunnen aanbidden, zoals wij dat eenmaal in de hemel zullen doen. Wij geloven dan ook vast en zeker, dat de Heer Jezus Christus ons deze tonelen doet aanschouwen, opdat wij nu reeds zouden weten op WELKE WIJZE Hij aangebeden wil worden, HOE Hij verheerlijkt wil worden, opdat wij als WARE AANBIDDERS de Vader zouden “aanbidden in geest en waarheid” (zie Joh. 4:23-24).
O, welk een onuitsprekelijke genade! Welk een wonderbaar voorrecht in Christus! Alle vrees kan worden uitgedreven door de liefde van God, en dan… als alle vrees weg is uit ons hart, dàn pas kunnen wij aan niets anders denken dan aan het verheerlijken van Hem, Die straks als de RECHTER van de gehele wereld komen zal…

CJH Theys [5]
(1903 – 1983)

Einde van Hoofdstuk 4van het Boek Openbaring.
KLIK HIER voor hoofdstuk 5.


.
[1] Zie eventueel de studie De 7 Geesten van God en van het Lam van God, van E. van den Worm. (noot AK)
[2] Zie noot 1.
[3] Het is dan DEZE VROUW, die WEGGELEID wordt “NAAR DE WOESTIJN”… als “op arendsvleugels” (zie Openb. 12:14), om dáár door God te worden ONDERHOUDEN en GEVOED voor de duur van 1260 dagen, dit is de PERIODE van de GROTE VERDRUKKING.
Zó wordt straks de BRUIDSGEMEENTE OOK AANGENOMEN / WEGGENOMEN,… WEGGEVOERD als vervulling van het profetische, grote typebeeld, Israël, dat destijds werd weggevoerd uit het land van Egypte (het typebeeld van de wereld). “OPGENOMEN” wordt de Gemeente pas dan, wanneer de Here Jezus Christus (zichtbaar) wederkomt AAN HET EINDE VAN DE GEPROFETEERDE 1260 DAGEN, dat is dus aan het einde van de grote verdrukking! Dit is echter een “opname”… “om de Here te ontmoeten in de lucht”… om dan samen met Hem naar de aarde terug te keren om de strijd van Armageddon te strijden en om met Hem het 1000-jarig Vrederijk binnen te gaan, dat Hij zal vestigen op deze aarde, nadat Hij de antichrist en zijn goddeloze horden (dat zijn dan ALLE bewoners die dan nog op deze aarde leven – zie Openb. 13:8 en 13:15-16) zal hebben verslagen (zie Openb. 19:19-21).
>>>Uit de (vervolg)studie: Opeenvolgende profetische gebeurtenissen…”, deel 4, hoofdstuk 7, van CJH Theys. (noot AK)
[4] Als u meer wilt weten over de diep-geestelijke betekenis van deze aardse tabernakel kunnen wij u de studies Christus in de Tabernakel van CJH. Theys en/of De Tabernakel van Israël (Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God tot in alle volmaaktheid toe) van E. van den Worm aanbevelen. (noot AK)
[5] De Bijbelverzen zijn weliswaar omgezet naar de HSV-vertaling (soms met een gedeelte van de SV erbij vermeld), maar aan de oorspronkelijke (taalkundig wat oudere) tekst is – vooral vanwege tijdgebrek – weinig gewijzigd. (noot AK)

.

2 reacties op Openbaring 04 vers 5-11

  1. Robin zegt:

    Heel veel was me al bekend uit de studies van de Bethel Pinksterkerk. Maar fijn om nog even na te lezen.

    Robin

    Like

  2. A.P. Nuijten zegt:

    De eindtijdbode is een goede studie-site voor iedereen die zich wil verdiepen in de Bijbel en de komende tijd, de belangstelling is bedroevend, met gezegdes, zoals “ja er zal wel iets bestaan”, maar ze doen geen enkele moeite de Bijbel ter hand te nemen, en zoals deze site lezen waarop alles al is voorbereid. Wij, in onze woonomgeving, hebben een groepje goede gelovige jonge mensen die er zich wel in verdiepen, en alles wat wij nog kunnen leren is meegenomen. Deze goede uitleg is gewoon fantastisch, hartelijk dank en Gods zegen toegewenst.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s