KLIK HIER als u hoofdstuk 5 wilt uitprinten of downloaden.
De OPENBARING aan Johannes
De heerlijkheid van de verzoening door God de Zoon
In dit hoofdstuk komt de Persoon van de Here Jezus Christus, als het Lam van God, op de voorgrond. Hij is de 2de Persoon van de Godheid[1] en neemt uit de rechterhand van Degene, Die op de troon zit een boek ter hand, dat van binnen en van buiten beschreven is en dat verzegeld is met 7 zegels.
Het was Gods ontfermende liefde, die ons in het vorige hoofdstuk de hemelse rust èn activiteit deed aanschouwen. Deze schildering, deze profetische uitbeelding zou niet af zijn, indien er geen andere, geen nieuwe, aan toegevoegd ware. In dit hoofdstuk wordt ons meer geboden, dan het geven van heerlijkheid aan de Heer van de hemel en de aarde; hier vinden wij “de heerlijkheid van de verzoening”. Een verzoening, die volkomen in harmonie is met Gods wegen en gedachten. Wij aanschouwen het “Lam, staande in het midden van de ouderlingen, als geslacht” (zie Openb. 5:6), terwijl de 4 dieren (letterlijk: 4 levende wezens) en de ouderlingen een nieuw lied aanheffen: het verlossingslied van het Lam (zie Openb. 5:9-10).
Tot nog toe was er geen sprake van enig boek, maar nu de verschijning van het Lam van God daar is, lezen wij:
Openbaring 5:1, “En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, een boekrol (SV: een boek), van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met 7 zegels.”
Welk een treffende gelijkenis wordt ons hier geboden met hetgeen door de apostel in het Evangelie te boek werd gesteld: “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God.” (Joh. 1:1-2).
In de allereerste plaats is hier sprake van “een overvloeiende mate van openbaring en van Goddelijke raadsbesluiten en plannen met betrekking tot de aarde.” Het valt ons niet moeilijk in dit Boek het “Boek der boeken” te herkennen. En dit Boek is verzegeld. In welk verband en in hoeverre dit Boek verzegeld is, zullen wij straks zien…
In de 2 “stenen tafelen” gaf God Zijn volk het EERSTE GESCHREVEN WOORD: “… de 2 tafelen van de Getuigenis, tafelen van steen, beschreven met de vinger van God.” (Exod. 31:18b)
Deze werden geplaatst in “de Ark van het Verbond (van de Here)” (zie Hebr. 9:4). Ook werd naderhand het door Mozes geschreven boek aan de zijde van deze “Ark van het Verbond van de HERE” gelegd (zie Exod. 17:14, Deut. 17:18 en 31:24-26). Het verwondert ons dus niet, dat wij dit met 7 zegels verzegelde Boek hier bij Gods troon aantreffen. Nogmaals, in dit Boek herkennen wij GODS WOORD of DE BIJBEL! Het is HET BOEK VAN VERLOSSING of HET BOEK waarin GODS PLAN DER EEUWEN is vastgelegd! En laat ons hierbij niet vergeten, dat dit Boek het enige is, dat ons licht verschaft ten aanzien van de schepping, de verlossing door het Bloed en de Eeuwige Staat!
Ieder mens verkeert zonder dit Boek in groot gevaar. Zonder de kennis aangaande het leven en de wereld, waarin de mens zich bevindt, zal hij gewis en zeker verdwalen en uiteindelijk in de afgrond vallen… De Bijbel is het geschreven Woord van God of wel GODS GESCHREVEN OPENBARING. Laten wij dan dit Woord in de ark van ons hart bewaren, want in Psalm 138:2 staat geschreven: “Gij hebt vanwege Uw ganse Naam Uw Woord groot gemaakt.” (SV)
Dit Boek is “van binnen en van buiten beschreven”, hetgeen zeggen wil, dat dit Boek compleet is. Het is HET ENIGE BOEK DAT COMPLEET IS. Daardoor laat het geen ruimte voor toevoegingen, veranderingen of het afdoen van woorden of iets dergelijks. Openbaring 22:18-19 slaat per slot van rekening niet alleen op het Boek Openbaring zelf, maar op de gehele Bijbel.
Alhoewel de Bijbel voor een ieder GEOPEND is, in de zin dat allen de “verborgenheden” daarin vervat vrijelijk mogen naspeuren, is dit Boek toch “verzegeld met 7 zegels”.
Wat dienen wij hieronder te verstaan? De Bijbel is Gods openbaring, die verstaan kan worden voor zover God Zelf licht schenkt, maar verder een mysterie blijft, totdat het Goddelijk bevel wordt gegeven om deze 7 zegels te verbreken!… Hoe meer nu het einde van deze tijdsbedeling in zicht komt, hoe meer ook de “verborgenheden” van Gods Woord geopenbaard worden!
In dit huidig tijdsgewricht worden vele dingen nog “vaag onderscheiden” en zien wij van vele dingen slechts de “omlijningen”, maar wij geloven uit het diepst van ons hart, dat de Geest van profetie Zijn uitnemende en verheven plaats in de Bruidsgemeente zal innemen, wanneer straks Joëls profetie[2] ten volle zal worden vervuld in de machtige uitstorting van de “Spade Regen”. Zo zal de “profetische blik van het lichaam” toenemen en zullen de toekomende dingen ook scherper worden onderscheiden. Halleluja! Maar laten wij één en ander nader bekijken.
In vers 1 lezen wij over “de rechterhand van Hem Die op de troon zat”. Gods RECHTERHAND is het symbool van Goddelijke AUTORITEIT en KRACHT, terwijl OVERWINNING vervat is in de opening van de zegels. Nog vóór de slotbedeling ten einde loopt, moeten ALLE ZEGELS geopend zijn… Er is sprake van ZEVEN zegels. ZEVEN slaat, hetzij symbolisch, hetzij profetisch, altijd op “het einde van deze huidige tijdsbedeling”.
ZEGELS hebben altijd betrekking op OORDELEN. En dit willen wij hier alvast betuigen: Gods oordelen zullen op grond van Gods Woord volledig worden voltrokken en wel in hun “7-voudige werking”! Laten wij in dit verband ook lezen:
“Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen. Ik echter, ik hoorde het wel, maar ik begreep het niet. En ik zei: Mijn Heere, wat zal het einde hiervan zijn? Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim (SV: toegesloten) en VERZEGELD tot de tijd van het einde. Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen (SV: verstaan).” (Dan. 12:7-10)[3]
Hier wordt ons de OMVANG van GODS PROGRAM VAN DE LAATSTE DAGEN geprofeteerd. Wij mogen door dit Schriftgedeelte verstaan, dat de OPENING VAN DE ZEGELS ook DE BEËINDIGING VAN ONZE TIJDSBEDELING is!
Hoe wondervol en tegelijkertijd hoe ontstellend! Alhoewel deze opening van de zegels het onderwerp van het volgende hoofdstuk is, willen wij hier nog even stil blijven staan bij een “schaduwgebeuren”, dat haar profetische waarde heeft met betrekking tot een nabije en dus nog toekomstige gebeurtenis.
Op de gedenkwaardige “Grote Verzoendag” van Israël trad de hogepriester het ‘Heilige der Heiligen’ binnen met het bloed der verzoening om dit zoenbloed te sprenkelen OP en VOOR het verzoendeksel van “de Ark van het Verbond van de HERE”. De “Grote Verzoendag” vinden wij beschreven in Leviticus 16; en daar lezen wij ook, dat deze handeling slechts éénmaal per jaar werd verricht. De Here Jezus Christus is onze HOGEPRIESTER, Die EENS EN VOOR ALTIJD het meest Heilige (in de hemelen) is binnengegaan, om daar met Zijn eigen kostbaar Bloed verzoening te doen voor de zonden der wereld:
“Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.” (Hebr. 9:11-12)
Wanneer straks het tegenbeeld van de Grote Verzoendag geheel vervuld zal zijn, zullen allen die het offer van onze Here Jezus Christus niet hebben willen aannemen, en die daarmee hebben getoond niet te geloven in het Eeuwig Evangelie van Verlossing door de uitstorting van het Bloed van het Lam, ook kennis maken met de volle maat van Gods rechtvaardige OORDELEN, die over deze aarde zullen gaan.
Immers sprenkelde de hogepriester op de Grote Verzoendag niet alleen het bloed zevenmaal op het verzoendeksel – hetgeen het beeld vormt van Gods genade op grond van ons geloof – maar ook zevenmaal in de woestijngrond, hetgeen het beeld vormt van Gods oordelen op grond van de verwerping van het Zoenbloed! Het komt er op aan om NU te geloven in de Here Jezus Christus, als het geslachte Lam van God, Dat de zonden der wereld heeft weggedragen. Dit houdt in de aanname van Hem als onze persoonlijke Verlosser en Zaligmaker. Alsdan worden wij gerechtvaardigd door het geloof! En hoe heerlijk dàn te weten, dat wij VRIJ zullen zijn van AL de oordelen Gods! Halleluja!
Openbaring 5:2-3, “En ik zag een sterke engel, die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken? Maar er was niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien.”
Wie toch zou bekwaam zijn om Gods plannen en besluiten te ontvouwen en uit te voeren? Geen schepsel kan hierop aanspraak maken. Noch engelen, noch mensen, noch duivelen; neen, alleen DE LEEUW VAN JUDA (zie vers 5, hieronder) is hiertoe waardig…
Hoe hoogst belangrijk is de opening van het Woord van God en hoe verschrikkelijk is het, als dit Woord toegesloten zou moeten blijven en het mensdom in duister zou moeten blijven tasten. Het gebrek aan kennis van Gods Woord is dan ook voldoende reden voor een ieder om met Johannes te wenen.
Openbaring 5:4-5, “En ik (d.i. Johannes) huilde erg, omdat er niemand werd gevonden die het waard was die boekrol te openen, te lezen of in te zien. En één van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn 7 zegels te verbreken.”
Gode zij dank! Halleluja! DE LEEUW UIT de stam van JUDA HEEFT OVERWONNEN! Jezus Christus heeft waarlijk overwonnen! Inderdaad, dit Boek MOET geopend worden, wil de Gemeente haar inspiratie niet verliezen en verstoken blijven van iedere openbaring, want het is enkel en alleen het Woord van God, dat de Gemeente de zo nodige kennis en begrip zal geven van en aangaande de SLOT-GEBEURTENISSEN en de WERKINGEN VAN DE HEILIGE GEEST op het einde van deze “Tijdsbedeling van het Evangelie”.
“Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht.” (Psalm 119:130)
“Als er geen visioen (SV: profetie) is, raakt een volk losgeslagen,” (Spreuken 29:18a). Amen.
Hoe indrukwekkend is hier de beschrijving van de Here Jezus Christus. Voor zo veel het vlees aangaat, is Hij gesproten (d.i. voortgekomen) uit de stam van Juda. Jakobs profetie (zie Gen. 49:8-10), uitgesproken op zijn sterfbed, vindt in Jezus haar vervulling, want Hij is DE LEEUW uit Juda’s stam, Die vol majesteit en grote kracht zich vertoont.
Hij is niet alleen “de Spruit” (d.i. een afstammeling) uit Juda’s stam (zie o.a. Hebr. 7:14 en Jer. 23:5-6), Hij is ook de “Wortel van David”. Davids ZOON is tegelijkertijd Davids HEER! Heeft Johannes de Doper niet geprofeteerd: “Híj, is het van Wie ik gezegd heb: Nà mij komt een Man Die vóór mij geworden is, want Hij was er eerder dan ik” (Joh. 1:30)
In dit tafereel staat de Here Jezus Christus voor ons als God èn Mens èn Overwinnaar. Ja, Hij heeft zonde, dood en duivel overwonnen! Glorie voor Hem! Halleluja!
Nu is echter het meest wonderbaarlijke van alles, dat wij in het vervolg van dit verslag géén Leeuw zien optreden. Door de apostel werd HET LAM gezien. In plaats van het symbool van kracht en koninklijke majesteit, dat de leeuw is, vertoont zich nu voor ons oog “het zinnebeeld van zwakheid… en van dood…, namelijk: “HET LAM… ALS GESLACHT…” (zie vers 6, hieronder). Maar laten wij goed letten op de verdere beschrijving:
Openbaring 5:6, “En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de 4 dieren (letterlijk: 4 levende wezens) en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met 7 horens en 7 ogen. Dat zijn de 7 Geesten van God[4], die uitgezonden zijn over heel de aarde.”
“Te midden van de troon…”, in het CENTRUM van het Koninkrijk der hemelen, werd HET LAM VAN GOD gezien…
Noch in de hemel, noch op de aarde, noch in de hel werd er iemand gevonden, die waardig bevonden werd om het boek met de 7 zegels te openen, met uitzondering van Jezus Christus, “het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!” (zie Joh. 1:29).
Maar Jezus was er ook als “de Leeuw Die uit de stam van Juda is” (volgens Openb. 5:5). Het Lam met het hart van een Leeuw! Ja, dat is het! Halleluja! Hij is óók (volgens Openb. 5:5) “de Wortel van David”:
“Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan (SV: aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken). Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde. In Zijn dagen zal Juda verlost worden en Israël onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: de HEERE ONZE GERECHTIGHEID.” (Jer. 23:5-6)
Dit indrukwekkend tafereel doelt op DE VOLKOMEN VERZOENING DOOR HET BLOED VAN HET LAM. Deze verzoening, volbracht door Jezus Christus op het kruishout, zal van eeuwigheid tot eeuwigheid in herinnering worden gehouden. Want het is UITSLUITEND VANWEGE DEZE VERZOENING, dat Jezus thans in de hemelen Zijn uitzonderlijke, verheven positie inneemt!
VERZOENING is niet alleen de meest wondere aangelegenheid in het ganse heelal, maar zij is ook het grootste thema in de Bijbel!
“God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het Woord van de verzoening in ons gelegd.” (2 Kor. 5:19)
“en dat Hij (d.i. God) door Hem (d.i. Jezus Christus) alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, ja door Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn.” (Kol. 1:20)
Voorwaar, de verzoening gaat terug tot Adam en reikt tot ver in de… toekomst. Zij is niet uit te meten! Niemand kan ten volle de hoogte en diepte, de lengte, en de breedte van Johannes 3:16 verstaan:
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”
VERZOENING BRENGT HEMEL EN AARDE TOT ELKAAR! Daarvandaan dan ook, dat zij geldend is sinds de grondvesting van de wereld en dat ze dat ook zal zijn als de gehele schepping vòl zal zijn van de gerechtigheid van God… tot in der eeuwigheid. Amen.
“Zeven horens en zeven ogen” (zie vers 6 hierboven) heeft het Lam van God! Wederom het getal 7, dat op GODDELIJKE VOLKOMENHEID doelt.
Hier is sprake van het symbool van Goddelijke kracht en alwetendheid. “Mij is gegeven ALLE macht in hemel en op aarde” (Matth. 28:18), was Jezus’ eigen verklaring aan Zijn discipelen nà Zijn opstanding uit de doden. Geprezen zij Zijn Naam!
“Want er zal een Twijgje opgroeien (SV: een rijsje voortkomen) uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN. Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen.” (Jesaja 11:1-3).
“De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God; om alle treurenden te troosten; om aangaande de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken.” (Jesaja 61:1-3).
En zoals al eerder betuigd, vinden al deze profetieën hun algehele vervulling in niemand anders dan… Jezus Christus, de Here!
Het hoeft ons daarom niet te verwonderen, dat hier terzelfder tijd gesproken wordt van “de 7 Geesten van God[5], die uitgezonden zijn over heel de aarde”. Deze staan voor DE VOLHEID VAN DE GEEST, de Heilige Geest, Die over de gehele aarde al dat gezegende werk, genoemd in al de profetieën, zal bewerkstelligen. En als wij bedenken, dat de profeet Jesaja één en ander ongeveer 700 jaar vóór de geboorte van de Christus te Bethlehem profeteerde, dan moeten wij, ziende de vervulling ervan in de Here Jezus Christus, de nauwkeurigheid van het gesproken profetische Woord wel vaststellen. God zij de glorie!
Het allereerst is van het werk van de Messias genoemd: HET BRENGEN VAN DE BLIJDE BOODSCHAP. Hoe wonderbaar! Het is de opening van HET WOORD VAN DE LEVENDE GOD OVER DE GEHELE AARDE! Hoe machtig en schoon en hartveroverend is deze bediening! Is er een heerlijker aanblik, dan de Koning der koningen en Here der heren in het midden van de troon als het Lam, Dat geslacht is? Dit doet ons de verzoening verstaan als DE GRONDSLAG VAN ALLES! Niet alleen als de grondslag van ONZE AANNEMING BIJ GOD, van DE VERGEVING VAN DE ZONDEN en van DE EEUWIGE HEERLIJKHEID, dat ook ons deel zal zijn, maar óók HET HERSTEL VAN ALLE DINGEN.
O, hoe wondervol is Jezus’ Bloed en hoe heerlijk verlossend is de Blijde Boodschap, het Evangelie! Halleluja! Voor dit alles en nog voor veel meer heeft Jezus “het kruis verdragen en de schande veracht (om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld)” (zie Hebr. 12:2).
“Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden.” (Hebr. 13:15).
“Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied.” (Hebr. 12:28).
Openbaring 5:7, “En Het (Lam) kwam, en heeft de boekrol genomen uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat.”
God heeft ons hiermee willen tonen, dat ALLE heerlijkheid verenigd is in de Christus, het Lam, Dat hier beneden zo gesmaad en verworpen werd. Schoon Zijn kruisoffer hier op aarde aan alle verwachtingen de bodem in te slaan, toch heeft het de weg geopend voor de openbaring van hoog verheven plannen en Goddelijke raadsbesluiten. Bekeken vanuit menselijke gezichtshoek spreken zowel kruis als graf van nederlaag en vernietiging! Hij, Die kwam om te zegenen, om duivelen uit te werpen, om ziekten en kwalen te genezen en om zonden te vergeven, werd algeheel verworpen; Hij werd een prooi des doods… Maar God sloeg juist deze weg van een zich ontfermende, mateloze liefde in, om straks Zijn heerlijkheid in volle glans te kunnen openbaren en om allen, die Hem hebben aangenomen door in Hem te geloven, te kunnen zegenen naar de volheid van die liefde en genade. Hierin bestond en bestaat nog de vreugde van God.
Met alle vrijmoedigheid schrijven wij, dat de ZOON VAN GOD (gelijk Hij van alle eeuwigheid af de vreugde en het welbehagen van de Vader was en gelijk Hij, Mens geworden in de schoot van de maagd van Israël door de machtige overschaduwing van de Geest van God, de blijdschap van de ziel van de Vader was), toen Hij in dit ondermaanse (d.i. aardse) tranendal wandelde en Zijn Vader in alles verheerlijkte, dat Diezelfde Zoon van God, nù met eer en heerlijkheid is bekleed, TOT IN DER EEUWIGHEID HET MIDDELPUNT VAN HET HEELAL, het welbehagen van het hart van de Vader, het eeuwige Voorwerp van Zijn voortdurende, eeuwige vermaking is.
Welk een voorrecht voor ons, geschonken in Jezus, om aan die voortdurende vreugde en welbehagen van de Vader te mogen deelhebben!
Tot in alle eeuwigheid zullen wij Hem zien als “het Lam Dat geslacht is” (zie Openb. 5:12) en zullen wij ons in Hem als zodanig verblijden. Alle eeuwigheden door zullen de tekenen van Zijn lijden en sterven aan Zijn gezegende en volheerlijke Lichaam te zien zijn! Glorie voor God!
Openbaring 5:8, “En toen Het (Lam) de boekrol genomen had, wierpen de 4 dieren (letterlijk: de 4 levende wezens) en de 24 ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen (SV: fiolen – dat zijn flessen met een ronde buik en lange hals) vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.”
Wat een wonderbaar toneel vertoont zich hier voor onze ogen. “Het Lam kwam, en heeft de boekrol genomen…” (zie Openb. 5:7). Zodra deze daad een feit was, ontstond er een grote beweging onder al de heiligen in de hemel. Evenals in het voorgaande hoofdstuk de 4 dieren Gods lof verkondigden en de 24 ouderlingen zich neerbogen “voor Hem Die op de troon zat” (zie Openb. 4:10), zo vallen ook hier de 4 dieren en de 24 ouderlingen voor HET LAM neer en brengen Hèm hun dankzegging en aanbidding. Hoe onuitsprekelijk heerlijk en gezegend is het om dit te aanschouwen!
Hoewel het Lam het boek/de boekrol alleen (nog) maar heeft genomen – Hij heeft het nog niet geopend – vervult dit feit reeds de harten van de heiligen met blijdschap en dankzegging… Er blijft voor ons niets anders meer over dan óók lof, dank en AANBIDDING te brengen aan het Lam, Dat ALLES heeft volbracht. Deze aanbidding van het Lam van God is de hoogste trap van verheerlijking van Degene, Die op de troon is gezeten, omdat God in “het Lam Dat geslacht is” (zie Openb. 5:12), al Zijn hoedanigheden en eigenschappen HET HOOGST VERHEERLIJKT ziet!
Zoals eertijds, bij feestelijke gelegenheden in Israël, zilveren bazuinen zich deden horen en later, tijdens de regering van David, harpen hun liefelijke tonen deden weerklinken, zo dragen ook hier de 24 oudsten citers in hun handen, waarmee zij op zachte tonen het loflied van de bevrijding doen weerklinken door de ruimten van het Koninkrijk der hemelen, terwijl uit de gouden fiolen (of schalen) vol reukwerk de gebeden van de heiligen tot God Almachtig opstijgen…
Openbaring 5:9-10, “En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam (SV: uit alle geslacht), taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over (SV: heersen op) de aarde.”
Een “nieuw lied” werd er gezongen! HET LIED VAN HET VOLBRACHTE WERK. Dit toont ons overduidelijk welk een wonderbaarlijke en verheven plaats HET WOORD heeft in Gods eeuwig voornemen en plan.
Dit loflied van verlossing wordt hier het “nieuwe lied” genoemd, in tegenstelling met al de OUDE liederen van de OUDE BEDELING, waarin van een volkomen verlossing nog geen sprake kon zijn. Immers, al het bloed, dat van Israëls altaren afstroomde was een VOORAFSCHADUWING van dat enige en volmaakte offer, dat toen nog komen moest. Het schaduwbeeld moest toen nog plaatsmaken voor het feit zelf, HET WARE OFFER OP GODS ALTAAR: GOLGOTHA !
“Zing voor Hem een nieuw lied.” (Psalm 33:3a)
“O God, ik zal een nieuw lied voor U zingen.” (Psalm 144:9a)
De inhoud van het loflied, dat wij nù aanheffen is in wezen gelijk aan die van de lofzang in de hemel. De merkwaardige overeenstemming tussen het loflied, gezongen door de Gemeente hier op de aarde, en dat, gezongen door de heiligen in de hemel, getuigt voor tijd en eeuwigheid op een treffende wijze, dat zulk een lofzang en aanbidding en dank alleen de Here Jezus Christus toekomt.
Openbaring 5:11, “En ik zag, en hoorde een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren (letterlijk: de levende wezens) en van de ouderlingen. En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen.”
Na de 24 ouderlingen komen de tienduizendmaal tienduizenden engelen, die eveneens het geslachte Lam alle hulde bieden… Tussen Gods troon en die van het Lam… en de heiligen bevinden zich geen engelen. Zij vormen de tweede kring, terwijl de heiligen die troon onmiddellijk omringen. En toch, zonder een zweem van jaloezie – in de hemelen wordt deze nu niet meer gevonden – verlustigen de engelen zich met grote blijdschap in de heerlijkheid van het Lam en in de door Hem volbrachte verlossing, want “ze zeggen met luide stem”:
Openbaring 5:12-13, “En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging. En ELK SCHEPSEL dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.”
Hier is sprake van de UNIVERSELE aanbidding van onze Here Jezus Christus, waarmee Zijn Goddelijkheid wordt bevestigd! Ook mogen wij hier de tegenstelling zien tot het zuchten van de schepping, dat heden ten dage wordt gehoord: “Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.” (Rom. 8:22)
De apostel Johannes zag hier weliswaar nog slechts het begin van die eindeloze heerlijkheid en lofprijzing, die in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde zullen plaatshebben… want… er moet nog onnoemelijk véél gebeuren, eer satan en zijn werken VOLKOMEN zijn overwonnen en verbroken, eer alle gevolgen van de zonde uit Gods schepping zijn verdwenen, maar toch kunnen onze oren nu al deze lofzang opvangen…
Openbaring 5:14, “En de 4 dieren (letterlijk: de 4 levende wezens) zeiden: Amen. En de 24 ouderlingen wierpen zich neer en aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid.”
Aldus is de algemene vreugde groot, en worden God en het Lam aanbeden vanwege de grootte en de diepte van de genade van God, ten toon gespreid in de volbrachte verzoening.
Alvorens de behandeling van dit hoofdstuk te beëindigen, willen wij eerst nog even voor een globaal overzicht de inhoud van de hoofdstukken 4 en 5 kort samenvatten. Wij onderscheiden dan 3 hoofdpunten, te weten:
- God is gezeten op Zijn troon en van deze troon gaan bliksemen en donderslagen en stemmen uit.
- Alles wordt gesteld in de handen van “het Lam, Dat geslacht werd”; en aan “de 7 Geesten van God”[6] wordt de ten uitvoerlegging toevertrouwd van al de plannen en raadsbesluiten van God.
- De grootste rust, maar ook de grootste activiteit, omringt de troon, terwijl intense vreugde en aanbidding in Gods heilige tegenwoordigheid worden gekend.
Bij de behandeling van de volgende hoofdstukken zullen wij zien, hoe de profetie in het Boek Openbaring wordt aangevuld door de gewisse voorzeggingen van de profeten van het Oude Verbond. In het Boek Openbaring wordt ons de aaneenschakeling van toekomende gebeurtenissen[7] gegeven. Door deze gebeurtenissen op de voet te volgen is het mogelijk – en elk kind van God, dat nadenkt, zal dit moeten erkennen – om de tijd van de wederkomst van de Heer bij benadering te bepalen.
Dan zal Hij komen “met Zijn tienduizenden heiligen, om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen (SV: te straffen) voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben.” (zie Judas 1:14-15).
Immers, eerst vinden wij de beschrijving van alle gebeurtenissen, die de komst van Christus in heerlijkheid en met grote kracht op aarde MOETEN VOORBEREIDEN: gebeurtenissen, die Zijn Gemeente moeten brengen in de conditie “zonder smet (SV: vlek) of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos (SV: onberispelijk) zou zijn.” (zie Ef. 5:27), waarna Hij, na AANNAME, WEGNAME en ‘OPNAME’[8] van de Gemeente, zal verschijnen met al de heiligen…
Moge daarom ons getuigenis nù gelijkluidend zijn aan dat van de Christenen toenmaals te Thessalonika; zij waren namelijk “van de afgoden tot God bekeerd… om de levende en waarachtige God te dienen, en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten” (zie 1 Thess. 1:9b-10a).
JEZUS KOMT! Hem mogen wij verwachten; naar Zijn Wederkomst kunnen wij uitzien! Want “wij hebben het profetische Woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan!” (2 Petr. 1:19a).
Amen.
CJH Theys [9]
(1903 – 1983)
Einde van ‘Hoofdstuk 5’ van het Boek Openbaring.
KLIK HIER voor hoofdstuk 6.
.
[1] In Deut. 6:4 staat: “Luister, Israël! De HEERE, onze God; de HEERE is één (dus één Persoon)!”
Dit wordt ook onderschreven door het feit, dat de beide cherubs en het verzoendeksel uit één brok goud moesten worden gesmeed (d.i. geslagen) (zie Exodus 25:18). De beide cherubs en het verzoendeksel beelden onze almachtige God in Zijn drie openbaringsvormen uit. De cherubs beelden de Vader en de Heilige Geest uit, en het verzoendeksel beeldt het Lam, de Zoon van God uit. Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. De leer, dat God uit drie personen bestaat, is een dwaling. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.
Net zoals wij mensen ook bestaan uit: lichaam, ziel en geest. (noot AK)
[2] Joël 2:28-29, “Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal UITSTORTEN op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest UITSTORTEN.”
*) Zie eventueel de studie “De ‘Spade Regen opwekking’”, van H. Siliakus. (noot AK)
[3] Voor meer uitleg over dit Bijbelvers, zie de ‘vers voor vers’ studie van het Bijbelboek “Daniël (deel 3)”, blz. 267 t/m 272, van CJH Theys. (noot AK)
[4] Zie eventueel de studie “De 7 Geesten van God en van het Lam van God” van E. van den Worm. (noot AK).
[5] Zie noot 4.
[6] Zie noot 4.
[7] Zie eventueel de (vervolg)studie: “Opeenvolgende profetische gebeurtenissen voorafgaand aan het einde van de huidige tijdsbedeling” van CJH Theys. (noot AK)
[8] Met ‘OPNAME’ wordt hier bedoeld: De Here tegemoet gaan in de lucht, om met Hem naar de aarde terug te keren, volgens 1 Thess. 4:15-17.
(Ingekorte) Uitleg uit de Studiebijbel: De tekst van 1 Thess. 4:15-17 gaat onder andere over:
a. De Here Zelf zal… NEERDALEN uit de hemel, en
b. Wij… zullen… WEGGENOMEN worden in de wolken, naar een ONTMOETING met de Here in de lucht (volgens de Hernieuwde Statenvertaling). In de (oude) Statenvertaling staat: opgenomen worden,… de Here TEGEMOET.
De Studiebijbel (deel 8.) zegt het volgende over 1 Thess 4:15-17, en dan vooral over bovenstaande 2 punten (a en b):
“Vanaf dit (15de) vers staat er ‘Christus’ of ‘Heer’ en niet meer Jezus, omdat het nu over de verheerlijkte Zoon van God gaat. (Dus moet het m.i. over de periode NA de Grote Verdrukking gaan, want als het gaat over de verheerlijkte Zoon van God, kan het toch niet zo zijn dat de antichrist nog tijd en gelegenheid krijgt om zijn gruwelplannen uit te voeren? – noot AK) …
a. ‘Neerdalen’ (namelijk vanuit de hemel, vergelijk Dan. 7:15, 1 Thess. 1:10 en Openb. 21:2 en 10) moeten we letterlijk nemen, evenals het opvaren (van Jezus – noot AK) naar de hemel (zie Hand. 1:9-11). …
b. Het Griekse woord “harpazomai” (d.i. ‘gegrepen worden’, ‘WEGGENOMEN worden’), spreekt over een plotselinge verplaatsing door goddelijk ingrijpen (zie Hand. 8:39 en Openb. 12:5 – vergelijk Gen. 5:24 en 2 Kon. 2:11). …
Het Griekse woord “eis apantēsin” (letterlijk: naar de ONTMOETING), was de vaste uitdrukking voor het buiten de stad tegemoet gaan en verwelkomen van een belangrijke bezoeker (zie Matth. 25:6 en Hand. 28:15), meestal een vorst, om hem EEN GELEIDE te geven BIJ ZIJN AANKOMST.
‘In de lucht’ geeft aan waar de ontmoeting plaatsvindt: tussen hemel en aarde. Het blijft hier onduidelijk
>>> of de Heer met Zijn Gemeente eerst terugkeert naar de hemel (vergelijk Joh. 14:3),
>>>of dat na de ontmoeting de gemeente de Heer begeleidt NAAR DE AARDE.
Het “eis apantēsin” pleit voor HET LAATSTE.”
Zie eventueel het artikel “Een ANDER geluid – Is de visie aangaande de zgn. OPNAME wel juist?”, van A. Klein. (noot AK)
[9] De Bijbelverzen zijn weliswaar omgezet naar de HSV-vertaling (soms met een gedeelte van de SV erbij vermeld), maar aan de oorspronkelijke (taalkundig wat oudere) tekst is – vooral vanwege tijdgebrek – weinig gewijzigd. (noot AK)
.