KLIK HIER als u hoofdstuk 13 wilt uitprinten of downloaden.
De OPENBARING aan Johannes
De antichrist en zijn heerschappij
Inleidende beschouwing
Hoofdstuk 12 van het Boek Openbaring eindigt met de volgende woorden: “En ik stond op het zand bij de zee” (vers 18). Vanzelfsprekend is dit “profetische taal”. Ook al in verband met alles, wat volgt, moeten wij opmerken, dat de apostel heeft geprofeteerd voor de toekomst. En al is deze (toekomst) dan ook al zo dichtbij gekomen, gezien de ontwikkelingen in onze dagen op sociaal terrein, op politiek-economisch gebied, in de sector van wetenschappen en technische structuren, enzovoort, enzovoort, tòch is de “ontplooiing”, zoals deze door Johannes – de ziener van Patmos (zie Openb. 1:9)[1] – in hoofdstuk 13 wordt uitgeschilderd nog niet daar. Hoelang deze nog op zich zal laten wachten, is een zaak van de Here, en houdt direct verband met het “toenemen van de geestelijke groei van het Lichaam van Christus”: de Gemeente.
Want de nederwerping van satan op de aarde, heeft direct tot gevolg: de manifestatie van de antichrist, ofwel van satan gepersonifieerd in het vlees. Zodra als hiervan sprake is, zodra als deze manifestatie (van satan die, vanaf dat moment, als antichrist, lijfelijk aanwezig is op aarde, omdat hij een persoon volledig in bezit heeft kunnen nemen – noot AK) een historisch feit is, zal de profetische periode van “de Grote Verdrukking” een aanvang nemen. Om hetgeen hiermee gepaard gaat goed te (kunnen) verstaan, willen wij hieronder een schets geven van wat wij zullen noemen: “De Waarheid van de tijdsbedelingen”. Deze schets (te zien via de PDF) is noodzakelijk om het gevolg, dat hieruit getrokken is, de 3½ jaar durende Grote Verdrukking, te kunnen verklaren.
De Godheid kent 3 Persoonlijkheden (of: Openbaringsvormen)[2] – namelijk de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest – en in deze DRIE hebben wij HET FUNDAMENT van alle dingen (zie Kol. 1:12-17). Zo kennen wij ook DRIE TIJDSBEDELINGEN: die van de Vader, van de Zoon, en van de Heilige Geest. De Schrift openbaart ons, dat deze tijdsbedelingen gemeten worden door het Woord van de levende God (zie Ef. 1:10 en Hebr. 11:3). De apostel Petrus – die, door de openbaring van de Geest, kennis droeg van het eeuwige voornemen Gods – heeft onder de sanctie van de Heilige Geest het volgende geschreven:
“Maar laat vooral dit (SV: DEZE ENE ZAAK) u niet ontgaan, geliefden, dat ÉÉN DAG bij de Heere is als DUIZEND JAAR en DUIZEND JAAR als ÉÉN DAG.” (2 Petr. 3:8)
En dit Woord is in volkomen harmonie met dat van de psalmist:
“Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren,….” (Ps. 90:4)
Daar zijn zodoende 2 dagen van elk 1000 jaar in één tijdsbedeling; dus 6 profetische dagen in de 3 eerder bedoelde tijdsbedelingen (3×2=6) of 6×1000 jaar = 6000 jaar. Aangezien wij 7 dagen kennen in de Scheppingsweek van de Here en ook in de Verlossings- of ‘Restauratie’-week (zie en bestudeer de “PROFETISCHE KAART van de tijdsbedelingen” – zie noot[3]) zo blijft er nog 1 dag over; de 7de dag of de laatste profetische dag van 1000 jaar. Deze “dag” is de “Grote (Profetische) Sabbat des Heren”, waarvan wij kunnen lezen in Openbaring 20:1-6.
De “70-weken Profetie” van Daniël[4] (zie hoofdstuk 9:20-27) harmonieert met hetgeen in Openbaring geschreven staat voor wat betreft de 3½-jaar-durende-Grote-Verdrukking van de antichrist. Daar zijn in de genoemde profetie 2 tijdsperioden, die tezamen 69 weken vormen van de 70. Wij lezen dan:
“U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er 7 weken en 62 weken (en 7+62=69).” (Dan. 9:25a)
Deze leiden ons dus tot Messias, de Vorst…
Daar blijft zodoende nog maar ÉÉN WEEK over van de 70. Daarom is het ook de Messias, Die “het verbond één week zal versterken, om in de helft van die week het slachtoffer en het spijsoffer te doen ophouden”[5] (zie Dan. 9:27a, SV).
Slachtoffer en Spijsoffer behoren bij de WET van Mozes, en de enige manier om beide een halt toe te roepen is door beide te “vervullen”; en dit heeft Jezus gedaan bij Zijn 1ste komst op aarde! Dit was dan ook het enige doel van Zijn komst; de Wet te vervullen, waardoor Hij heeft kunnen uitroepen “HET IS VOLBRACHT!” (zie Joh. 19:30).
In Daniël 9:27 staat geschreven: “Halverwege de week”; dat is dus op het MIDDEN van de week. De enige doorslaggevende conclusie is dus deze:
Christus kwam destijds (naar deze aarde) om “het Verbond” gedurende één week te vervullen en te versterken, zoals de profeet (in Daniël 9:27) heeft geprofeteerd. Maar op het midden van de week werd Hij gekruisigd. Jezus werd de Messias, toen Hij 30 jaar oud was en heeft het Evangelie dus 3½ jaar gepredikt en toen werd Hij gekruisigd! Daar is niets vreemds aan, wanneer wij de profetische waarheid onderkennen. Maar, dan resten er ook alleen nog maar 3½ jaar van die laatste week – ofwel: de laatste halve week – om te worden “vervuld”. Deze laatste helft van de 70ste week valt in het raadsplan van God aan het einde van de tegenwoordige tijdsbedeling (waar het “tot aan de voleinding“, in Dan. 9:27, op wijst). Wij noemen deze de “vervolmakings-periode” (van “consummation”, het Engelse woord voor: voltooiing, voleindiging, einde en/of vervulling). De hierna volgende schetsen (te zien via de PDF) zullen het bovenstaande verduidelijken…
De apostel Johannes stond dus (volgens Openb. 12:18) “op het zand bij de zee”, en zag toen uit de zee een beest opstijgen… Zoals wij eerder al hebben mogen opmerken, is “DE ZEE” met haar onstuimige golven het zinnebeeld van de VOLKEREN, die vanwege vele en velerlei omwentelingen (profetische “bewegingen” in de geschiedenis van volken en/of landen enz.!) in heftige beroeringen zijn.
In Openbaring 17:15 lezen wij onder meer:
“De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen”.
In Jesaja17:12-13 wordt hetzelfde beeld gebruikt:
“Wee, het rumoer van vele volken, ze razen als het razen van de zee; en wee, het gedruis van natiën, zij maken een gedruis als het bruisen van geweldige wateren. Al maken de natiën een gedruis als het bruisen van machtige wateren, Hij bestraft het,…”.
Bestudeer in dit verband ook nog Jesaja 57:20 en Daniël 7:2. De betekenis van de hier gebruikte profetische taal wordt dan nog duidelijker.
Voordat wij verder gaan met de ontvouwing van het 13de hoofdstuk van Openbaring, lijkt het ons nuttig om, aan de hand van de hierna volgende schets (te zien via de PDF) van de gebeurtenissen rond de eindtijd, te komen tot een nog beter begrip en inzicht…
Het beest, dat uit de volkerenzee opkomt
Openbaring 13:1-10, “En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat 7 koppen (SV: hoofden) en 10 horens had, en op zijn horens waren 10 diademen[6] (SV: koninklijke hoeden), en op zijn koppen een godslasterlijke naam. En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht. En ik zag één van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren? En het (beest) werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit 42 maanden lang (d.i. 3½ jaar, de periode van de grote verdrukking) te doen. En het (beest) opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent (SV: tabernakel, en volgens Openb. 21:3 is deze Tabernakel Gods de Here Jezus Christus) en hen die in de hemel wonen[7]. En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen[8] , en hem werd macht gegeven over elke stam (SV: alle geslachten), taal en volk. En allen die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden, althans van wie de namen NIET zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af. Indien iemand oren heeft, laat hij horen. Als iemand in gevangenschap voert, die gaat zelf in gevangenschap. Als iemand met het zwaard doodt, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding (SV: de lijdzaamheid) en het geloof van de heiligen.”
Hoofdstuk 13 van Openbaring begint alzo met DE ANTICHRIST; hij is dat “BEEST”, dat uit de volkerenzee opkomt. De uitbeelding, ons in dit hoofdstuk gegeven, is gerechtvaardigd vanwege de (Goddelijke) openbaring die aan Johannes werd gegeven. Verderop (in vers 11) vinden wij nog een uitbeelding van één van deze sinistere figuren in het boek Openbaring. Deze 2 “beesten” worden als zodanig door de Here God gezien vanuit de hemel; en geen andere namen zijn meer toepasselijker. Deze namen beelden hun diabolische (d.i. duivelse) geesten van vernietiging uit. Het 1ste “beest” is de antichrist en het 2de “beest” (zie Openb. 13:11) is de valse profeet.
Satan heeft altijd zijn kracht gezocht in de nabootsing van elk plan en leerstelling van God. De geschiedenissen van Kaïn en Abel (zie Genesis 4) en van Jannes en Jambres (zie 2 Tim. 3:8) zeggen ons genoeg. Vinden wij in de Bijbel enerzijds: Jeruzalem, de stad van de Grote Koning; wij vinden anderzijds: Babylon, de zetel van de eerste georganiseerde rebellie tegen God Almachtig! Christus kwam als de “geïncarneerde (d.i. vleesgeworden) Godheid”[9] in de Naam van de Vader; terwijl de antichrist zal komen om zichzelf te verheerlijken, hij zal de verpersoonlijking zijn van alles wat van satan is!
Het vorenstaande bewijst dat satan zeer zeker machtig is, maar onze God is ALMACHTIG. Satan kan slechts opereren onder toelating van de Here God; zijn doen en laten zijn, om het zo maar eens te schrijven, gelimiteerd (d.i. beperkt/begrensd). Satans enige hoop in het grote conflict (hoop op succes in de strijd…) is daarom om alles zo goed mogelijk te “imiteren”; om zo treffend mogelijk Gods werk na te bootsen, opdat hij de kinderen Gods zal kunnen doen afvallen (van het geloof op zich, of ‘van het ware Schriftuurlijke geloof’ – noot AK). Satan is (volgens de Bijbel) in de goddelijke geschiedenis door de profeten getypeerd als “de koning van Babel” (zie Jes. 14:4), als de “kleine hoorn” (zie Dan. 7:8 en 8:9), en als “een meedogenloze koning” (zie Dan. 8:23); als degene die “zichzelf zal verheffen en groot maken” (zie Dan. 11:36), als “de wetteloze” (zie 2 Thess. 2:8) en als “de koning van Tyrus” (zie Ezech. 28:12).
De antichrist is een profetische, Bijbelse persoonlijkheid, die net zo positief (d.i. stellig, wezenlijk) gesymboliseerd wordt in de Bijbel, als Christus en/of de Gemeente. Zijn “ontstaan”, zijn “leven”, en zijn “gedragingen”, zullen duidelijker tot ons spreken, wanneer wij ons een goed begrip hebben gevormd van Gods “ordeningen” in Zijn schepping.
Gods ordeningen in Zijn schepping
Wij hebben allereerst:
“De hemelse ordening(en)”:
Deze wordt slechts verstaan door de “aardse manifestatie”. Wij hebben alsdan het volgende: allereerst GOD DE VADER, dan GOD DE ZOON, en vervolgens GOD DE HEILIGE GEEST. Deze worden gevolgd door: de 12 AARTSENGELEN en MYRIADEN[10] ENGELEN. Van deze viel “Lucifer” (vanwege rebellie); hij werd uit de hemelen geworpen tezamen met de “gevallen engelen” (bestudeer hiervoor achtereenvolgens: Jesaja 14:9-14, Ezechiël 28:11-15 en Lukas 10:18). Zó begon de zonde!
“De aardse ordening(en)”:
Eerst Abraham (typebeeld van God, de Vader); dan Izaak (typebeeld van God, de Zoon); en dan Jakob (typebeeld van God, de Heilige Geest). Zij zijn de DRIE symbolische figuren in de Bijbel (de Aartsvaders). Zij worden gevolgd door de 12 PATRIARCHEN en DE MENIGTEN VAN ISRAËL. Van deze viel “Ruben” (zie Gen. 35:22), waardoor hij het “eerstgeboorterecht” verloor en zijn plaats later werd ingenomen door Jozefs beide zonen (zie 1 Kron. 5:1), namelijk EFRAÏM EN MANASSE.
“De ordening(en) van de nieuwe Schepping”:
Deze werd “gemanifesteerd” bij de Doop van Jezus! Wij horen dan eerst DE STEM (van de VADER), wij zien dan JEZUS (de ZOON) en de DUIF (de manifestatie van de GEEST). In deze DRIE zijn alle dingen! Gevolgd door 12 FUNDAMENT-APOSTELEN en de ONTELBARE SCHARE VAN VERLOSTEN. Van deze viel “Judas Iskariot” uit en verloor daardoor zijn “eerstgeboorterecht”. Zijn plaats werd ingenomen door Matthias en Paulus (aan wie een aparte plaats werd toebedeeld). Bestudeer hiervoor achtereenvolgens en in samenhang: Handelingen 1:15-26, 9:22, Johannes 6:70, 13:2, 26-27, 17:12 en (nogmaals) Handelingen 1:25.
“De volkerenzee in hun historische omwentelingen”:
De “geestelijke stormwinden” die zulks veroorzaken spreken ons van strijd, van beroeringen, opschuddingen, verwarringen, en dergelijke. Deze worden allemaal veroorzaakt door, en zijn de gevolgen van, de krachtdadige, duivelse invloed van “de vorst van de machten der lucht” (zie Ef. 6:12). In Jesaja 57:20-21 wordt ons hiervan een treffend beeld gegeven. In dit eerste vers van Openbaring 13, zien wij satan aan het werk in het voortbrengen (manifesteren) van zijn duivels “meesterstuk”: DE INCARNATIE (d.i. de vleeswording) VAN ZICHZELF.
Nogmaals: het 1ste beest
Deze manifestatie van zichzelf als DE ANTICHRIST, is er één van zijn “laatste, wereldlijke macht”, van zijn werelddictatorschap! HET BEEST SYMBOLISEERT BEIDE: IMPERIALISME EN ZIJN HOOFD. Beide, verenigd in één en dezelfde persoonlijkheid wordt straks aangebeden! In dit verband staat er geschreven:
“En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen (SV: in de tegenwoordigheid) van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.” (Openb. 13:14-15)
Wanneer satan uit de hemelen op de aarde is geworpen, moet hij een “instrument” hebben om te werken onder de mensen, om zodoende tot stand te brengen, wat hij wil. God geeft alsdan, als een oordeel over de van Hem afgevallen mensheid, het bestuur (het gezag) over aan de duivel. Hij neemt dan zijn kans waar en… de wereld zal alsdan haar UNIVERSEEL HEERSER hebben in de persoon van de antichrist (satan gepersonifieerd in het vlees – de “nabootsing” van de “vleesgeworden Christus!”). Het feit, dat Jezus (alleen al in het Bijbelboek Openbaring 7x) gezegd heeft: “Wie oren heeft, laat hij horen…” (zie Openb. 2:7, 11, 17, 29 en 3:6, 13, 22), moet iedere waarachtig gelovige ervan overtuigen, hoe belangrijk het is om een grondige studie te maken van deze antichrist en zijn satanisch werk, om zodoende te verstaan, wat de wereld straks wacht.
Het beest met “7 koppen en 10 horens” (volgens Openb. 13:1)
De Bijbel spreekt van 7 koningen of 7 “regeringsvormen”, “wereldmachten”, terwijl “horens” de “kracht en macht” symboliseren van deze regeringsvormen. Uit die rumoerige, chaotische volkerenzee, steekt alsdan dit “beest” zijn kop op. De voorboden van zijn komst, de antichristelijke stromingen allerwegen (d.i. altijd en overal, ‘hoe men het ook wendt of keert’), leren ons, dat de verwarring onder de volkeren (naties) heden ten dage vragen, ja schreeuwen, om “de grote man of leider”, waarnaar zij reikhalzend uitzien en waarvan zij verwachten, dat hij degene zal zijn, die orde op zaken zal stellen in deze turbulente wereld!
Het is hetzelfde beest als in Openbaring 12:3, alleen met dit verschil: Daar zijn 10 kronen (beter gezegd: 10 diademen – zie HSV en noot 6, AK) in plaats van 7. God karakteriseert natiën als “beesten”; en dit “beest” hier, met zijn “7 koppen”, representeert alles wat (qua demonische/duivelse machten) aan dit beest vooraf gegaan is: alle godlozen, onverzoenlijken en haters van God en Zijn volk. De “7 koppen (SV: hoofden)” zijn een uitbeelding van wereldmachten: (1) Egypte, (2) Assyrië, (3) Babylon, (4) Medo-Perzië, (5) Griekenland en (6) Rome ofwel: het Romeinse Imperium. Deze bereiken straks in de geschiedenis van de wereld (op het einde van de huidige tijdsbedeling) hun diabolische (d.i. duivelse) volheid in de antichrist en zijn wereldrijk, welke – volgens de Bijbel – is de “zevende” koning of regeringsvorm en de uiteindelijke “wereldheerschappij” (zie Openb. 17:9-10)[11].
Deze antichrist moet wel een wonderlijke, alhoewel duivelse, creatie zijn, want de verzen 3, 4 en 8 vermelden wonderbaarlijke feiten, welke ons overtuigen: “…En de hele aarde ging HET BEEST MET VERWONDERING ACHTERNA”. “EN ZIJ AANBADEN DE DRAAK… EN ZIJ AANBADEN HET BEEST…” en “EN ALLEN DIE OP DE AARDE WONEN, ZULLEN HET (beest) AANBIDDEN…”. Dit zegt ons tot welke “wonderen van de leugen” (zie 2 Thess. 2:9 – de hoogste graad van duivelse imitatie) de satan in staat is! Hij bundelt straks al de kwaliteiten van de aardse machten tezamen; en de verzen 5 t/m 7 openbaren hem als een “godloochenaar” en “godslasteraar”, een “vijand van God”, een “overweldiger!”
De “verandering” hier van 7 kronen (beter gezegd: 7 diademen – zie HSV en noot 6, AK) in 10, duidt de toekomstige verandering aan van de “democratieën” in “één wereldmacht met één hoofd”. De hele wereld wordt straks, onder zijn satanische leiding en macht, geheel goddeloos, verwerpend God en Zijn Christus! “Er is niets nieuws onder de zon”, heeft de Prediker (in 1:9) gezegd, en straks herhaalt de geschiedenis zich weer, en wel hierin: “verandering is nog geen verbetering!”
“Op zijn koppen een godslasterlijke naam” (volgens Openb. 13:1)
Deze uitbeelding vertelt ons, dat straks het einde van het wereldbestel zal zijn: een orgie van godslasterlijkheden. Uiteindelijk zal dit “het kenmerk” zijn van het komende “10-statendom”, dat in onze dagen al in de maak is! Wij worden hierdoor gewaarschuwd, dat straks een wederopleving zal plaats vinden van “duivelaanbidding”; een “geestelijke opwekking” over de gehele wereld van “adoratie van satan!” De beschrijving in de verzen die volgen brengen ons de uitbeeldingen in het boek Daniël in herinnering (zie onze ‘vers voor vers’ uitgave van het Bijbelboek “Daniël”[12]). En straks zal de gehele goddeloze wereld zich niet alleen VERWONDEREN over het beest, maar de mensen zullen het beest AANBIDDEN (en de draak): “omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren?” (zie Openb. 13:4).
Hoe veranderlijk zijn toch de mensen! Wat hebben zij al niet in de geschiedenis uitgespookt! Vorsten worden van hun tronen gestoten; lang bestaande rijken gaan ten onder en verdwijnen van het wereldtoneel… In zogenaamde “volksregeringen” alleen zien zij het lang gezochte heil (?). De mensen beloven zichzelf altijd weer ongekend geluk in nooit eerder gehoorde voorspoed. En voor dit doel hebben zij alles over; en alle middelen worden dan te baat genomen. Het doet er niet toe of deze geoorloofd zijn of niet. “Het doel heiligt immers de middelen”. Hoe waar is het, als diezelfde mensen zingen: “Zó zijn nu éénmaal onze manieren”!
Ja zó en niet anders is de mens. Vandaag zoekt hij de meest overdreven ideeën van vrijheid te verwezenlijken, en morgen al buigt hij zich in het stof onder het zwaard van een despoot (d.i. een alleenheerser, dictator, tiran), en bewondert alsdan diens macht en grootheid. Men beweert wel eens, dat de mens een product is van de dan heersende omstandigheden. Maar, wij wagen het zulks te betwijfelen, en dit is ons goed recht. Johannes gaat nog verder, en beschrijft ons dan dit beest, dat uit de zee opstijgt, nog nader. Het staat geheel onder de macht en de invloed van satan zelf; ja, het is het instrument van satan om zijn woede tegen God en mensen te koelen. Er staat dan geschreven:
“En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken…” (volgens Openb. 13:5)
Om dit goed te begrijpen, moeten wij weer even terug naar Daniël, het 7de hoofdstuk. Daar wordt ons immers tot in de kleinste bijzonderheden verteld, wat hier met één enkele trek wordt meegedeeld. Nadat Daniël het 4de dier, als geheel van de vorige onderscheiden, had voorgesteld, zegt hij: “En het had 10 horens. Terwijl ik op de horens bleef letten, zie, een andere, kleine, horen rees daartussen op. Drie van de eerdere horens werden voor hem uitgerukt. En zie, in die horen waren ogen als mensenogen EN EEN MOND VOL GROOTSPRAAK.” (Dan. 7:7b-8)
De interpretatie/uitleg van deze tekst hebben wij al gegeven in de door ons uitgegeven studie van het Bijbelboek “Daniël”[13]. Door deze zal de duivel zijn lasteringen tegen de allerhoogste God uitbraken. Johannes deelt ons mee, dat aan het beest zelf zulk een mond wordt gegeven. De tijd waarin zoiets gebeuren zal, is in beide profetieën dezelfde! Het is de laatste helft van Daniëls 70ste week! Dat wij hierop goed letten. Het is de profetische tijd, waarin de “vrouw uit Openbaring 12” zich in de woestijn bevindt, om daar door God te worden bewaard, verzorgd, en gevoed, “buiten het gezicht van de slag” (zie Openb. 12:6 en 14). Waar Johannes ons in Openbaring 13:5 vertelt, dat aan dit beest macht gegeven wordt om God 42 maanden lang te lasteren, daar lezen wij in Daniël 7:25b, dat die koning “een tijd, tijden en een halve tijd” (tevens vermeld in Openbaring 12:14 – en “tijd” staat in beide verzen voor 1 jaar en “tijden” voor 2 jaar, dus in totaal een periode van 3½ jaar – noot AK) zijn godslasteringen zal doen horen.
Johannes, de apostel en ziener, deelt ons echter veel uitvoeriger dan Daniël mee, waarin de boosheid van dit beest zal bestaan. Het zal zich onmiddellijk richten tegen God en Zijn heiligen; en het zal de heiligen, die nog op de aarde zijn, vervolgen. Zijn duivelse aanklachten tegenover Gods heiligen in de hemel hebben voor altijd opgehouden; het enige, dat hij nu nog kan doen (nu hij op de aarde geworpen is), is zijn godslasteringen vanaf de aarde naar de hemelen te slingeren. Dit is wat wij lezen in het 6de vers (van Openbaring 13): “En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent (SV: tabernakel, en volgens Openb. 21:3 is deze Tabernakel Gods de Here Jezus Christus) en hen die in de hemel wonen.”
Wat een satanische woede! Zolang hij in de hemelse gewesten was, was hij “de aanklager van onze broeders” (zie Openb. 12:10); zodra hij echter uit de hemelen op de aarde is geworpen, kan hij niet nalaten het door hem geïnspireerde beest aan te zetten tot lastering van Gods Naam en van de bewoners van de hemel (ofwel: de ware christenen die “hemelburgers“ zijn omdat ze hun “wandel in hemel” hebben, volgens Filip. 3:20 – noot AK). Uit Openbaring 21:3 weten wij, dat deze Tabernakel Gods de Here Jezus Christus is. Satans woede openbaart zich ook in de meedogenloze vervolging van de heiligen, die zich dan nog op aarde bevinden (de groep van de 5 “dwaze maagden”)[14]. Zie hiervoor o.a. Mattheüs 25:10-13, Openbaring 12:17 en 20:4.
Wij lezen dan vervolgens:
“En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam (SV: alle geslachten), taal en volk.” (Openb. 13:7)
In onze uitleg van Openbaring 12 hebben wij reeds uitvoerig over deze heiligen gesproken. Belangrijk is het om opnieuw op te merken hoe in Openbaring een definitief onderscheid wordt gemaakt tussen hen die zich bevinden op “de plaats hen door God bereid” (zie Openb. 12:6) en degenen die zich, als Gods heiligen, buiten die plaats vertoeven in de wereld! Het is de Bruidsgemeente van de Here (de groep van de 5 “wijze maagden”[15] – zie Matth. 25:10), die zich veilig weet onder Gods hoede en zorg, terwijl “haar zaad” (dat zijn zij die hetzelfde geloof in God en Zijn Christus hebben), “de overigen” uit Openbaring 12:17, zich bevinden in de wereld (d.i. op aarde). Dat de macht en de invloed van dit satanische beest ontzaglijk groot zullen zijn, blijkt duidelijk uit hetgeen geschreven staat in het volgende vers:
“En allen die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af.” (Openb. 13:8)
Het zullen er niet velen zijn, die straks (als de Heer wederkomt) geweigerd zullen hebben het beest te aanbidden. Hier vinden wij dat profetisch woord van Jezus bewaarheid: “…zal de Zoon des mensen, als Hij (weder)komt, wel het (ware) geloof op de aarde vinden?” (Luk. 18:8). Allen buigen zich in aanbidding voor het beest, en daarom zal Hij, de Rechter van hemel en aarde, het geroep van Zijn getrouwen verhoren (zie Openb. 6:10), en niet traag zijn ten opzichte van hen, maar Hij zal hun haastig recht doen.
Welk een vertroosting voor Gods heiligen. Het boek des levens is het boek van het Lam; en daarin vinden wij de bewijzen van de onuitsprekelijke liefde van God, Die Zijn innig geliefde Zoon voor ons afstond, maar tevens de diepte van de ellende, waarin wij verzonken waren, die het daarom noodzakelijk maakte, dat Gods eniggeboren Zoon die smadelijke kruisdood moest sterven. Johannes voegt nu de volgende woorden toe aan zijn profetische voorstelling van het beest.
“Indien iemand oren heeft, laat hij horen. Als iemand in gevangenschap voert, die gaat zelf in gevangenschap. Als iemand met het zwaard doodt, die moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding (SV: de lijdzaamheid) en het geloof van de heiligen.” (Openb. 13:9-10)
Voorwaar, niet alleen een noodzakelijke vermaning voor de heiligen ten dage van de Grote Verdrukking, maar ook voor ons, die nog leven in deze tijdsbedeling (van het Evangelie en Genade)! God laat in de komende “storm der tijden” het beest zijn haat en intense woede koelen, maar Hij zal te Zijner tijd Zijn getrouwen uit alle verzoeking weten te bewaren, te verlossen. Tot dat ogenblik wordt inderdaad de volharding en het geloof op een zware proef gesteld! Zoals wij al zeiden: “behartigenswaardige woorden, óók voor ons in deze (huidige) dagen!”
Om nog even terug te grijpen uit de geschiedenis der volkeren… met betrekking tot de “dodelijke wond” uit Openbaring 13:3 het volgende: In de dagen waarin Johannes op Patmos was, waar hij ook de Openbaring ontving, was ROME het hoofd, dus: dat “WAS”. Rome was ook de wereldmacht ten tijde dat Jezus werd geboren. Het was die wereldmacht die Zijn kruisdood beval! Romeinse legioenen hebben de christenen van de eerste eeuwen geslagen, verdrukt en vervolgd. Deze vervolgingen hadden de dood van Gods apostelen en vele andere heiligen tot gevolg. Rome heeft, als wereldmacht, door de eeuwen heen de Gemeente vervolgd, en zij doet het heden ten dagen nog in deze tijdsbedeling van het Evangelie! De “geest van deze wereldmacht” is er nog steeds, en neemt in kracht toe!
Alle soorten “ismen” (d.i. geestelijke stromingen en/of heersende denkwijzen) in deze eeuw ademen deze “geest” van godslastering en zij zullen niet rusten, totdat zij alle Goddelijke waarheid van de aarde zullen hebben verbannen. Het is in deze huidige tijdsbedeling, dat de antichrist gevonden zal worden onder de 12 “laatste apostelen”: de 12 “Spade Regen apostelen!” Judas van weleer is nog altijd het typebeeld, de vóórafschaduwing, van de antichrist. Deze antichrist moet dus straks komen uit het midden van de eerdergenoemde “Spade Regen apostelen”. Wij hebben hier een “profetische parallel”: RUBEN – JUDAS – ANTICHRIST.
Hij zal een apostel zijn, die zijn leven zal verkopen aan de duivel; uit het midden van de Gemeente zal hij komen… Het zal een persoonlijkheid zijn, die tot de hoogste post geklommen zal zijn in de Gemeente van de Here Jezus Christus. Hoogmoed en zelfverheerlijking brengen hem straks ten val! Nederigheid des harten ontbreekt deze persoon en satan vangt hem listig in zijn netten. In deze persoon zal de duivel zich “incarneren” (d.i. een lichamelijke gestalte geven) en als de “antichrist” zal satan zich alsdan (als mens, als zichtbaar/lijfelijk persoon) manifesteren. Hij is “DE MENS DER ZONDE” – “DE ZOON DES VERDERFS (d.i. DER VERDOEMENIS)”, de climax van “DE VERBORGENHEID DER ONGERECHTIGHEID”! [16] (zie 2 Thess. 2:3 en 7, SV)
Wanneer straks de vervolmaking van “de Nieuwe Schepping” daar zal zijn, en de Gemeente volmaakt zal zijn en als Bruidsgemeente aan de Here Jezus Christus zal worden voorgesteld, zal deze “mens der zonde” in de wereld worden geopenbaard; als was hij “een engel van het licht” (zie 2 Kor. 11:14). In een laatste poging zal hij trachten de “mannelijke zoon”[17] te vernietigen, om alzo Gods machtig wonderwerk te niet te doen. Het zal hem echter niet gelukken.
CJH Theys
(1903 – 1983)
KLIK HIER voor het vervolg van hoofdstuk 13.
_________________
.
[1] Johannes moest, bij het aanschouwen van de Openbaringen op Patmos (in ± 90 na Christus), schrijven over “wat IS, en wat HIERNA zal geschieden” (zie Openb. 1:19). Dus vele jaren NA de geboorte, en zelfs vele jaren NA het sterven en de hemelvaart van Christus. Wat dus inhoudt dat (onder andere) de visie, dat het in Openbaring 12:1-5 over Maria en de geboorte van Jezus zou gaan, niet kan kloppen! Want dat gebeuren gaat dan, in ± 90 na Christus, al over het verleden! (noot AK)
[2] In Deuteronomium 6:4 staat: “Luister, Israël! De HEERE, onze God; de HEERE is één!(dus één Persoon!)” (HSV). Dit wordt ook onderschreven door het feit, dat de beide cherubs en het verzoendeksel uit één brok goud moesten worden gesmeed (d.i. geslagen) (zie Exodus 25:18). De beide cherubs en het verzoendeksel beelden onze almachtige God in Zijn drie openbaringsvormen uit. De cherubs beelden de Vader en de Heilige Geest uit, en het verzoendeksel beeldt het Lam, de Zoon van God uit. Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.
Net zoals wij mensen ook bestaan uit: lichaam, ziel en geest. (noot AK)
[3] Mijn vermoeden is dat hier de schets met de titel “De restauratie week” bedoeld wordt, te vinden op blz. 2 van de “Inleidende beschouwingen” van deze studie over Openbaring. (noot AK)
[4] Zie eventueel onze studie “Het Boek Daniël (alle 12 hoofdstukken, met vers voor vers UITLEG)“ van CJH Theys. (noot AK)
[5] Hieronder een korte uitleg van Daniël 9:27 (SV):
“En hij (d.i. de Engel van het Bloedverbond, nl. de Here Jezus Christus, onzichtbaar in en door de Heilige Geest – zie Mal. 3:1) zal velen het verbond versterken (nl. door wijsheid en inzicht van de Leraar ter gerechtigheid – zie Joël 2:23) een week; en in de helft van de week (dus na 3½ jaar) zal hij het slachtoffer (beeld van aanvaarding van en deelname aan [zie 2 Korinthe 4:10-11] het offer van Gods Lam op Golgotha – zie noot A, hieronder) en het spijsoffer (beeld van de geestelijke spijze, nl. de gezalfde woordbediening waardoor velen nog tot geloof zullen komen en ook vele christenen tot diepere inzichten van Gods woord zullen komen) doen ophouden (waardoor niemand meer de genadevolle wassing in Zijn Bloed kan ontvangen [zie noot A, hieronder], waarna de Bruid wordt weggenomen en de Grote Verdrukking, die ook 3½ jaar zal duren, in volle hevigheid begint), en over de gruwelijke vleugel (d.i. de valse, antichristelijke kerk en ook de zgn. naam-christenen – zie Openbaring 17 – de zgn. “grote hoer”) zal een verwoester (d.i. de antichrist) zijn, ook tot de voleinding (van deze huidige wereld) toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over de verwoeste”.
Noot A: Alleen door het geloof in – en het aanvaarden van – het offer van Zijn leven kunnen wij behouden worden, want het is Zijn bloed dat ons reinigt (zie o.a. Matth. 26:28, Joh. 6:47-58, Rom. 3:21-25, 5:9, 1 Joh. 1:7). Zonder bloedstorting – of zonder geloof in het offer van Zijn bloedstorting – is er geen vergeving mogelijk (Hebr. 9:22, maar ook de verzen 11-15).
Conclusie: Deze zgn. genadetijd – de tijd dat we, door geloof in het offer van Christus, behouden kunnen worden – houdt dus op NA de eerste helft van de laatste jaarweek van Daniël 9 vers 27. (noot AK)
[6] Voor satan en/of zijn werkers wordt in Openbaring 12:3 en 13:1 het Griekse woord “diadēma” gebruikt, wat (mijns inziens) in dit geval de uitleg van “haar- of hoofdband” heeft (zie de uitleg van de Studiebijbel, hieronder vermeld). Wat letterlijk betekent: “met een band binden”, en dus PRECIES verwoord wat satan doet!
In de Studiebijbel staat er bij “diadēma”:
Het zelfstandig naamwoord (onz.) “diadēma” betekent:
1. (om het hoofd vastgeknoopt) sierlint,
2. (koninklijk) hoofdversiersel,
3. diadeem.
Onder invloed van het diadeem dat de Perzische koningen – en in navolging van hen ook andere koningen – zich als symbool van hun koningschap om het hoofd bonden, doet “diadēma” vooral aan koninklijke waardigheid denken. De Nederlandse vertaling ‘kroon’ roept weliswaar de gedacht aan ‘koningschap’ op, maar de gedachte aan ‘vastbinden’ (van het Griekse woord dēo ‘(vast)binden’, waar het woord van afgeleid is) is bij deze vertaling (van Openb. 12:3 en 13:1 – AK) verloren gegaan: een kroon wordt niet om het hoofd vastgebonden, maar opgezet. (noot AK)
[7] Voor “hen die in de hemel wonen” kan m.i. ook gelezen worden: de ware christenen die “hemelburgers“ zijn omdat ze hun “wandel in hemel” hebben. In Filip. 3:20 staat: “Ons burgerschap (SV: onze wandel) is echter in de hemelen…” (noot AK)
[8] Volgens Openbaring 12:17 (zie de uitleg over dit vers in hoofdstuk 12 van deze vervolgstudie): “En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht (SV: haar zaad), die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben.” (noot AK)
[9] Zie noot 2.
[10] Myriade = Een aanduiding voor ontelbaar, van het Griekse woord myrias, of als aanduiding voor 10.000. Myriade komt bijvoorbeeld in het Bijbelboek Openbaring voor, als er gesproken wordt over “myriaden en myriaden engelen”, onder andere in Openbaring 5:11. Ook in Lucas, Handelingen, Hebreeën en Judas komt het woord voor. Hier wordt het woord “myriaden” gebruikt om aan te geven dat het gaat om een ontelbaar grote groep. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Myriade. (noot AK)
[11] Alvast een korte uitleg van Openbaring 17:9-10 uit deze studie:
“Hier blijkt het verstand dat wijsheid heeft. De 7 koppen (SV: hoofden) zijn 7 bergen, waarop de vrouw zit. Ook zijn het 7 koningen: 5 zijn er gevallen, één is er, de andere (de 7de) is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven.”
Het zal ons al duidelijk zijn geworden, dat wij hier “regeringsvormen” moeten verstaan. Toen de apostel Johannes, de “ziener van Patmos” deze machtige profetie en openbaring ontving, waren er dus al 5 regeringsvormen geweest, terwijl in zijn dag de keizerlijke regeringsvorm van het oppermachtige Rome nog bestond. De 7de (regeringsvorm) moet dan nog komen, maar slechts voor een korte tijd; dat wil zeggen dat het maar voor een korte tijd zal bestaan; dit is naar de chronologische verdeling van de tijdsbedelingen in het raadsplan van God: 3½ jaar. (noot AK)
[12] Zie noot 4.
[13] Zie noot 4.
[14] Zie eventueel de studie “De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm. (noot AK)
[15] Zie noot 14.
[16] Zie eventueel de studie “De verborgen ONgerechtigheid – De valse arbeiders in een Gemeentelijke bediening” van CJH Theys. (noot AK)
[17] Zie eventueel de (vervolg)studie “Dingen die spoedig geschieden moeten”, deel 5, met de titel: “De geboorte van de mannelijke zoon” en/of deel 7, met de titel “De wegrukking van de mannelijke zoon” van H. Siliakus. (noot AK)
.
Wat wordt hier de Bijbel toch voortreffelijk uitgelegd, en we moeten maar gewoon om ons heen kijken dan wordt alles steeds beter begrepen en wordt de Bijbel steeds en steeds heiliger. Als we nu naar het herstelde Romeinse rijk kijken [Europa] dan zien we al duidelijke tekenen om ons heen, grote economische chaos, volk dat tegen volk opstaat in het Midden Oosten, grote afval van de gelovigen in Christus, vervolging van Christenen in de gehele wereld, kijk naar Syrië wat daar allemaal gebeurt.
Laat ons voor deze mensen bidden dat onze God ze mag beschermen.
Nogmaals hartelijk dank voor de voortreffelijke uitleg van Openbaring hoofdstuk 13.
Groeten,
Jos Nuijten
LikeLike