KLIK HIER als u hoofdstuk 19 wilt uitprinten of downloaden.
De OPENBARING aan Johannes
De inleiding tot het grote 1000-jarig Rijk van Christus
Triomfklanken vanwege Christus’ overwinning over het Babylonisme
Het laatste vers van Openbaring 18 geeft de verschrikkelijke toestand weer waarin de, uit de Schriftuurlijke waarheid weggevallen, gelovigen (en dat zijn allen, die het Babylonische stelsel/systeem van de laatste dagen zullen hebben omhelsd) zich straks zullen bevinden:
“En HET BLOED VAN PROFETEN en HEILIGEN en van ALLEN DIE GESLACHT ZIJN OP DE AARDE, is in deze stad (Babylon – zie Openb. 18:21) gevonden.” (Openb. 18:24)
Voorwaar, een godsdienst zonder God is het meest gruwelijke, dat wij ons kunnen indenken, en tegelijkertijd de meest onverzoenlijke openbaarmaking. God verhoede, dat wij ons tot zoiets zullen lenen (laten verleiden). Verbonden met Christus, tot het einde toe, maakt dat wij onszelf zullen bewaren in alle REINHEID, net zoals dit een maagd betaamt ten opzichte van haar bruidegom. Dan zullen wij ook nooit komen onder de alles-verdervende invloed van het nù al werkzame “Babylonisme”.
Dat de Here ons allen hierin en hiertoe Zijn onmisbare genade zal schenken, blijft onze bede! Amen.
Wonderheerlijk en liefelijk zijn de tonelen waarmee het 19de hoofdstuk opent… “De oordelen van Gods voorzienigheid”: de méér verborgene, zoals de zegels, de méér openlijke en mensen tot bekering roepende, zoals de bazuinen, en de Goddelijke wraak uitoefenende, zoals de schalen (fiolen), hebben alle hun loop – naar Gods Eeuwig voornemen – beëindigd. Aan alle oordelen is dan een einde gekomen; en dat grote Babylon, zichzelf “bruid van Christus” noemende, is geoordeeld en voor altijd verdwenen.
Wij leven in een tijd van de wereldgeschiedenis waarin wij een herhaling van deze gruwel beleven. Ook in ònze dagen duiken hier en daar “bewegingen” op, die zich dezelfde “luxe” veroorloven, door te proclameren dat “zij alléén de bruid van Christus zijn”; dat “zij alléén door de Grote Baas uitverkoren zijn”. En zij doen dit met die satanische zelfverzekerdheid, waarmee en waardoor zo velen worden verleid en misleid. Hoe doet dit ons aan de volgende waarschuwing denken: “Zij zijn het die scheuringen veroorzaken (SV: die zichzelf afscheiden), natuurlijke mensen, die de Geest (van God) niet hebben.”[1] (Judas 1:19)
De ondergang van dit Babylonisme maakt, dat de “de verborgenheid der ongerechtigheid” [2] (zie 2 Thess. 2:7, SV), welke zo vele eeuwen lang de hemel belasterde en de aarde verdierf, tegelijkertijd wordt weggenomen. Datgene, wat de Here God in Zijn grote liefde verhinderde om die wonderheerlijke dingen en zaken, welke Hij in Zijn Vaderhart voor Zijn kinderen heeft, ten volle te openbaren, is weggedaan. De hemelbewoners kunnen nu, als eersten, aan hun intense vreugde de vrije loop geven. Met de beschrijving van deze hemelse blijdschap begint dit 19de hoofdstuk.
Openbaring 19:1, “En HIERNA hoorde ik een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God.”
De weg tot de openbaring van het grote “heilsgeheim”, van deze heerlijkheid en van de macht des Heren, is nu gebaand, want direct daarop volgend lezen wij:
Openbaring 19:2, “Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, omdat Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde te gronde gericht heeft met haar hoererij, en omdat Hij het bloed van Zijn dienstknechten aan haar (letterlijk: uit haar hand) gewroken heeft.”
Johannes, de ziener te Patmos (zie Openb. 1:9-10), hoorde eerst die “luide stem…” (vergelijk dit met de volgende Bijbelteksten: Openbaring 1:15 en 14:2). Het is die onweerstaanbare almachtige “donderstem” waarvan wij ook lezen in de volgende Schriftplaatsen: Openbaring 4:5, 6:1, 8:5, 11:19, 16:18, en ook in Exodus 19:16 en 20:18. Ook worden wij herinnerd aan die “zeven donderslagen”[3] van Openbaring 10:3-4. Deze alle zijn gehoord tot verheerlijking van de Here God, de Almachtige, de Soevereine Koning der koningen. En daar is reden te over voor deze verheerlijking.
De “grote hoer” was een buitengewoon hardnekkig obstakel, een duivelse verhindering, voor de uitstorting van Gods vol-heerlijke zegeningen; niet alleen omdat zij vol ongerechtigheid was, maar bovenal omdat zij zichzelf de “naam van heilig en waarachtig” aanmatigde, terwijl zij in werkelijkheid de genade en de waarheid in Jezus Christus, in èlk opzicht, had verkracht en bedorven…; hardnekkig, volhardend en stelselmatig!
Deze verloochening van Christus werd door haar tot het bittere einde volgehouden, niettegenstaande zij het uiterlijke symbool van Zijn Kruis hoog verhief en overal ten tonele bracht (voerde).
Alles wat de Here God als oordeel had uitgesproken over mens en wereld had zij verworpen. Zij had Christus met het verdoemelijke vlees en met de aarde verbonden, zoekende schatten en heerlijkheid van beneden. Waar de Here, door Zijn Evangelie, leven en onverderfelijkheid aan het licht had gebracht, daar had zij – door ten hemel schreiende ongerechtigheid – de mensheid in grotere onwetendheid en in de diepste ellende gestort, door hen in de verderfelijkste dwalingen te verstrikken… lerende dat elke gave van God – ja, zelfs de zaligheid – voor geld te verkrijgen was! Zodoende werden veler zielen in slaap gewiegd, en hen werd verzekerd dat alles tot een goed einde zou komen en dat voor hen de Here geenszins ten oordeel zou verschijnen. Voor zo verre zij dit vermocht, en alle middelen daartoe medewerkten, heeft zij de stromen van (geestelijke) zegen tegengehouden. Doch Gods waarachtige en rechtvaardige oordelen hebben haar tenslotte terneer geworpen.
Daarom lezen wij hier, in deze beginverzen van hoofdstuk 19, dat de hemel nu vol vreugde is en horen wij “de woningen Gods” weerklinken van het gejuich van al die hemelbewoners.
Dit komt des te meer tot uiting als wij bedenken dat het “zogenaamde godsdienstige Babylonisme” – gedragen, gesteund, voortgestuwd en beschermd door het “politieke Babylonisme” – het slechts voor een bepaalde tijd heeft kunnen uithouden; en wel tot dat ogenblik in de afwikkeling van Gods raadsplan, waarop dit laatste (d.i. het politieke Babylonisme) het eerste (d.i. het godsdienstige Babylonisme) ten val brengt en zódoende de wereldwijde aanbidding van het beest en van de draak kon beginnen. Nog zien wij vandaag de dag (let op: geschreven rond 1970 – AK) de uiteindelijke vorm van beide niet, omdat “het profetisch uur ervan” nog niet is gekomen; maar alles wat nodig is voor sterke ontplooiing, welke moet leiden tot de openbaring, is heden ten dage reeds aanwezig. De Heilige Geest zal meer en meer openbaren, naar mate de tijd zich ten einde spoedt.
De hemelse vreugde uit zich in het, voor de 2de maal, uitroepen van: “Halleluja”!
- KLIK HIER voor het vervolg van deze studie van ‘Hoofdstuk 19’.
.
[1] Zie eventueel onze studie “De natuurlijke mens en de Heilige Geest” van CJH Theys. (noot AK)
[2] Zie eventueel onze studie “De verborgen ONgerechtigheid” van CJH Theys. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze studie “De 7 donderslagen van Openbaring 10:3” van E. van den Worm. (noot AK)
.
Een geweldige studie en de moeite waard om te lezen. Ook knap bewerkt door A. Klein, dit kan alleen omdat God daar de wijsheid voor heeft gegeven.
De studie over het boek de Openbaring is erg belangrijk voor elk oprecht kind van God wat Jezus lief heeft. De reden is, omdat er nog nooit een tijd geweest is waarin we zo dicht bij de vervulling van al deze profetieën zijn, als deze tijd. Natuurlijk weten we niet precies wanneer de dag of het moment zal aanbreken, maar de Heilige Geest maakt in deze tijd de oprechte gelovige wel steeds meer opmerkzaam aangaande de tekenen van de tijd die de spoedige wederkomst van Jezus als Bruidegom, Koning en Rechter aangeven. (Zie ook http://evangelienieuws.wordpress.com )
Bruidegom zal Hij zijn voor Zijn gemeente, waarmee Hij ook de Bruiloft van het Lam zal vieren, zoals ook hier beschreven in de studie van Openbaring 19. Koning is Hij en zal Hij eeuwig zijn en ook in het komende 1000 jarig vrederijk. In Openbaring 19 lezen we ook dat Hij Zijn koningschap heeft aanvaard. Als Rechter zal Hij straks komen, Hij rijdt als het ware deze wereld binnen, lees weer Openbaring 19 waar staat dat Hij komt ‘gezeten op een wit paard’.
Het is nu meer dan ooit van belang om te weten dat voor onze zondeschuld betaald is door Jezus op het kruis van Golgotha en dat Zijn bloed ons gerechtvaardigd heeft. Dan hoeven we niet te vrezen om Hem te ontmoeten als Rechter, want we zijn vrij van het oordeel (Rom. 8:1).
LikeLike