Openbaring 21 vers 1-27

KLIK HIER als u hoofdstuk 21 wilt uitprinten of downloaden.

De OPENBARING aan Johannes

Taferelen uit Gods eeuwigheid en van het Nieuwe Jeruzalem

Gods eeuwige beschikkingen

Alle dingen zijn nu (d.i. op het moment dat de geprofeteerde gebeurtenissen uit dit hoofdstuk aanvangen) aan Christus onderworpen. Het Koninkrijk, dat door de Vader aan de Zoon des mensen is toevertrouwd, is weer in des Vaders handen overgegeven. Een korte, doch bijzonder treffende beschrijving van de eeuwigheid en van de verheerlijkte plaats, die door de Gemeente van de Here Jezus Christus, dit is Zijn Lichaam, tot in alle eeuwigheid wordt ingenomen, volgt nu… Dit hoofdstuk opent met de volgende woorden:

Openbaring 21:1, “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.”
Ook in het profetisch Boek Jesaja[1] wordt gesproken van een nieuwe hemel en van een nieuwe aarde. Alles bereikt in de slot-hoofdstukken van het Boek Openbaring het hoogtepunt. Alle “profetische lijnen”, door Gods Geest getrokken in de geschiedenis van alle eeuwen, verenigen zich in het machtig gebeuren, dat nu plaats vindt. Hoe zullen wij dit alles moeten verstaan?
Wij willen één en ander, zoals deze geprofeteerde gebeurtenissen tot ons spreken, zo realistisch mogelijk hier naar voren brengen. De apostel Petrus heeft eveneens, ziende op het profetisch woord, gesproken van “nieuwe hemelen en een nieuwe aarde”. Zij werden door hem “verwacht” (zie 2 Petr. 3:13). Halleluja! Amen. In ditzelfde hoofdstuk vertelt hij ons ook, “hoe” dat zulks komt: “…de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen.” (2 Petr. 3:7)
Kunnen wij ons indenken, dat al dit “nieuwe” straks gevormd zal worden uit het “oude”? Wat wij bedoelen en waarop wij het baseren is het volgende. Evenals door Gods Almacht het opstandingslichaam zal worden gevormd uit ‘het lichaam onzer vernedering’ (zie 1 Kor. 15:42-43), zo geloven wij dat de tegenwoordige hemel en de tegenwoordige aarde bestemd zijn tot een overeenkomstige “transformatie! Dat wil zeggen, dat nà hun verbranding zij tevoorschijn zullen komen in de “scheppings- (lees: transformatie-)vorm” van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daardoor concluderen wij, dat wie in dit opzicht een andere, onschriftuurlijke mening is toegedaan, de opstanding van ons lichaam loochent. Wij geloven dan ook stellig dat als “tijd” opgehouden heeft te bestaan,… als al het “natuurlijke” leven géén verder onderhoud meer behoeft (vergeef ons deze stuntelige voorstelling),… als de “mens-Gods” een nieuw, onsterfelijk lichaam zal hebben ontvangen (dat opstandingslichaam waarvan Paulus spreekt – zie 1 Kor. 15:42-43), dán is ook het ogenblik daar, dat er een absoluut nieuwe toestand der dingen zal zijn; volmaakt tot in alle eeuwigheid! God zij de glorie!
Doch dit is niet alles; er is nog veel meer. Maar, laten wij nu eerst komen tot de volgende opstelling van alles, voor een juist Schriftuurlijk begrip.

Wij hebben… Wij krijgen…
1. De eerste hemel en de eerste aarde.
2. Het eerste mensenpaar: “de eerste Adam en zijn vrouw.”
3. De intrede van de zonde met als gevolg: de dood.
4. Het paradijs verloren.
5. De toegang versperd: in casu (d.i. in dit geval) de “Boom des Levens” verloren.
1. De nieuwe hemel en aarde.
2. Het laatste Bruidspaar: “de tweede Adam en Zijn Bruid (Zijn Lichaam)”.
3. Het einde van alle zonde en van de dood.
4. Het paradijs hersteld.
5. De poort open, om nimmer meer gesloten te worden: de “Boom des Levens”, voor Gods heiligen.

Hier staat DE EEUWIGE HEERLIJKHEID VAN DE VERLOSTEN tegenover HET EEUWIG LIJDEN VAN DE GODDELOZEN! Wij worden hiervan overtuigd, wanneer wij biddend en in samenhang de volgende Schriftpassages bestuderen: Openbaring 21:1-8, Jesaja 65:17, 66:22 en 2 Petrus 3:13.
Daarom waarschuwt de Heilige Geest ons, sprekend door de apostel Johannes, met deze woorden: “Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is… Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed (SV: de grootsheid) van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.” (1 Joh. 2:15-17)
En waarlijk, straks zal alles haar beslag krijgen[2] en dan komt “de heilige Stad” in de profetische lens… in het profetisch brandpunt te staan, want Johannes vervolgt met:

Openbaring 21:2, “En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem[3], neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is.”
Dit “nieuwe Jeruzalem” is, zoals ook uit vers 9 (van Openbaring 21) blijkt, de bruidsgemeente van Christus. Zij daalt neer van God, uit de hemel, en van haar hoort Johannes, de ziener van Patmos, het volgende luid zeggen:

KLIK HIER voor het vervolg van deze studie van Hoofdstuk 21.

CJH Theys
(1903 – 1983)

KLIK HIER voor hoofdstuk 22

*************************************************

.
[1] Zie eventueel onze studie Beknopte verklaring van het boek Jesajavan H. Siliakus. (noot AK)
[2] ‘Zijn beslag krijgen’ = Vastgesteld en uitgevoerd worden. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze studie Het nieuwe Jeruzalem, de Bruid van het Lam van God, het Lichaam van Christusvan E. van den Worm. (noot AK)

.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s