Gemeentelijke tucht (1): De noodzaak van de HANDHAVING / BEWARING van de Gemeentelijke tucht

berispen17

Hoofdstuk 1

Gemeentelijke tucht zal moeten geschieden volgens (op grond van) Gods Woord en onder leiding van Gods Geest

Het handhaven of bewaren van de tucht is het meest ondankbare werk dat er in de Gemeente kan worden gedaan. Het vlees (dat is de oude, zondige natuur van de mens) moet niets van tucht hebben. Zodra u dit werk inziet als een persoonlijke opdracht van Christus aan u, en u begint er met de voorganger en de ouderlingen aan, dan zult u merken dat er van alle kanten kritiek losbarst. Echter, de christelijke discipline in het Koninkrijk van God (= in Gods Gemeente op aarde) moet gehandhaafd worden. Dit geschiedt echter niet doordat men zich gaat houden aan regels en inzettingen van mensen, maar aan het Woord van God. ALLES in Gods Koninkrijk moet geschoeid zijn op dit Woord. De handhaving ervan moet geschieden ONDER LEIDING VAN DE HEILIGE GEEST ZELF; van Hem, onder Wiens inspiratie het Woord ook geschreven is.[1]

  • “Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken”. (2 Petrus 1:20-21)[2]
  • “Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren…” (2 Timotheüs 3:16a)

De Geest van God Zelf, hanteert en houdt Zich aan dit Woord. God werkt niet buiten Zijn Schriftopenbaring om, omdat die het stempel van Zijn Wezen draagt. Maar God staat ook boven Zijn wetten; Hij is supreme (= oppermachtig). In dit verband wil ik uw aandacht vestigen op Gods handelwijze ten aanzien van de gelovigen die samengekomen waren in het huis van Cornelius (zie Handelingen 10:45-48 [3]), namelijk: dat Hij hen doopte met de Heilige Geest, vóórdat zij de waterdoop[4] ontvangen hadden. Hoewel de gebruikelijke volgorde in Zijn Koninkrijk is: bekering, wedergeboorte (waterdoop), en dan pas de Geestesdoop.[5] Maar omdat alles in Gods Woord in harmonie is, omdat al Gods ordinantiën (= voorschriften) moeten worden vervuld, zien wij in vers 48 (van Handelingen 10) de Heilige Geest – door de mond van de apostel Petrus – bevelen, dat deze gelovigen in de Naam van de Heer moesten worden gedoopt.
God doet geen dingen die wij niet in Zijn Woord kunnen terugvinden; want, dit Woord is ons gegeven als een leidraad van wat Hij doet (en/of wil doen). Nogmaals: Gemeentelijke tucht moet onder de leiding van de Heilige Geest (= Gods Geest) geschieden, WIJ KUNNEN DEZE NIET IN EIGEN KRACHT HANDHAVEN!

Waarom Gemeentelijke tucht noodzakelijk is

Handhaving van de tucht – in de Gemeente van onze Here Jezus Christus – is noodzakelijk, omdat er in de Gemeente (en dus bij de Gemeenteleden) de volgende werkingen van de Geest aanwezig dienen te zijn:

  1. Reiniging,
  2. Heiligmaking,
  3. De (te verwachten) oogst.

Deze 3 werkingen van de Geest in de Gemeente zijn onwrikbaar met elkaar verbonden. Want, zonder reiniging kan er nooit sprake zijn van waarachtige heiligmaking.[6] Jagen wij naar heiligmaking zonder wezenlijke reiniging, dan komen wij tot schijnheiligheid, tot UITERLIJKE vrome handelingen, maar van binnen zijn wij dan even slecht als, ja, misschien wel slechter dan voorheen!
“Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent als de witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo lijkt u ook wel vanbuiten rechtvaardig voor de mensen, maar vanbinnen bent u vol huichelarij en wetteloosheid (SV: ongerechtigheid)”. (Mattheüs 23:27-28)
Laten wij daarom de innerlijke reiniging zoeken die Gods Geest – in ons wezen en in de Gemeente – wil bewerkstelligen. Hij (= Gods Geest, de Heilige Geest), van Wie wij óók hierin volkomen afhankelijk zijn en in Wiens (tijds)bedeling[7] wij nu immers leven, zal dit ook in ons en in de Gemeente doen (= uitwerken), als wij Hem hierom bidden.[8] Staat er niet in Zacharia 4:6 geschreven: “Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest (zal het geschieden)…”.
Zo zal de heiligmaking, zowel persoonlijk als in de Gemeente, met kracht VAN BINNEN UIT doorbreken. Door de verkregen heiligmaking kan Gods Geest Zich – wonderlijk en krachtdadig – door ons heen manifesteren tot bekering en heiliging van velen.
“…elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.” (Johannes 15:2b)
Behalve dat tucht in de Gemeente noodzakelijk is – tenminste, als wij ook echt willen dat de werkingen van Gods Geest in de Gemeente plaats (kunnen en zullen) vinden – is deze ook EEN OPDRACHT VAN GOD! En, wij dienen een God van orde!
“Laat alle dingen OP EEN GEPASTE WIJZE en IN GOEDE ORDE gebeuren”. (1 Korinthe 14:40)
Behalve dat de Gemeente moet groeien in reiniging en heiligmaking, iets wat zonder handhaving van de tucht niet kan, moeten wij óók leren verstaan, dat het onkruid in Gods wijngaard, oogstveld of akker maar niet welig kan tieren, of kan worden getolereerd. Als de natuurlijke mens, bij het zien van veel onkruid op zijn akker, dit al krachtig bestrijdt, wat zullen wij dan doen die zeggen medearbeiders van God te zijn in Zijn wijngaard? Als u onkruid rustig zijn gang laat gaan, zal het de gehele akker overwoekeren en zodoende de tarwe verdringen (en zo is het ook – in geestelijke zin – in de Gemeente). Ook zegt de Bijbel (= Gods Woord) duidelijker dan wie ook: “Een beetje zuurdeeg (SV: zuurdesem) doorzuurt het hele deeg.” (Galaten 5:9)
Wij besluiten dit hoofdstuk met de waarheid, dat zonder handhaving van de Gemeentelijke tucht er nooit (geestelijke) reiniging kàn zijn en dat wij zonder reiniging nooit kùnnen verwachten, dat er heiligmaking zal zijn; dat wij zonder een waarachtige bekering NOOIT een echte, reële, Schriftuurlijke doop met de Heilige Geest hoeven te verwachten, (waaraan dan nog een wedergeboorte vooraf moet gaan)!
Als u – in geestelijk zin – de voorhof van Israëls tempel (of: tabernakel)[9] binnentreedt en u bevindt zich op Gods terrein – een terrein waar God bemoeienis met u heeft en met allen, die in Hem geloven – dan komt u niet verder, of u moet van brandofferaltaar naar koperen wasvat toe:

  1. (in geestelijke zin) van het zich toe-eigenen van Jezus’ verzoeningsaanbod in Zijn Bloed in berouwvolle bekering naar de waarachtige belevenis van Jezus’ dood en opstanding in ons leven van iedere dag,
  2. naar een wedergeboorte in het NIEUWE LEVEN[10], die zijn uitdrukking (en bede of wens) ook vindt in de waterdoop.[11]

U kunt deze twee dingen niet negeren en (geestelijk gezien) in het Heiligdom[12] doorbreken. Mijn vriend, wie zijn wij? Als Jezus Zelf al in de rij van zondaren ging staan, wat zullen wij dan wel niet moeten doen? Laten wij ons liever houden aan de ordeningen (= de voorschriften of eisen) van God. Als het goed is willen wij allemaal gedoopt worden met Gods Geest, dat is (in geestelijke zin) ingaan in het Heiligdom. Zelfs Simon, de tovenaar, wilde dit (zie Handelingen 8:18-22), maar dit gaat zo maar niet. Daar is handhaving van tucht voor nodig. Laten wij er niet mee wachten; laat de “gist” (ofwel: het zuurdesem) van de zonde niet in onze ziel doorwerken, anders wordt het hele “deeg” zuur! Wij moeten Gods Geest toestaan om ons GEHEEL te reinigen en te heiligen en ons voorwaarts (in Gods Heiligdom) te leiden, zodat wij – in de Naam van de Here en in Zijn Wijsheid en Liefde – de Gemeente van de LEVENDE God kunnen helpen “reinigen en heiligen”, zodat zij te midden van deze duistere en zondige wereld een “zuil en fundament van de waarheid” zal worden (zie 1 Timotheüs 3:15)!
Geprezen zij God!

Studie van Bijbelleraar CJH Theys (1903 – 1983)
Enigszins bewerkt door A. Klein

Wordt vervolgd
De PDF (om de studie eventueel uit te printen) volgt aan het einde van 8 delen.

***************************************************************************

[1] In Deuteronomium 6:4 staat: “Luister, Israël! De HEERE, onze God; de HEERE is één! (dus: één Persoon, de Godheid!).
Dit wordt ook onderschreven door het feit, dat de beide cherubs en het verzoendeksel uit één brok goud moesten worden gesmeed (= geslagen) (zie Exodus 25:18). De beide cherubs en het verzoendeksel beelden onze almachtige God in Zijn drie openbaringsvormen uit. De cherubs beelden de Vader en de Heilige Geest uit, en het verzoendeksel beeldt het Lam, de Zoon van God uit. Gods wezen is een EENheid. Hij is één Wezen, één Persoon. De leer, dat God uit drie personen bestaat, is een dwaling. Het is dus beter te spreken van de 3 Openbaringsvormen van God, te weten:
de 1ste Openbaringsvorm van God: de Vader
de 2de Openbaringsvorm van God: Jezus, de Zoon
de 3de Openbaringsvorm van God: de Heilige Geest.
Net zoals wij mensen ook bestaan uit: lichaam, ziel en geest.
Zie eventueel ook nog onze GRATIS studie De natuurlijke mens en de Heilige Geestvan CJH Theys. (noot AK)
[2] De vermelde Bijbelteksten waren oorspronkelijk uit de (oude) Statenvertaling, maar zijn door ons vermeld uit “de Herziene Statenvertaling” (afgekort: HSV). Zo niet dan staat er bij de tekst vermeld welke Bijbelvertaling gebruikt is. (noot AK)
[3] “En de gelovigen die van de besnijdenis waren, zovelen als er met Petrus waren meegekomen, waren buiten zichzelf dat de gave van de Heilige Geest ook op de heidenen uitgestort werd, want zij hoorden hen spreken in vreemde talen en God grootmaken. Toen antwoordde Petrus: Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden? 48 En hij beval dat zij gedoopt zouden worden in de Naam van de Heere…” (Handelingen 10:45-48a).
[4] Met de waterdoop bedoelen wij de (volwassen)doop door onderdompeling. De waterdoop beeld het ‘begraven worden’ van het oude leven uit en behoort tevens de – vanaf dat moment dagelijkse – “bede (= het oprechte verlangen) van een goed geweten tot God” te zijn. (noot AK)
[5] Zie eventueel onze GRATIS studie De natuurlijke mens en de Heilige Geesten/ofDe Gever en Zijn Gavenvan CJH Theys. (noot AK)
[6] Zie eventueel onze GRATIS studie Heiligmaking van E. van den Worm. (noot AK)
[7] Bedeling (van de Heilige Geest) = De periode die de verhouding tussen God en mens NA Christus’ (1ste) komst aangeeft. Tevens de periode – van in totaal 2000 jaar – waarin Gods Geest, de Heilige Geest, werkzaam is. (noot AK)
[8] Zie eventueel onze GRATIS studie Leer bidden (over de noodzaak van bidden/gebeden naar Gods wil) van CJH Theys. (noot AK)
[9] Voor meer over de geestelijke betekenis van de verschillende tabernakelobjecten, zie eventueel onze GRATIS studies Christus in de Tabernakel van CJH Theys en/of De Tabernakel van Israël (Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God) van E. van den Worm. (noot AK)
[10] Zie eventueel onze GRATIS studie LUKAS – Het Boek van de NIEUWE MENS in Christus(‘vers voor vers’ nader uitgelegd), van E. van den Worm. (noot AK)
[11] Zie noot 4.
[12] Zie noot 9.

.

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in Geestelijke groei, Gehoorzaamheid aan God, Heiligmaking, Studie van CJH Theys, Werkers in Gods dienst en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Gemeentelijke tucht (1): De noodzaak van de HANDHAVING / BEWARING van de Gemeentelijke tucht

  1. Henk Herbold zegt:

    Als christenen hebben we de opdracht om elkaar te verdragen, lief te hebben, te aanvaarden. Tot zover kunnen we daar wel wat mee, al geeft het soms ook wel wat moeite om mensen lief te hebben waar je gewoon niks mee hebt. Maar, het wordt nog lastiger als we bedenken dat de Bijbel het ook heeft over vermanen, elkaar dus aanspreken op eventueel verkeerd gedrag (Romeinen 15:14). Het is beslist geen eenvoudige opdracht, aangezien we vaak ook te maken hebben met bepaalde gevoeligheden en weinig mensen kunnen de vermaningen van hun broeder of zuster gewoon accepteren. Het heeft alles te maken met tucht in de gemeente en daarover gaat deze studie.

    Het Bijbelse ‘acht geven op elkaar’ en ‘het vermanen van elkaar’, is overigens geen bemoeizucht. Voor sommigen lijkt dit misschien wel zo, omdat ze niet bereid zijn om naar Gods stem te luisteren, want die kan op vele manieren tot ons komen. We mogen elkaar best in liefde ‘de waarheid’ zeggen, dat zijn we elkaar zelfs verplicht, tenminste als we elkaar echt liefhebben. Echte liefde kan het niet aanzien dat je broeder of zuster mogelijk de behoudenis verliest vanwege één of andere ernstige zonde. Wie dat wel kan, heeft volgens mij nog maar bitter weinig begrepen van het verdriet in Gods hart over de zonde.

    Om te kunnen vermanen hebben we in het bijzonder de wijsheid en leiding van de Heilige Geest nodig. Daarvoor zullen we dus allemaal eerst moeten bidden, voordat we besluiten om iemand ergens op te wijzen.
    In deze studie worden we met name er op gewezen dat tucht in de gemeente moet plaatsvinden op basis van Gods Woord en onder de leiding van de Heilige Geest. Heel belangrijk om te lezen, om het daarna ook toe te passen.

    Uitstekende studie, veel van geleerd. Bijzonder nauwkeurig gedigitaliseerd. Van harte aanbevolen.

    Like

Plaats een reactie