De geschiedenis van de blindgeborene te Jeruzalem, beschreven in Johannes 9 (zie noot [1]), heeft onmiskenbaar een profetische strekking. Bij geen van de andere wonderen en genezingen, door Jezus verricht, zei Hij dat het geschied was “opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden” (zie Joh. 9:3). Het is dus iets opmerkelijks als dit bij de genezing van de blindgeborene wèl gezegd wordt. Dit is niet “zomaar”, doch heeft een betekenis. Het zal blijken, dat door deze woorden een profetisch vergezicht wordt geopend.
Blind vanaf de geboorte
Laten wij ons allereerst bepalen bij de persoon van de blindgeborene. Hij was “blind vanaf zijn geboorte” (zie Joh. 9:20). In deze blindgeborene herkennen wij onszelf, zoals wij eenmaal waren: natuurlijke mensen, de Geest van God niet hebbende, blind voor de geestelijke dingen, levend in de duisternis van de zonde, zoals die blinde letterlijk in de duisternis vertoefde: hij was lichamelijk blind vanaf zijn geboorte, maar… wij allen waren GEESTELIJK BLIND toen wij geboren werden. Maar ook aan ons is genade geschied, want… Jezus kwam ook aan ons voorbij (vergelijk Joh. 9:1); Hij zocht ons op. Wij zochten Hem niet, maar Hij zocht ons! En, Hij raakte onze geestelijke ogen aan (vergelijk Joh. 9:6). Niet dat wij toen meteen ‘ziende’ waren, maar wij kregen het vermogen om te ‘zien’, maar of wij ook werkelijk geestelijk zouden zien, hing verder af van onze gehoorzaamheid aan Hem (vergelijk Joh. 9:7). Wie voor het eerst gelooft in Jezus, ziet niet meteen de gehele geestelijke realiteit, maar wel gaat er als een flits door zijn of haar ziel heen: “Deze Jezus brengt mij in een leven, waar ik tot nu toe geen vermoeden van had”.
Geheel in overeenstemming hiermee is wat Johannes 1:12 zegt: “Wie geloven, krijgen macht om kinderen Gods te worden”. Of wij ook waarlijk kinderen Gods worden, hangt verder af van onze gehoorzaamheid en onze onderwerping aan Hem. En de allereerste daad van gehoorzaamheid die de Heer van ons vraagt is: “Laat u dopen en uw zonden afwassen!” (zie o.a. Hand. 22:16). Jezus zond de blindgeborene naar het badwater Siloam (zie Joh. 9:7), en Hij zond ons naar het doopwater. En zo kwamen wij – mits wij tot WERKELIJKE GEHOORZAAMHEID gekomen waren (want de waterdoop heeft geen waarde, als men die niet uit gehoorzaamheid ondergaat en als daarna ook niet EEN LEVEN IN GEHOORZAAMHEID volgt) – van de duisternis in de dag (ofwel: in het licht) van het leven met Jezus. “Het Licht der wereld” (zie Joh. 9:5), “de Zon der gerechtigheid” (zie Mal. 4:2), was ons opgegaan. De werken Gods werden in ons leven geopenbaard!
- KLIK HIER als u deze korte overdenking verder wilt lezen.
H. Siliakus
Enigszins bewerkt door A. Klein
[1] Voor meer uitleg over Johannes 9, zie de GRATIS ‘vers voor vers’ studie: “JOHANNES – Het Boek over het leven van JEZUS CHRISTUS, de Zoon van God” van E. van den Worm.
.
Wij wensen u een gezegend Pinksterfeest toe !!
.
Zie eventueel ook nog onze eerdere overdenkingen bij Pinksteren:
- De opperzaalgemeente
- De werkingen van de Geest in de eindtijd (het ware Pinksterfeest)
- Hoe verder NA Pinksteren?
- Is Gods Geest verkort?
- Pinksteren: Het feest van de genadetijd
.
Bedankt voor de goede boodschap, het past bij Pinksteren.
God zoekt ons. Genade om van Hem te zijn.
Janine
LikeLike
Wat is dat waar dat Hij (de Heere) ons zoekt en daardoor mogen wij Hem zoeken. Het is een waarheid die mij sterkt en opnieuw de kracht geeft tot vertrouwen.
LikeLike