Openbaring 2 vers 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 (+ gratis UITLEG)

KLIK HIER voor Openbaring, hoofdstuk 1 (PDF)

Aantekeningen bij

HET BOEK OPENBARING

Het geopenbaarde Evangelie van Jezus Christus

voor de laatste dagen

Deel 1: Gods arbeid

  • tot overwinning van de 7 Gemeenten; [1]
  • tot vorming van de Bruid van het Lam. [2]

_________________________________________________________________

NOOT van de schrijver: Het BOEK OPENBARING zou, wat de gang der profetie betreft, verwarrend lijken, als wij niet tot het inzicht kwamen, dat deze profetische gang hier en daar onderbroken werd door een GEDETAILLEERDE PROFETISCHE ILLUSTRATIE. In de fotografie zou men dit kunnen vergelijken met verhelderende “CLOSE-UPS”, hier en daar, te midden van een serie panoramische foto’s. Deze “PROFETISCHE ILLUSTRATIES” grijpen, wat de profetische gang betreft, soms even terug of geven soms een blik op toekomende, profetische ontwikkelingen. [3]

_________________________________________________________________

Hoofdstuk 2

Christus’ zevenvoudige genade aan de 7 Gemeenten tot OVERWINNING

VERVOLG van:
Openbaring 2 vers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

28_gemeente_tot_welke_behoren_wij 2.
De Gemeentelijke periode van SMYRNA
(170 – 312 na Christus)

Deze tijdsperiode kende aan de ene kant een groeiende verstarring door ORGANISATIE van de steeds groter wordende Kerk, waarbij successievelijk (= ononderbroken) de “apostolische successie” ten grondslag lag (de gedachte dat Petrus en de bisschoppen, die voornamelijk in Rome, maar ook in andere hoofdsteden als Constantinopel, Alexandrië e.a., het bewind over de Gemeente voerden, als menselijke hoofden van de gehele Kerk van Christus moesten worden gezien; iets waaruit later het “pausdom” zou groeien) naast insluipende DWAALLERINGEN (“de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn” – zie Openbaring 2:9 + uitleg, hieronder vermeld).
In de Gemeente van Smyrna ten tijde van de apostel Johannes waren het Joden die met hun wettische gedachten en werkheiligheid verwarring brachten in de leer der GENADE. In de tijdsperiode van SMYRNA (170-312 na Chr.) waren het HEIDENSE WIJSBEGEERTEN die het Christelijk geloof belaagden.
Aan de andere kant kende deze tijdsperiode de doorbrekende OPWEKKING van de Montanisten, die circa 160 na Christus was begonnen, en waarbij “Geestes-doop” [4], “tongentaal” (net als ten tijde van Handelingen 2:1-4 [5]), “wonderen en tekenen” opnieuw de Gemeente kenmerkten.
Ook stond de Gemeente in deze periode bloot aan GOLVEN VAN VERWOEDE KERKVERVOLGINGEN. Namen van keizers als Marcus Auruseli, Septimius Severus, Diocletianus, Galerius, Maximinus, en anderen, en het verhaal van de uitgestrekte “catacomben” (de eerste christenen begroeven hun overleden, vaak gemartelde en/of gedode dierbaren in ondergrondse dodensteden – AK) onder de stad Rome, spreken boekdelen…
De Gemeente van Smyrna staat tenslotte ook typerend voor de vervolgde Gemeente/Kerk der laatste dagen.

Openbaring 2:8, “En schrijf aan de engel van de Gemeente in Smyrna: Dit zegt de Eerste en de Laatste, Die dood is geweest en weer levend is geworden:”
Tot TROOST voor deze Gemeente stelt de Here Jezus Zich aan haar voor als de “Overste Martelaar”, “Die dood geweest is en weer levend is geworden”.

Openbaring 2:9, “Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter (in geestelijke zin) rijk – en Ik ken de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan.”
De Here kende het moedige GETUIGENIS van deze Gemeente, die te midden van vervolgingen stand hield. Als een verworpen deel van de toenmalige maatschappij vormde ze vanzelfsprekend een maatschappelijk ARMOEDIG deel, hoewel ze geestelijk rijk was in Christus.
Behalve deze druk van BUITEN had deze Gemeente ook een INNERLIJKE druk te verwerken van VALSE arbeiders en leraren: degenen “die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan”. Het waren “onbesnedenen van hart”:

  • “Want de besnijdenis heeft wel nut als u de wet houdt, maar als u een overtreder van de wet bent, is uw besneden zijn tot onbesneden zijn geworden. Als dan een onbesnedene de verordeningen van de wet in acht neemt, zal zijn onbesneden zijn dan niet tot besnijdenis gerekend worden? En zal hij die overeenkomstig de natuur onbesneden is, maar die de wet volbrengt, u dan niet oordelen, die mét de letter van de wet en de besnijdenis een overtreder van de wet bent? Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.” (Romeinen 2:25-29)

In deze Kerkperiode bestonden deze dwaalleringen uit HEIDENSE FILOSOFIEËN, die door sommigen werden gepropageerd.

Openbaring 2:10, “Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van 10 dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.”
Tien achtereenvolgende golven van vervolgingen kenmerkten deze kerkperiode en tijdens keizer Diocletianus zou het martelaarsbloed 10 lange jaren hebben gevloeid… Met deze vervolgingen werd deze Gemeente “verzocht” (beproefd, getest) of ze Jezus ondanks alle vervolgingen bleef LIEFHEBBEN. Deden zij dat in GETROUWHEID TOT IN DE DOOD, zo zou de Heer der Gemeente haar kronen met de “levenskroon”, de “martelaarskroon”.

Openbaring 2:11, “Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest (Gods Geest, de Heilige Geest) tegen de Gemeenten zegt. Wie overwint [6], zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.”
De OVERWINNAARS uit deze Kerkperiode zouden, zoals wij hiervoor lazen, in alle eeuwigheid in Gods Koninkrijk worden getroost met de “martelaarskroon”, de “LEVENSKROON”, die hun als martelaren zou worden geschonken. Nimmer zouden zij door “de tweede dood” (zie Openbaring 20:14 + 21:8 [7]) worden beschadigd, omdat de Here hun Zijn eeuwige OPSTANDINGSKRACHT zal hebben gegeven.

.

3.
De Gemeentelijke periode van PERGAMUS (312 – 590 na Christus)

In 312 na Christus werd keizer Constantijn christen. [8] Een hemels teken (een lichtend kruis in de hemel) bracht hem hiertoe. Zijn leger zou overwinnen als het streed onder het teken van het kruis. Nadat hij onder dit teken vocht en overwon werd hij christen en werd het christendom officieel aanvaard, NAAST de heidense godsdiensten.
Spoedig werd onder keizer Theodosius (379-395 na Chr.) het christendom STAATSGODSDIENST, waarbij de keizer tevens hoofd werd van de Kerk. Hierdoor traden velen omwille van hun positie in de Romeinse staat tot het Christendom. Zo kwam ALGEMENE VERWERELDLIJKING in het Christendom, vooral toen er strenge maatregelen werden genomen tegen het heidendom. Bij kerkelijke twisten greep de keizer in en begunstigde die partij die hem aanstond.
PRACHT en PRAAL kwamen in KERKGEBOUW en AMBTSKLEDING; plechtige processies werden er gehouden; KAARSEN en WIEROOK werden ingevoerd in de kerkdiensten. In deze Kerkperiode verstevigde zich de KERKELIJKE HIËRARCHIE; de bisschoppen van de grotere steden voelden zich gaandeweg meerder dan die van de kleinere plaatsen. De concurrentiestrijd om de macht laaide allerwegen op.
Naast deze VERWERELDLIJKING en VERSTARRENDE ORGANISATIEDRANG kwamen dwalingen op in de leer en in de Kerk, onder andere die van de Manicheïsten (een Perzisch-heidense vermenging in het Christendom) en die van de “Pelagianen” (volgelingen van de monnik Pelagius), die WERKHEILIGHEID voorstonden. Ook ging men martelaren vereren en hun relikwieën (resten van hun beenderen) als amuletten beschouwen.
Als tegenhanger van de verwereldlijking in de Kerk ging men ascese beoefenen (onthouding van rijkdom, vlees, wijn, huwelijk).
Spoedig werd de ascese aangeprezen als de weg der heiligmaking. Kluizenaars en “zuilheiligen” [9] beoefenden de ascese. Weldra ontstonden er KLOOSTERVORMINGEN. Antonius de Kluizenaar (250-356 na Chr.) vormde er velen om zich heen. Anderen namen, verbonden aan het kloosterwezen, zijn: Pachomius (van Egypte) en Hiëronymus (van Bethlehem). Na 538 werd er in die kloostergemeenschappen WETENSCHAPPELIJKE ARBEID verricht. Alzo deden de Benedictijnen (Stichter: Benedictus van Nursia).
In deze tijd verviel gaandeweg de macht van het Romeinse keizerrijk en werden de bisschoppen van de hoofdstedelijke plaatsen Rome en Constantinopel hoe langer hoe machtiger.
Eén van de kerkgroten uit deze periode was Aurelius Augustinus (354-430 na Chr.), bisschop van Hippo Regius, ten westen van Carthago. Hij stierf tijdens de belegering van de stad door de Vandalen, die in die tijd mede het Romeinse Rijk ineen deden storten. Hij was een theoloog die de heersende dwaalleringen bestreed en op wiens GENADELEER de Katholieken van zijn tijd, en  later de Lutheranen en Calvinisten, zich hebben beroepen.
Ook staat de Gemeente van Pergamus typerend voor de vrijzinnige, wereldsgezinde en aardsgerichte Gemeente/Kerk van de laatste dagen.

Openbaring 2:12, “En schrijf aan de engel van de Gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het tweesnijdende, scherpe zwaard (van de Geest) heeft:”
Christus stelde Zich aan deze Gemeente voor als “het WOORD van God”: “Die het tweesnijdende, scherpe Zwaard heeft”:

  • “Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.” (Hebreeën 4:12)
  • “En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord. (Efeze 6:17)

Christus riep PERGAMUS – een afgedwaalde, verwereldlijkte Gemeente – tot BEKERING naar het NIEUWE LEVEN [10], dat het patroon kent van Gods Woord, terug naar Christus en Zijn uitnemende GENADE.

Openbaring 2:13, “Ik ken uw werken en weet waar u woont, namelijk waar de troon van de satan is. U houdt vast aan Mijn Naam, en u hebt het geloof in Mij (SV: Mijn geloof) niet verloochend, zelfs niet in de dagen van Antipas, Mijn trouwe getuige, die gedood werd bij u, waar de satan woont.”
Deze Gemeente WOONDE in de WERELD, waar satan zijn troon in heeft:

  • “Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken, nu zal de vorst (SV: de overste = beeld van de satan) van deze wereld buitengeworpen worden.” (Johannes 12:31)
  • “Ik zal niet veel meer met u spreken, want de vorst (SV: de overste) van deze wereld komt en heeft geen macht over Mij.” (Johannes 14:30)

Ten tijde van Johannes was Antipas een trouwe getuige van Christus en Zijn Woord, voor welk getuigenis hij gedood werd”. Een groot getuige van Gods Woord in de Kerkelijke periode van PERGAMUS was “Aurelius Augustinus”, die de dwaalleringen van zijn tijd bestreed.

Openbaring 2:14-15, “Maar Ik heb enkele dingen tegen u, namelijk dat u daar mensen hebt die zich houden aan de leer van Bileam, die Balak leerde voor de Israëlieten een struikelblok neer te leggen, opdat zij afgodenoffers zouden eten en hoererij bedrijven. Zo hebt u er ook die zich houden aan de leer van de Nikolaïeten en dat haat Ik.”
Twee dwaalleringen:

1. De leer van Bileam”. [11]

Bileam moest van Balak, vorst van Moab, de Israëlieten vervloeken, dan zou hij hoog beloond worden. ZIENDE OP DIT GELD zou Bileam gaarne Israël vervloeken, maar werd hiertoe door de Here verhinderd. Toen raadde hij Balak aan de Israëlieten te verleiden tot HOERERIJ met Moabietische vrouwen en tot het meedoen aan het offeren van hun afgoden. Zo zou de Here hen vervloeken. Alzo geschiedde het:

  • “Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. Die nodigden het volk uit bij de offers aan hun goden, en het volk at en boog zich voor hun goden neer. Toen Israël zich zo aan Baäl-Peor koppelde, ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël.” (Numeri 25:1-3)
  • “Zie, zíj waren door de raad van Bileam voor de Israëlieten de aanleiding tot trouwbreuk tegen de HEERE, in het geval van Peor, waardoor de plaag kwam onder de gemeenschap van de HEERE.” (Numeri 31:16)

Bileam kon zijn hoge beloning ontvangen. De “leer van Bileam” is dus een christenleven dat in feite op GELD uit is. Christen willen zijn omwille van een goede baan in de Romeinse staat, omdat het Christendom STAATS-GODSDIENST werd:

  • “Wee hun, want zij zijn de weg van Kaïn (zie Genesis 4:8 + 1 Johannes 3:12 [12]) ingeslagen en hebben zich om loon in de dwaling van Bileam gestort en zijn door het tegenspreken als (die) van Korach (lees Numeri 16:1-32 [13]) (Judas 1:11)

2. De leer van de Nikolaïeten”.

Deze leer was zeer vrijzinnig; liet wereldzin, overspel en ontucht in de Gemeente toe op grond van de goedertierenheid en barmhartigheid van God:

  • “Maar deze mensen lasteren wat zij niet kennen, als redeloze dieren, geboren met een natuur om gevangen te worden en te gronde te gaan. Zij zullen in hun verdorvenheid ten verderve gaan, en zij die een zwelgpartij overdag als een genot beschouwen, zullen het loon van de ongerechtigheid ontvangen; schandvlekken en smetten zijn het, die zwelgen in hun bedriegerijen, als zij met u de maaltijd gebruiken. Hun ogen zijn vol overspel en zondigen onophoudelijk; zij verlokken onstandvastige mensen en hebben hun hart geoefend in hebzucht; kinderen van de vervloeking zijn het. Zij hebben de rechte weg verlaten en zijn verdwaald en volgen de weg van Bileam, de zoon van Beor, die het loon van de ongerechtigheid liefhad.” (2 Petrus 2:12-15)

Openbaring 2:16, “Bekeer u. En zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik tegen hen oorlog voeren met het zwaard van Mijn mond (= “het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord” – zie uitleg bij Openbaring 2:12).”
Roep tot BEKERING (= ZICH AFKEREN van het eigen, in wezen zondige – met satan verbonden – “ik”), anders volgt Gods oordeel! [14]

Openbaring 2:17, “Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest (Gods Geest, de Heilige Geest)  tegen de Gemeenten zegt. Aan wie overwint [15], zal Ik van het verborgen manna te eten geven, en Ik zal hem een witte (keur)steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt.”
De OVERWINNAARS uit deze Gemeentelijke periode zouden weer deel hebben aan het REINE BROOD DES LEVENS. Hun harten zouden zich weer spijzigen met de OPSTANDINGS-CHRISTUS, terwijl de “witte keursteen met hun naam erop gegraveerd” een WAARBORG vormde, die het verlossend BLOED van Christus hun zou bieden tegen alle zonden en onreine machten der duisternis. Destijds werden in Pergamus, in de afgodendienst van Asclepius [16], witte keurstenen, met een geheime naam erin gegraveerd, als amuletten gegeven tegen ziekten en boze geesten; dit beeld van de beschermende witte keursteen was dus aan de Christenen van Pergamus wel bekend. De Heer gebruikte dit beeld als een heenwijzing naar Zijn verlossend, reinigend en bewarend BLOED. [17]

KLIK HIER voor het vervolg

 

  • De PDF (om de studie eventueel uit te printen) volgt aan het einde van elk hoofdstuk.

.

Studie van Bijbelleraar E. van den Worm
(1915 – 2013)
Digitaal uitgewerkt door A. Klein

*********************************************************************************

[1] Zie eventueel onze GRATIS studie De overwinnaars; over (de macht van) zonde en satan in de eindtijd van E. van den Worm. (noot AK)
[2] Zie eventueel onze GRATIS studie Er komt spoedig een Goddelijke Bruiloft hier op aarde van E. van den Worm. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie Opeenvolgende PROFETISCHE gebeurtenissen van CJH Theys. (noot AK)
[4] Zie eventueel onze GRATIS studie De natuurlijke mens en de Heilige Geest en/of De Gever en Zijn Gaven van CJH Theys. (noot AK)
[5] Handelingen 2:1-4, “En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”
[6] Zie noot 1.
[7] Openbaring 20:14, “En de dood en het rijk van de dood (SV: de hel) werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.”
Openbaring 21:8, “Maar wat betreft de lafhartigen (SV: vreesachtigen), ongelovigen, verfoeilijken (SV: gruwelijken), moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.”
[8] Constantijn is vooral bekend als de eerste Romeinse keizer die het christendom zou hebben aangehangen, en die de grondslag legde voor de christelijke fase van het Romeinse Rijk… Met zijn edict van Milaan (313 na Chr.) maakte Constantijn een einde aan de christenvervolgingen. Hoewel hij niet is opgenomen in de Latijnse lijst van heiligen, wordt hij in de westerse kerktraditie geëerd met de titel “de Grote” voor zijn bijdrage aan het christendom. (noot AK)
[9] Zuilheilige = Iemand die bij wijze van terugtrekking uit de wereld boven op ‘een zuil’ woont. Simeon de Pilaarheilige is de bekendste zuilheilige, maar zijn voorbeeld is door velen gevolgd. (noot AK)
[10] Zie eventueel onze GRATIS studie LUKAS – Het Boek van de NIEUWE MENS in Christus van E. van den Worm. (noot AK)
[11] Zie eventueel https://www.derekprince.nl/bijbelstudies/de-dwaling-van-bileam/ (noot AK)
[12] Genesis 4:8, “En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.”
1 Johannes 3:11-12, “Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben; niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.”
[13] Gedeelte uit Numeri 16:1-32, Het oproer van Korach, Dathan en Abiram tegen Mozes en Aäron:2 Zij kwamen in opstand tegen Mozes, samen met 250 mannen uit de Israëlieten, leiders van de gemeenschap, afgevaardigden naar de vergadering, mannen van naam. … 28 Toen zei Mozes: Hierdoor zult u weten dat de HEERE mij gezonden heeft om al deze daden te doen, dat zij niet uit mijn eigen hart voortgekomen zijn. … 31-33 En het gebeurde, toen hij (Mozes) geëindigd had al deze woorden te spreken, dat de aardbodem die onder hen was, gespleten werd. De aarde opende haar mond en verzwolg hen, met hun gezinnen, en alle mensen die Korach toebehoorden, en al hun bezittingen. En zij daalden levend af naar het graf, zij en alles wat van hen was. En de aarde overdekte hen, en zij waren verdwenen uit het midden van de gemeente.”
[14] Zie eventueel onze GRATIS studies God gaat in de eindtijd de Gemeente/Kerk en de wereld schudden en/of De dag van JaHWeH (De dag des Heren) en/of De 7 donderslagen van Openbaring 10:3van E. van den Worm. (noot AK)
[15] Zie noot 1.
[16] Asclepius = In de Griekse mythologie de ‘god’ van geneeskunde en genezing. (noot AK)
[17] Zie eventueel onze GRATIS studie De overwinningen van het gestorte Bloed van het Lam van God, over satans zondemacht van E. van den Worm. (noot AK)

.

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in 'Vers voor vers' uitleg van Bijbelboeken, Belangrijke studie als 'basiskennis', Bijbelstudie, Eindtijdstudie, Studie van E van den Worm, Uitleg over het boek Openbaring, Wederkomst van Christus en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Openbaring 2 vers 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 (+ gratis UITLEG)

  1. Henk Herbold zegt:

    Bij de studie van de zeven brieven in het Boek Openbaring, lezen we steeds opnieuw: “Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de Gemeenten zegt”. Met dat ‘horen’ wordt bedoeld: geestelijk horen. Dus, verstaan wat God wil zeggen tegen de gemeente (en dus tegen ons) wil zeggen. Dat gaat niet altijd tussen alle andere werkzaamheden door, nee, daarvoor moeten we tijd nemen om te bidden en Gods Woord ernstig te onderzoeken.

    In de brieven aan de zeven gemeenten, begint Jezus door Zijn Geest tot ons ‘allemaal’ te spreken. Hij laat dan niet alleen zien welke gebreken er in de gemeenten zijn, maar Hij prijst ook wat daarin goed is. Daarnaast is Hij een troost voor o.a. de Smyrna-Gemeente, een gemeente die veel lijden heeft gekend. Jezus zegt dan: “Ik ken uw werken, verdrukking en armoede” (Openbaring 2:9). Wat een bemoediging alleen al, dat Jezus van al het lijden wat we meemaken weet en dat Hij alles ook Zelf heeft ondergaan. Hij is echt in het diepste lijden geweest en Hij was ‘trouw tot de dood’, daarom overwon Hij. Jezus kon zich met recht voorstellen als Degene die “dood geweest is en weer levend is geworden”.

    Bij de Pergamus-gemeente komt Jezus weer in een andere hoedanigheid, namelijk met het tweesnijdende, scherpe zwaard (van de Geest). Om hen te behoeden voor valse afwijkende leringen. In deze studie wordt dit duidelijk beschreven. Het is wel altijd Zijn liefde voor ons, als Hij ons wil reinigen en voor een diepe val bewaren wil.

    Mensen die deze studie biddend lezen en Gods Geest vragen tot hen te spreken, zullen de stem van God vanuit het Woord horen. Deze studie, die hier zo zorgvuldig is gedigitaliseerd, is niet de vrucht van lang studeren, maar het heeft alles te maken met de zalving van de Geest, die al lang op dit werk rust.
    Mijn gebed is dat velen het mogen lezen en dat het vrucht zal dragen.

    Like

Plaats een reactie