KLIK HIER voor Openbaring, hoofdstuk 1 (PDF) KLIK HIER voor Openbaring, hoofdstuk 2 (PDF) KLIK HIER voor Openbaring, hoofdstuk 3 (PDF) KLIK HIER voor Openbaring, hoofdstuk 4 (PDF) KLIK HIER voor Openbaring, hoofdstuk 5 (PDF)
.
Aantekeningen bij
HET BOEK OPENBARING
Het geopenbaarde Evangelie van Jezus Christus
voor de laatste dagen

Deel 1:
Gods arbeid
_____________________________________________________________
NOOT van de schrijver:
Het BOEK OPENBARING zou, wat de gang der profetie betreft, verwarrend lijken, als wij niet tot het inzicht kwamen, dat deze profetische gang hier en daar onderbroken werd door een GEDETAILLEERDE PROFETISCHE ILLUSTRATIE.
In de fotografie zou men dit kunnen vergelijken met verhelderende “CLOSE-UPS”, hier en daar, te midden van een serie panoramische foto’s.
Deze “PROFETISCHE ILLUSTRATIES” grijpen, wat de profetische gang betreft, soms even terug of geven soms een blik op toekomende, profetische ontwikkelingen. [3]
______________________________________________________________
Hoofdstuk 6
De eerste 6 zegels zijn geopend door het Lam van God en ontwikkelen nu hun louterende werking
Het 1ste zegel
Openbaring 6 vers 1-2, “En ik (Johannes) zag hoe het Lam (van God = Jezus, Die “als een lam geslacht is” als zoenoffer voor onze zonden) het eerste van de zegels opende en ik hoorde één van de 4 dieren (letterlijk: 4 levende wezens) met een stem als van een donderslag zeggen: Kom en zie! En ik zag en zie, een WIT paard, [4] en Hij Die erop zat, [5] had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen.” [6]
De “4 dieren” ofwel de “4 levende wezens” kondigen in dit 6de hoofdstuk (zie ook vers 3+5+7) de eerste 4 zegeloordelen in de Naam des Heren aan. Hun spraak is als een DONDERSLAG, omdat zij in feite GOD ZELF vertolken:
- “Daarna brult Hij met Zijn stem; Hij dondert met de stem van Zijn majesteit. Hij houdt die dingen niet terug, als Zijn stem gehoord wordt. God dondert wonderbaar met Zijn stem; Hij doet grote dingen en wij begrijpen ze niet.” “Hebt u een arm zoals God? En kunt u, zoals Hij, met uw stem donderen?” (Job 37:4-5 + 40:4)
- “De stem van de HEERE klinkt over de wateren, de God der ere dondert;” (Psalm 29:3)
- “En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden 7 vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de 7 Geesten van God [7].” (Openbaring 4:5)
Ofschoon dit – “met een stem als van een donderslag” – niet meer van de 3 andere “dieren” ofwel “levende wezens” gezegd wordt, mag men aannemen dat hun stem in deze (Gods-)dienst gelijkluidend klonk; namelijk als een DONDERSLAG. En DONDERSLAGEN en BLIKSEMEN vertellen ons van een over de zonde TOORNENDE God.
De eerste 4 zegeloordelen vertellen ons daarom bij uitstek over Gods Weg, Gods Plan om tot REINIGING (ofwel: tot HEILIGING [8]) en OVERWINNING [9] te komen van Zijn 7 Gemeenten; om Zijn 7 Gemeenten te reinigen van ALLE zonde en duisternis, van AL het INNERLIJK en UITERLIJK LEVEN NAAR DE OUDE MENS.[10]
Het (de eerste 4 zegeloordelen) zijn de “4 WINDEN der AARDE”, die ook in Openbaring 7:1 genoemd worden:
- “Hierna zag ik 4 engelen staan op de 4 hoeken van de aarde. Zij hielden de 4 winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom.”
Straks, in de GROTE VERDRUKKING zullen ze dienen tot VERNIETIGING van de GODDELOZE en ONBEKEERLIJKE wereld (= de wereldsgezinde mensheid). Wij zien hen alzo werkzaam in Openbaring 9:14-21 [11] als de “4 ENGELEN”, die eerst nog “GEBONDEN” zijn “BIJ DE GROTE RIVIER, DE EUFRAAT” en in Zacharia 6:1-5 [12] als de “4 WINDEN des HEMELS, die eropuit trekken van de plaats waar zij voor de Heere van heel de aarde hebben gestaan”.
NU, hier in Openbaring 6, worden zij “ten tonele gevoerd”, nog niet tot vernietiging, maar tot BEKERING en LOUTERING van Gods Gemeente. In het licht van deze BEPERKING van hun werkingen moet men hun “GEBONDENHEID” verstaan. Het zijn achtereenvolgens:
- Het OORDELENDE WOORD VAN GOD,
- De OORLOGSGEEST,
- Het spook van de HONGER,
- De GEWELDDADIGE DOOD.
Wij gaan thans over tot de nadere beschouwing van deze zegeloordelen.
Het eerste zegeloordeel is het uit doen gaan van een WIT PAARD met daarop een ZEGEVIERENDE RUITER, Die OVERWINNENDE uitgaat, opdat Hij OVERWONNE (tot OVERWINNING). Dit wil zeggen dat Zijn strijd in feite GESTREDEN IS. Hij rijdt hier als een ZEGEVIERENDE TRIOMFATOR voort, omdat de strijd voor de welwillende mens in feite VOLBRACHT IS op (het kruishout te) Golgotha, gepaard aan Zijn GLORIEUZE OPSTANDING.
Wij zien Hem in onze verbeelding Zijn Boog, het Woord van God (zie Habakuk 3:9 [13]) in triomf opheffen; dat is: de verkondiging van deze overwinning door het EEUWIGE EVANGELIE. Zo zal de strijd voor een ieder voorbij zijn die ingegaan is in de RUST van het GELOOF:
- “Wij die tot geloof gekomen zijn, gaan immers de rust binnen, zoals Hij gezegd heeft:…” (Hebreeën 4:3a)
Ook is Hem de overwinnaarskroon BIJ VOORBAAT geschonken vanwege de ZEKERHEID van de OVERWINNING:
- “Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.” (Hebreeën 9:12)
- “Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.” (Hebreeën 10:14)
WIE is DEZE RUITER? [14]
Hij is NIET Jezus Zelf, Die in Openbaring 19 TRIOMFEREND wederkeert als Koning en Rechter. Hij draagt “VELE koninklijke hoeden” (SV), want Hij is de “Koning der koningen” (zie Openbaring 19:12+16). Neen, deze Ruiter is de HEILIGE GEEST, Die het Woord Gods (de Boog) in OPWEKKINGSKRACHT uitdraagt, werkend door Zijn GEMEENTE heen.
Velen vragen zich af waarom deze Ruiter geen PIJL in Zijn boog heeft. Dit komt omdat Zijn strijd tegen de zonde VOLSTREDEN (= ten VOLLE gestreden) is op GOLGOTHA. Hij draagt nu Zijn OVERWINNING uit!
Ook het WITTE paard (dus geen VAALWITTE a.u.b.) accentueert de HEMELSE KRACHT in GODDELIJKE GERECHTIGHEID, een Goddelijke kracht die ook gezien wordt in Openbaring 19:11 en 14:
- “En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.” … “En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.” (Openbaring 19:11+14)
Sommigen zien in deze Ruiter de antichrist: [15] God vergeve hun deze profanatie (= heiligschennis)! De antichrist bezit niet de UITNEMENDE, WITTE KRACHT VAN GODS GERECHTIGHEID, maar wordt gedreven door de satanische kracht van de rode draak:
- Want het geheimenis van de wetteloosheid (SV: de verborgenheid der ongerechtigheid) is al werkzaam. Alleen is er Iemand Die hem nu weerhoudt (= de Heilige Geest, werkend door de waarlijk Geestvervulde gelovigen heen – AK), totdat hij (deze Goddelijke macht, werkend door de Geestvervulde gelovigen heen) uit het midden (van deze wereld) verdwenen is (vanwege de wegvoering of “bewaring” van deze Geestvervulde gelovigen, zijnde de Bruidsgemeente – zie Openbaring 3:10 en 12:6 en 14 [16]). En dan zal de wetteloze (= de antichrist) geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn (zichtbare weder-)komst [17] (aan het eind van de grote verdrukking); hem (= de antichrist), wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen.” (2 Thessalonicenzen 2:7-9)
- “En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten (SV: voeten [18]) waren als die van een beer, en zijn muil (SV: mond) was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem (= de antichrist) zijn kracht, zijn troon en grote macht.” (Openbaring 13:2)
Ook is hem (de antichrist) niet de overwinning bij voorbaat gegeven, maar zijn macht is bestemd tot VERDOEMING bij Jezus’ wederkomst:
- “En het beest (= de antichrist) werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt.” (Openbaring 19:20)
Zijn kroon is hem (de antichrist) niet door God gegeven, maar zal door God TENIET worden gedaan bij Zijn wederkomst:
- “Wat u betreft, onheilige, goddeloze vorst van Israël, wiens dag gekomen is in de tijd van uiterste ongerechtigheid, zo zegt de Heere HEERE: Doe die tulband weg en zet die kroon af! Niets blijft hetzelfde! Wie nederig is, zal Ik verheffen, en wie hoogmoedig is, zal Ik Omkeren, omkeren, omkeren zal Ik die! Ja, dat wat er was, zal er niet meer zijn, totdat Hij komt Die er recht op heeft, en Hem zal Ik het geven!” (Ezechiël 21:25-27)
Hoe komen dezulken toch tot de gedachte dat ze hier (in Openbaring 6:2) te maken hebben met de antichrist?
Ten eerste, omdat dit visioen getoond wordt als een ZEGELOORDEEL over de zonde. God laat dan toe, aldus dezulken, dat deze onbekeerlijken verdolen in de misleiding, die de antichristelijke geest brengt. Maar… het Woord van God is voor de ONBEKEERLIJKEN tot OORDEEL omdat het hun ZONDIGE STAAT ontdekt; en zeker als dit gedaan wordt in de kracht van de Heilige Geest:
- “En als Die (= Gods Geest, de Heilige Geest) gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel: van zonde, omdat zij niet in Mij geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien; en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is.” (Johannes 16:8-11)
Ten tweede, beweren zij, is hun zienswijze in overeenstemming met wat Jezus profeteerde in Mattheüs 24. Dezulken zien echter over het hoofd dat Jezus in Mattheüs 24 profeteerde over het VERWOESTENDE WERK van satan en zijn horden in de laatste dagen: hij zal bij deze verwoestingen “geen één steen op de andere laten”, wat de tempel Gods (Zijn Gemeente) betreft:
- “Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden.” (Mattheüs 24:2)
En dat Jezus niet de stenen tempel van Herodes bedoelde, die in het jaar 70 zou worden verwoest, verklaren Zijn verdere woorden, waar Hij het heeft over HET EINDE DER TIJDEN.
In Mattheüs 24 is het eerste waar Hij voor waarschuwde inderdaad de komst van de VALSE CHRISTUSSEN (de ANTI-CHRISTELIJKEN).
Maar hier, in Openbaring 6, gaat het NIET over de verwoestende krachten van satan tot afval (= afvalligheid van God “en gebod”) in het laatste der dagen, maar over de OORDELEN van God TOT BEKERING, REINIGING en OVERWINNING VAN ZIJN (7) GEMEENTEN, wat uiteraard een heel ander UITGANGSPUNT is! Hier (nogmaals: in Openbaring 6) begint God met Zijn ZONDE-OPENBAREND EVANGELIE in de uitgestorte almacht van de Heilige Geest tot bekering en genezing van geest, ziel en lichaam. Hierna gebruikt Hij de – weliswaar satanische – krachten van oorlog, hongersnoden (en andere verwoestende krachten) om Zijn kinderen te brengen tot DWANGPOSITIES, tot het alsnog VERKIEZEN VAN ZIJN GENADEAANBOD en ERBARMINGEN.
Overzichtelijkheidhalve plaatsen wij deze 2 VERSCHILLENDE profetieën van Jezus – uit Mattheüs 24 en Openbaring 6 – naast elkaar.
Mattheüs 24 [19] De profetie van satans VERWOESTENDE KRACHTEN |
Openbaring 6 De profetie van Christus’ REINIGENDE KRACHTEN tot overwinning [20] |
Vers 4-5: VALSE CHRISTUSSEN (anti-Christelijken). |
Vers 1-2: Het WITTE Paard en zijn Ruiter. [21] De HEILIGE GEEST IN OPWEKKINGSKRACHT, Gods Woord brengend door Zijn Gemeente heen. |
Vers 6-7a: OORLOGEN, geruchten van oorlogen, burgeroorlogen, oproeren. |
Vers 3-4: Het rode paard en zijn ruiter. VREDE van de aarde WEGGENOMEN; groot zwaard gegeven (grote OORLOGSKRACHTEN ONTKETEND; atomische krachten ?). |
Vers 7b: HONGERSNODEN. | Vers 5-6: Het ZWARTE paard van de HONGER en zijn ruiter. |
Vers 7c: PESTILENTIËN. | Vers 7-8: Het vale of grauwe paard van de GEWELDDADIGE DOOD en zijn ruiter, de gewelddadige dood brengend aan het 4de deel van de aardbewoners door OORLOG, HONGER, de (zwarte) DOOD (= de pest) en door WILDE BEESTEN. [22] |
Vers 7d: AARDBEVINGEN in verscheidene plaatsen. | Vers 12-17: AARDBEVINGEN en andere CATACLYSMEN (NATUURRAMPEN). |
Vers 9-13: De GROTE AFVALLIGHEID door:
|
Vers 9-11: GELOOFS- ofwel CHRISTENVERVOLGINGEN. |
U ziet het, er is een TREFFENDE OVEREENKOMST, maar toch een hemelsbreed VERSCHIL IN UITGANGS-PUNT (tussen Mattheüs 24 en Openbaring 6). De vergissing is begrijpelijk, nochtans NIET TE AANVAARDEN!
Dit EERSTE zegel is mijns inziens geopend in 1906. Van toen af werd en wordt de UITSTORTING VAN GODS GEEST weer MASSAAL in Gods Gemeente (nog zijnde in deze wereld) ervaren. Deze GODDELIJKE KRACHT VAN HEILIGE-GEEST-OPWEKKINGEN zal voortgaan tot aan de Grote Verdrukking toe en zal haar culminatiepunt (= hoogtepunt) vinden in de grote SPADE-REGEN-OPWEKKINGEN [23] van de laatste dagen.
NU en VOORTAAN kan het Woord van God wederom gepredikt worden in de ALMACHTIGE KRACHT en ZALVING van GODS HEILIGE GEEST! Halleluja!
Met ingang van de GROTE VERDRUKKING wordt de GENADEDEUR (door God Zelf) GESLOTEN (zie Lukas 13:24-30 [24] en, in symboliek, Genesis 7:16 en Amos 8:11-14, [25] waarbij de “god van Dan” een beeld van de antichrist is en “de weg van Berseba” het beeld van de valse profeet).
Vanaf dat moment is GODS WOORD voor de wereld (= de wereldsgezinde mensheid) alleen OORDELEND en VERNIETIGEND! Dat wordt in Genesis 7 gesymboliseerd door de OORDEELS-wateren van de ZONDVLOED:
- “1 Daarna zei de HEERE tegen Noach: Ga in de ark, u en heel uw gezin, want Ik heb gezien dat u te midden van uw tijdgenoten voor Mijn aangezicht rechtvaardig bent. 15 En van alle vlees waar een levensgeest in was, kwamen ze naar Noach in de ark, twee aan twee. 16 En die kwamen, kwamen als mannelijk en vrouwelijk, van alle vlees, zoals God hem geboden had. En de HEERE sloot de deur achter hem toe. 21 En alle vlees dat zich op de aarde bewoog, gaf de geest: de vogels, het vee, de wilde dieren en alle kruipende dieren, die over de aarde kropen, en alle mensen. 23 Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, van mens tot dier, tot kruipende dieren en vogels in de lucht; verdelgd werden zij van de aarde. Alleen Noach bleef over, en wat met hem in de ark was.”
.
Wordt vervolgd
De PDF (om de studie eventueel uit te printen) volgt aan het einde van elk hoofdstuk.
Studie van Bijbelleraar E. van den Worm [26]
(1915 – 2013)
Digitaal uitgewerkt door A. Klein
***********************************************************************************