Berooiden in de eindtijd

Micha 1

Afkeer van bestraffing

Zelden maakt men het in deze dagen mee dat gepredikt wordt uit de strafpredicaties van de Oudtestamentische profeten. Ook alle andere bestraffende teksten en passages zijn overigens niet geliefd. [1] Het is tekenend voor het geestelijk klimaat van tegenwoordig. Op al dat christendom dat vandaag zo nadrukkelijk aan de weg timmert (of wil timmeren) is van toepassing wat de apostel Paulus eenmaal schreef:
“Zij hebben een schijn van godsvrucht (SV: een gedaante van godzaligheid), maar hebben de kracht ervan verloochend…” Paulus voegde er nog aan toe: “…Keer u ook van hen af (SV: Heb ook een afkeer van deze).” (2 Timotheüs 3:5) [2]
Laat ons oppassen voor de allerwegen zo gepropageerde “positieve instelling”, want het is in werkelijkheid de weg naar de ondergang! Het overgrote deel van Gods Bijbel is van waarschuwende, vermanende en zelfs bestraffende aard. De mens is van nature niet goed, maar met de godsdienstige mens is het meestal nog erger gesteld. Dit wordt juist in deze laatste dagen hoe langer hoe meer openbaar. Wij leven in het tijdperk van de schone en de minder schone schijn!

Een tijd om te wenen

De meeste Oudtestamentische profeten hebben dan ook geprofeteerd voor en over onze tijd. Eén van hen, de profeet Micha, draagt de naam “Wie is aan God gelijk”? Wij zien inderdaad hoe men in de wereld, maar ook in de huidige Gemeente, God tart en uitdaagt. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij allen dwaas geworden. Want wie strijdt tegen God, trekt altijd aan het kortste eind!
Wij lezen in Micha 1 vers 16:
“Scheer uw haar af, ja, scheer u kaal vanwege uw kinderen, die u lief zijn (SV: om uw troetelkinderen); maak u zo kaal als een gier, want zij zijn bij u weggegaan (SV: weggevoerd) in ballingschap.”
Het is een oproep tot rouw. Zoiets klinkt niet prettig in de oren. Maar ook bij het dienen van God is het niet altijd gejuich. Daar moeten ook tranen gestort worden. Daar moet ook verbrokenheid zijn. Het Woord van God is vaak scherp en hard. Het dompelt ons vlees in rouw. Maar willen wij dit ontlopen, dan zal er straks rouw zijn in de sluitingstijd van deze bedeling, die nu snel naderbij komt. Wie nu wenen, zullen juichen, als Jezus komt. En omgekeerd, wie nu juichen, zullen alsdan wenen! Wij moeten nu bereid zijn ons leven te verliezen en ons kruis op te nemen, dagelijks. Uitstel in dezen betekent in feite dat wij Christus als onze Bruidegom [3] afwijzen. Het is wonderbaar om Gods tegenwoordigheid te mogen ervaren, wanneer Zijn Woord onder de zalving van de Heilige Geest tot ons komt. “Hij zond Zijn Woord uit, (en) genas (SV: heelde) hen”, staat er (in Psalm 107: 20a) geschreven. Zorg echter, als u het Woord hoort, dat na de eerst emotie, beroering, uw hart niet weer verhardt! Komt tot overgave aan de Goede Herder! Versta alsdan: “De Meester is er en Hij roept u!” (Johannes 11:28b). Maria van Bethanië, dit horende, ging ogenblikkelijk naar Hem toe. Zo moeten ook wij doen. Men smeedt het ijzer als het heet is. Laat u leiden. Laat u door die “Ander” omgorden, over wie onze Heer tot Petrus sprak (zie Johannes 21:18 [4]), de Heilige Geest, ook al brengt Hij u op plaatsen waar u (dat is: uw vlees) niet heen wilt. Ons leven moet in alle opzichten tot een volgen van de Goede Herder worden. Hij zal Zijn gewillig volk de ware rust binnenleiden van het nieuwe Kanaän. Maar wij zullen veel moeten afleggen.

De wereld van heden

Dit is wat aan de orde is in het eerste hoofdstuk van het boek Micha. Willen wij nu niet loslaten en verliezen al die dingen die in mensenogen zo belangrijk zijn, dan zullen wij straks berooid zijn van alles, als Jezus wederkomt. Hele volkeren zijn vandaag de dag op de vlucht. Nooit waren er zoveel vluchtelingen. Zelfs niet tijdens de (zo genoemde) Koude Oorlog tussen West en Oost. Dagelijks bijna worden wij via het nieuws geconfronteerd met berooide mensen, verdreven van huis en haard, die alles zijn kwijt geraakt. Het is een waarschuwend teken van de tijd voor een ongehoorzaam geslacht, met name hier in het rijke Westen, dat nog altijd zich baadt in rijkdom en weelde (net zoals Israël in de dagen van Micha). Maar dan vooral ook voor die christenen van vandaag de dag die zich zo rijk wanen, geestelijk rijk, en het allemaal zo goed weten. Het einde van deze tijd zal ons niet alleen een totaal ineengestorte wereldeconomie te zien geven [5], maar ook het beeld van een Gemeente/Kerk die geestelijk gesproken niets, maar dan ook werkelijk niets, meer bezit.
Maar de Here roept nog. Ga niet voorbij aan deze Roepstem. Maak ernst met het volgen van Hem. En de Here is heden aan het werk. Wie niet slapen, kunnen het zien. Wij zien het, zoals al eerder vermeld, in de wereldgebeurtenissen. Dit is waarover Micha spreekt:
“Want zie, de HEERE komt uit Zijn woonplaats (SV: gaat uit van Zijn plaats), Hij daalt af en treedt op de hoogten van de aarde.” (Micha 1:3)
Hij komt om alles wat “hoog” is en tegen Hem rebelleert, te vernederen. Geef ook acht op de oproep van Micha 1 vers 2:
“Luister, volken, allemaal! Sla er acht op, aarde, met al wat u bevat! En laat de Heere HEERE Getuige tegen u zijn, de Heere, uit Zijn heilige tempel.”
De toebereidingen voor de in de Bijbel beschreven conflicten van de eindtijd zijn reeds in volle gang. Merken wij Gods terechtwijzingen op, als lang geknechte volkeren zich vandaag de dag van hun juk bevrijden? Dit is nog maar het begin! En het ene juk wordt verruild voor het andere, totdat alles onder het juk van de antichrist is. Maar God waarschuwt! In Zijn profetische rede sprak de Here Jezus ook over aardbevingen. In Micha 1 lezen we wat aardbevingen eigenlijk zijn:
“Want zie, de HEERE komt uit Zijn woonplaats (SV: gaat uit van Zijn plaats), Hij daalt af en treedt op de hoogten van de aarde. De bergen smelten onder Hem weg, de dalen splijten als was voor het vuur, als water dat langs een helling vloeit.” (Micha 1:3-4)
Het zijn de Voetstappen van een toornig God, Die neerdaalt en komt om in te grijpen. Hij komt om Jakob – waarvoor wij gevoeglijk de afvallige christelijke volkeren van het westen kunnen lezen – zijn zonden te vergelden:
“Dit alles is om de overtreding van Jakob en om de zonden van het huis van Israël (= het verloren gewaande 10-stammenrijk – AK). Wie is de overtreding van Jakob? Is het niet Samaria? En wie zijn de offerhoogten van Juda? Is het niet Jeruzalem?” (Micha 1:5)
De “benauwdheid van Jakob” [6] staat voor de deur. En het huis van Israël” spreekt ons, in het profetisch verband van Micha 1, van de Gemeente/Kerk, welke beladen is met zonden en bedekt met vele stinkende wonden. Alleen een overblijfsel zal gered en bewaard worden (voor de Grote Verdrukking – AK). Een klein maar “heerlijk” volk van getrouwe kinderen Gods zal, zoals eenmaal David en de zijnen, behoud vinden in de symbolische “spelonk van Adullam”, de schuilplaats van de Allerhoogste:
Ik zal u nog een erfgenaam toebrengen, gij inwoneres van Maresa! Hij zal komen tot aan Adullam, tot aan de heerlijkheid Israëls. (Micha 1:15, SV)

Troetelkinderen

De Heer is heden aan het werk. Gaan wij gewoon op de oude voet voort? Dat 16de vers (van Micha 1), dat wij in het begin aanhaalden, spreekt van “troetelkinderen”. Die hebben ook vele kinderen Gods vandaag de dag. Geliefde bezigheden, bezittingen, mensen om wie wij veel geven, dingen die erg belangrijk voor ons zijn, enzovoort. Troeteldingen, die meestal worden tot troetelzonden. In de verzen 10 t/m 15 (van Micha 1) [7] waar het nu alleen over Juda gaat (= tevens een beeld van de Gemeente des Heren), worden 9 van die troetelzonden genoemd. In allerlei woordspelingen en verwijzingen naar een 9-tal plaatsen.

  1. Allereerst wordt de valse verbrokenheid gehekeld, gespeelde ootmoed en nederigheid, waarmee vele christenen tot hun God naderen (“Ween niet zo jammerlijk”, uit vers 10, waarbij de woorden “zo jammerlijk” eigenlijk staan voor de plaatsnaam “Bochim” = wenen – zie Richteren 2:4-5 [8]).
  2. Genoemd worden verder de materialistische inslag van vele kinderen Gods, het hangen aan de stoffelijke dingen (Beth-le-Afra, uit vers 10 = “stofhuis”),
  3. de overdreven zorg voor uiterlijk en opsmuk (Safir, uit vers 11 = “schoon beklede”),
  4. het leven voor vermaak en gezelligheid en geen tijd voor de Heer (Zaänan, uit vers 11 = “erop uittrekken”),
  5. valse gerustheid en zelfverzekerdheid (Beth-Haëzel, uit vers 11 = “huis van standvastigheid”),
  6. geloven in God als de “Lieve Heer” Die alleen maar zegent en niet straft (Maroth, uit vers 12 = “bitterheden”),
  7. het bouwen op eigen kracht en vermogen (Lachis, uit vers 13, was een vestingstad),
  8. menen veel te bezitten en zich daarop verheffen (Moreset-Gath, uit vers 14 = “bezit”),
  9. geveinsdheid en huichelarij (Achzib, uit vers 14 = “liegende”; een gelijknamige beek, de “leugenbeek” was meestal uitgedroogd !).

Micha 1 vers 16 zegt duidelijk dat over al deze zonden en werken van het vlees het oordeel komt:
“Scheer uw haar af, ja, scheer u kaal vanwege uw kinderen, die u lief zijn (SV: om uw troetelkinderen); maak u zo kaal als een gier, want zij zijn bij u weggegaan (SV: weggevoerd) in ballingschap.”
De “troetelkinderen” worden afgenomen in de tijd dat God gaat ingrijpen. Dan zullen de zich rijk en machtig wanende Laodicea-gelovigen moeten bekennen dat zij (geestelijk gezien) “arm, blind en naakt” zijn (zie Openbaring 3:17 [9]). Maar dan is het te laat. Jezus zei eenmaal:
“Want ik zeg u dat aan eenieder die heeft, gegeven zal worden. Maar van hem die niet heeft, zal ook afgenomen worden wat hij heeft.” (Lukas 19:26)
Het is voor degenen die “wijs” zijn (in de zin die de Bijbel daaraan geeft) een waarschuwing: Pas op dat men u uw olie (= het beeld van de vervulling met de Heilige Geest – AK) niet afneemt! Bestudeer de bekende gelijkenis van de 10 maagden in Mattheüs 25:1-13. [10]

Alles verliezen

Wie niet heeft, zal alles afgenomen worden. Dit zijn de berooiden van de eindtijd. Zullen wij dan tot de rouwenden behoren? Tot die christenen die “kaal” zijn in geestelijk opzicht, berooiden voor een gesloten deur? Dit zal niet zo zijn, wanneer wij NU die dingen loslaten, waarover de toorn van God komt. Wanneer wij nu jagen naar de heiligmaking. [11] Wanneer wij nu tot dat andere leven willen komen, dat waarachtig volgen van Christus Jezus. Bestudering in tabernakellicht [12] doet ons in Micha 1 de Voorhof zien. Het gaat hier over al die dingen, die in feite tot “het oude leven” behoren. In vele christenlevens (en zelfs in hele gemeenten) steken ze echter steeds opnieuw de kop op, omdat er nooit sprake is geweest van uitbranding. De voorwerpen van Brandofferaltaar en Koperen Wasvat in hun geestelijk betekenis van (samengevat) uitbranding en reiniging staan hier centraal. Waar geen ernst wordt gemaakt met wat God hierbij van ons vraagt, zal de Voorhof eerst werkelijk tot oordeelsgrond worden!
“…meet de Tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden (= de Bruidsgemeente). Maar laat de buitenste voorhof van de tempel erbuiten (SV: en laat het Voorhof uit, dat van buiten de Tempel is) en meet die niet, want die is aan de heidenen gegeven. En zij zullen de heilige stad (= alle overige christenen) vertrappen, 42 maanden lang.” (Openbaring 11:1b-2)
De Voorhof zal de plaats zijn van de berooiden, van die kinderen Gods die in de aangename tijd niet hebben willen luisteren en zich niet hebben bekeerd van hun boze werken. De plaats van die kinderen Gods, die niet vol zijn van de Heilige Geest als de Bruidegom komt, van wie ontnomen zal worden ook wat zij hebben en die achter zullen blijven “in de buitenste duisternis” (= hier het beeld van de Grote Verdrukking – AK), waar het geween is en knersing der tanden (zie Mattheüs 8:12). [13]
Doch nu is het nog de aangename tijd en de dag der zaligheid. De Goede Herder roept nog. Luister naar Zijn roepstem en doe al wat Hij van u vraagt. Dan zult u straks, in de tijd van de toorn, niet naakt, maar bekleed bevonden worden, bekleed met de klederen der gerechtigheid.

H. Siliakus
Digitaal uitgewerkt door A. Klein

PDF (ook geschikt om te lezen via een mobiel of tablet)

**********************************************************************************

[1] Zie eventueel onze GRATIS studie Gemeentelijke tucht van CJH Theys en/of het artikel Het berispen (of terechtwijzen) van de wijzenvan H. Siliakus. (noot AK)
[2] De Bijbelteksten zijn door mij vermeld in de Herziene Statenvertaling / HSV, tenzij anders vermeld. (noot AK)
[3] Zie eventueel onze GRATIS studie Er komt spoedig een Goddelijke Bruiloft hier op aarde van E. van den Worm. (noot AK)
[4] Johannes 21:18, “Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen u jonger was, omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt.”
[5] Zie eventueel ons GRATIS artikel De toekomstige economische ineenstortingvan H. Siliakus. (noot AK)
[6] Zie eventueel onze GRATIS studie Wederom Mijn volk (deel 8): De benauwdheid van Jakob van H. Siliakus. (noot AK)
[7] Micha 1:10-15, “Maak het niet bekend in Gath, ween niet zo jammerlijk, wentel u in het stof in Beth-le-Afra. 11 Trek voorbij (letterlijk: gaat… naar buiten), bewoonster van Safir, in schandelijke naaktheid. De bewoonster van Zaänan gaat niet naar buiten, rouw is in Beth-Haëzel; Hij neemt Zijn steun van u weg. 12 Ja, de bewoonster van Maroth (letterlijk: bitterheden) is ziek vanwege het goede, want kwaad is afgedaald van de HEERE tot aan de poort van Jeruzalem. 13 Span de snelle paarden voor de wagen, bewoonster van Lachis. Die is het begin van de zonde voor de dochter van Sion, want in u zijn de overtredingen van Israël gevonden. 14 Geef daarom afscheidsgeschenken aan Moreset-Gath. De huizen van Achzib blijken onbetrouwbaar (SV: tot een leugen) voor de koningen van Israël. 15 (SV) “Ik zal u nog een erfgenaam toebrengen, gij inwoneres van Maresa! Hij zal komen tot aan Adullam, tot aan de heerlijkheid Israëls.”
[8] Richteren 2:4-5, “En toen de Engel van de HEERE deze woorden tot alle Israëlieten gesproken had, gebeurde het dat het volk luid begon te huilen. Daarom gaven zij die plaats de naam Bochim. En zij brachten daar offers aan de HEERE.”
[9] Voor meer UITLEG over dit vers, zie eventueel onze GRATIS studie Openbaring, hoofdstuk 3: De brieven aan de 7 Gemeenten (vervolg)van CJH Theys en/of Openbaring, hoofdstuk 3: Christus’ zevenvoudige genade aan de 7 Gemeenten (vervolg) van E. van den Worm. (noot AK)
[10] Zie eventueel onze GRATIS studie De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd van E. van den Worm. (noot AK)
[11] Zie eventueel onze GRATIS studie Heiligmaking van E. van den Worm. (noot AK)
[12] Zie eventueel onze GRATIS studie Christus in de Tabernakelvan CJH Theys en/of De Tabernakel van Israël (Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God) van E. van den Worm. (noot AK)
[13] Mattheüs 8:12, “En de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.”

.

Over De Eindtijdbode

Een 'roepende in de woestijn' die 'de bazuin blaast' om velen (via GRATIS Bijbelstudies) te tonen "de dingen die - volgens Gods plan - spoedig geschieden zullen". Volgens Openbaring 1 vers 1, 10 en 19.
Dit bericht werd geplaatst in Bijbelstudie, Eindtijdstudie, Gehoorzaamheid aan God, Heiligmaking, Oordelen Gods, Studie van H Siliakus, Tekenen vd eindtijd, Wederkomst van Christus en getagged met , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie